Zeggen dat 2021 een turbulent jaar is geweest, dekt waarschijnlijk nog niet een beetje de lading die het zou moeten hebben. Verdeeldheid, woede, frustratie en chaos lijken in een steeds vergrotende trap terug te keren in jaaroverzichten en dat is ook nu niet anders. Dat reflecteert op (inter)persoonlijk niveau in hoe we (samen) omgaan in een steeds veranderende wereld. Artiesten en bands uiten die zaken door hun muziek en scheppen op hun beurt dan weer de soundtrack voor ons dagdagelijkse leven. Dat live kunnen beleven, ervaren en delen met anderen bleek ook dit jaar een grote afwezige te zijn, al hopen we dat 2022 licht aan het einde van de knipperverlichte tunnel zal brengen. Dit zijn volgens ons allen dé platen die ons het meest hebben bewogen, ontroerd, blij of andere emoties in ons hebben teweeg gebracht.
Wanneer de plaat hier het voorbije jaar besproken werd, krijg je daaruit een stukje mee en kan je via de titel doorklikken om te volledige recensie te lezen.
Deze lijst werd samengesteld door Anton Cremers, Bert Scheemaker, Daan Leber, Eva Gutscoven, Ewout Pollaris, Frederik Laurens, Guillaume De Grieve, Jonas Van Laere, Jonas Vandenabeele, Louis Van Keymeulen, Martijn Bas, Mattias Goossens, Sarah Van der Straeten, Tobias Cobbaert, Yannick Verhasselt en Zeno Van Moerkerke.
50. Slowthai – TYRON
Na het maatschappijkritische ‘Nothing great about Britain’ los te laten, vond Tyron Frampton aka Slowthai het tijd om de spiegel eens voor zichzelf te houden. Die bloedeerlijke introspectie leverde een gelaagd en tweeledig zelfportret op van iemand die duidelijk plezier schept uit zijn werk. ‘TYRON’ vertrekt direct op kruissnelheid met klassiek opschepperig rappergedrag maar oppervlakkig wordt het gelukkig nooit. De tweede helft toont een gevoelige, gekwelde maar immer optimistisch getinte slowthai. Door zijn tomeloze energie te koppelen aan zijn tederheid weet hij zijn onderliggende boodschap dat hoewel alles echt dik kan tegen er altijd wel iets is om je aan op te trekken, overtuigend te brengen. (Sarah)
Haar tweede plaat ‘Historian‘ zorgde voor een bescheiden doorbraak binnen de singer-songwriter scene, maar het was als derde lid van Boygenius (met verwante zielen Phoebe Bridgers en Julien Baker) dat Lucy Dacus een belletje deed rinkelen bij een groter publiek. ‘Home video’ trapt de deur helemaal open met een verzameling zelfverzekerde songs gebaseerd op haar jeugd, vol religieuze en seksuele ontmaagdingen. Zowel tekstueel als muzikaal toont Dacus zich hier van haar scherpste en meest gedurfde kant met a capella groepszang en autotune-passages. Het totaalplaatje klopt, en van deze ‘Home video’ wil je geen seconde doorspoelen. (Mattias)
48. Lost Girls – Menneskekollektivet
Jenny Hval die over wat vage beats en synthesizers loopt te filosoferen, zo kan je deze collaboratie tussen Hval en Håvard Volden (a.k.a. Lost Girls) omschrijven. Maar daar zou je dit Noorse duo ernstig mee teniet doen. De vijf tracks die op hun debuut terug te vinden zijn, zijn stuk voor stuk avontuurlijke, elektronische jams waarvan je nooit precies weet waar deze zullen eindigen. Zo start ‘Love lovers’ met timide elektronische percussie, vergezeld van zacht gemijmer, en mondt een kwartier later uit in een clubby, euforische finale. Ook ‘Losing something’ dat zich gaandeweg ontpopt tot een onverwachte meezinger is een waar hoogtepunt. (Martijn)
47. Backxwash – I lie here buried with my rings and dresses
Ongebreidelde razernij staat centraal in de derde plaat van Zambiaans-Canadese rapster Backxwash. Die woede manifesteert zich in de verschillende nummers op diverse manieren. Zo is ze zelfdestructief in ‘Burn to Ashes’, waar het vechten met de eigen demonen zich leent naar metaforen over zelfverbranding., tot zelfverminking ‘Wail of the Banshee’ of ervaringen met transfobie op ‘Terror packets’. In ieder nummer tapt Backxwash uit een andere vat der miserie en legt ze het volledige spectrum open. Het sentiment van de artiest die de eigen pijn wegschrijft in de muziek is zeer aanwezig, en die mag er zeker zijn. (Louis)
