30 Lous And The Yakuza – Gore
Als er een prijs bestaat voor het opbouwen van een momentum en de torenhoge verwachtingen in te lossen, dan had Lous And The Yakuza die met gelukswensen van de jury gewonnen. Haar debuutalbum ‘Gore’ katapulteerde Marie-Pierra Kakoma alias Lous And The Yakuza naar een comfortzone waar vele Belgische artiesten slechts van kunnen dromen: internationaal gevierd succes. Een ongeziene Italiaanse populariteit, een passage bij Jimmy Fallon in The Tonight Show en de vraag van Louis Vuitton voor een nieuwe campagne: allemaal gevolgen van extreem hippe en aanstekelijke nummers, geproduceerd door El Guincho die we kennen van bij Rosalía. (Guillaume)
29 A. G. Cook – 7G
Van een ambitieus debuut gesproken. PC Music-labelbaas A. G. Cook verzamelde op ‘7G’ négenenvéértig songs, verdeeld over zeven thematische discs. Het resultaat is een genre-overschrijdend, kristalhelder geheel dat glinstert, knettert en sprankelt in gehoorgangen waarvan je niet wist dat ze bestonden. Nu eens flirtend met de megalomanie, dan weer gemoedelijk gedijend op één subtiele synthtoets. Met clevere covers van onder meer The Strokes en Sia begeeft Cook zich soms op glad ijs, maar hij weet de goedkope post-ironie te overstijgen waaraan zijn collega’s zich al te vaak tegoed doen. De passie voor de sound spat drie uur lang van deze plaat af, en hier en daar ruiken we het visionaire dat ook Aphex Twin in de jaren ’90 eigen was. ‘7G’ is een lijvige handleiding voor de producer van morgen. Een handleiding die leest als een pageturner. (Frederik)
28 The Microphones – Microphones in 2020
Na bijna twee decennia besloot Phil Elverum alterego Mount Eerie vaarwel te zeggen en The Microphones van onder het stof te halen. ‘Microphones in 2020’ is een langgerekte song van 45 minuten die op niet veel meer dan een viertal akkoorden en wat geëxperimenteer met pedalen en effecten het levensverhaal van Elverum vertelt. De repetitieve en narratieve stijl van het album werkt meditatief en toont iemand die vrede heeft genomen met elke juiste en foute afslag waar zijn leven hem toe dwong – én iemand die schoonheid weet te puren uit de meest onbenullige herinnering. Zo slaagt ‘Microphones in 2020’ erin iedereen te troosten die zelf in een reflectieve en melancholische bui zit. (Lowie)
27 Sufjan Stevens – The ascension
Lichtpuntje in 2020 was dat indiedarling Sufjan Stevens met twéé nieuwe albums kwam. Ambientplaat ‘Aporia’ met Lowell Brams is degelijk, maar mist de punch om zich naar de eindejaarslijstjes te katapulteren. ‘The Ascension’ slaagt daar wel in, hoewel Sufjan (wij mogen Sufjan zeggen) besliste iets totaal anders te doen dan het muzikaal intieme en uiterst succesvolle ‘Carrie & Lowell’. Uitwaaierende elektronica geven het album een bijna bombastisch cachet, waar de zachte stem van Sufjan als een sussende winterbries overheen dwarrelt. Uitdaging: kijk tijdens het luisteren van ‘Die happy’ door het raam naar buiten en probeer niet melancholisch te worden. (Quinten)
26 Moses Sumney – Grae
Weinig albums waren dit jaar ambitieuzer dan ‘græ’. Geef het tijd, smeekte Moses Sumney. Hij hielp zelf een handje door zijn opus op te splitsen in twee delen. Slim, want de snelheid van het streamingtijdperk staat haaks op ‘laten bezinken’ en de muziek van Sumney riskeert te overweldigen. Het is niet ongewoon om in één nummer invloeden uit jazz, nu-soul, folk, en artrock te horen. Het is een uiting van de ‘inherent multiplicity’ waar de artiest het over heeft in ‘boxes’, zijn manifest tegen hokjesdenken. Sumney stelt pertinente maatschappelijke vragen, maar het kloppende hart van ‘græ’ is zijn persoonlijke reflectie op identiteit, zelfbehoud en verlangen naar de ander. Neem je tijd, laat het bezinken. (Max)
25 The Strokes – The new abnormal
Na een zevenjarig hiaat vonden Julian Casablancas en de zijnen de tijd rijp voor een wederopstanding. ‘The new abnormal’: bekoorlijk of behoorlijk? De twijfel sloeg reeds toe bij de geloste singles maar kreeg uiteindelijk toch tamelijk dwingend de deur gewezen. Casablancas’ immer charmerende stem (die falsetto!) en lichtbakens als ‘Brooklyn bridge to chorus’ en het afsluitende monument ‘Ode to the mets’ verwijzen het ietwat slordige karakter terecht naar de achtergrond. Geassisteerd door Rick Rubin duiken The Strokes lang uitgesponnen en bij gelegenheid chaotische nummers in. ‘The new abnormal’ toont zich een gecompliceerd werk, waarin de band zichzelf zowel lijkt tegen te komen, te verliezen als terug te vinden. (Sarah)
24 Jessie Ware – What’s your pleasure
Net wanneer je het niet meer verwachtte, vond Jessie Ware zich met ‘What’s your pleasure’ op spectaculaire wijze opnieuw uit. In een strak gecaste constellatie van medewerkers (Kindness! Joseph Mount! James Ford!), kroonde Jessie Ware zich de ster van de dansvloer; de diva die disco afstofte en definitief weer op de kaart zette. Wanneer het in coronatijden niet mogelijk leek om helemaal op te gaan in extase, was de Britse daar met twaalf complexloze stukjes geluk om de druk zacht maar kordaat van de ketel te halen. In een verleidingsspel van onweerstaanbare grooves, pakte Jessie ons in met een ontwapenende kwetsbaarheid en een onbeschroomde intimiteit; twee kwaliteiten die nodig bleken om 2020 te overleven, al was het maar tegenover onszelf. (Thomas)
23 Eefje De Visser – Bitterzoet
Titels met meer dan drie woorden bestaan niet in het universum van Eefje de Visser. Dat ze haar woorden zorgvuldig kiest, hoor je meteen. Ze maakt van haar nummers kleine theaterstukken. Elk nummer heeft zijn eigen filmische verhaal, waardoor je visuele geheugen aan het werk wordt gezet. De Vissers dromerige pop mikt op die verbeelding. Ze combineert haar welgekozen woordenschat met opzwepende