46. Sault – Nine
‘Nine’ is het derde album van het mysterieus collectief in een tijdsspanne van iets meer van een jaar. In tegenstelling tot de voorlopers ‘5’ en ‘7’ verscheen de derde plaat voor 99 dagen op Spotify. Wat bleef hangen, was het volgende: opzwepende beats, grimmige funky gitaren, een Massive Attack-feel (‘London Gang’), interessante ritmes, scherpe boodschappen die verwerkt zijn in wat aanvoelt als kinderliedjes (‘Trap Life’), Cleo Sol’s silky smooth stem (‘Alcohol’) en snedige rhymes (‘You from London’). Lang verhaal kort: 99 dagen zijn niet genoeg. (Eva)
Vergeleken met 2020 was het een onproductief jaar voor de Drain Gang CEO: hij dropte slechts één album in plaats van drie. Gelukkig is ‘The fool’ wel een erg sterke plaat waar we een jaartje zoet mee waren. Ditmaal liet hij zich een heel project lang bijstaan door producer Lusi, van collectief RipSquad, die de typische Drain Gang-melancholie oppepte met wat trance-invloeden. Bladee autotunet als vanouds. We gaan niet beweren dat ‘The fool’ een album is dat de zon door het wolkendek zal doen breken. Toch lijkt het project wederom minder zwaarmoedig dan het oudere werk van de Zweedse rapper. Bladee blikt melancholisch vooruit op wat de toekomst kan brengen, en niet meer op wat het verleden hem heeft aangedaan. (Tobias)
‘De doorn’ is een album van vele eerstes voor Amenra. Het is het eerste album dat afstapt van de ‘Mass’-titels, het eerste album met extra zangeres Caro Tanghe van Oathbreaker en het eerste album dat volledig in het Nederlands is gezongen. Dat laatste kan ervoor zorgen dat de eerste paar luisterbeurten wat onwennig zijn voor mensen die de band al langer kennen. Zodra je je daarover kan zetten ontvouwt er zich echter een album dat al het beste van Amenra tentoonstelt; donderende drums, dreigende riffs en de poëtische teksten die synoniem zijn komen te staan met de band. (Frederik L.)
43. Injury Reserve – By the time I get to Phoenix
Niemand had het hiphoptrio Injury Reserve kwalijk genomen als ze na de plotse dood van groepslid Stepa J Groggs ophielden met bestaan. Ritchie With a T en Parker Corey beslisten echter om als duo verder te gaan en Grogg’s wens om “some weird shit” te maken in vervulling te laten gaan.
Daar zijn ze met verve in geslaagd. ‘By the time I get to Phoenix’ is een razend experimenteel rapalbum geworden vol rare ritmes, bedwelmende samples en vernieuwende geluiden. Het gaat hier echter niet om kille experimenten: diep in de draaikolk aan verwarrende klanken hebben Ritchie With a T en Parker Corey de rouw om hun verloren vriend verstopt, waardoor dit album zowel grensverleggend als hartverscheurend is. (Tobias)
42. Indigo De Souza – Any shape you take
Op Da Souza’s tweede langspeler puurt ze zichzelf emotioneel nog verder dan op haar debuut. Daar durfde prima jangle-pop primeren. Op ‘Any shape you take’ gooit ze Amerikaanse alle remmen los en lijkt ze resoluut te streven voor een album dat nummers bevat die zowel qua verhaallijn als textueel perfect naast elkaar passen. De plaat is een relaas van moeilijkheden die doorheen haar leven zijn opgestapeld en via nummers als ‘Real pain’, ‘Bad dream’ of ‘Kill me’ op een indrukwekkende manier tot leven worden gebracht. Lichtpuntje in dit verder zwaarmoedige album is het fantastische ‘Hold u’ dat zowel in de context van het album als stand alone nummer pure euforie opwekt. (Yannick)
41. Mach-Hommy – Pray for Haïti
2021 begon met het droevige nieuws dat MF Doom in het grootste geheim was overleden. Met Mach-Hommy is echter een nieuwe gemaskerde rapper opgestaan, even beducht voor elke vorm van publiciteit. Hij bracht dit jaar zowaar twee albums uit. Vooral zijn eerste, getiteld ‘Pray for Haïti’, bleef ons het nauwst bij. De rapper geeft met veel trots een ode aan zijn Haïtiaanse afkomst en neemt het op voor het land, dat nog steeds één van de armste landen ter wereld is. Met een dromerige indie productie en sterk doordachte flows en teksten brengt hij eerherstel aan zijn broeders en stelt hij tegelijk de pijnlijke ongelijkheid in de wereld aan de kaak. (Ewout)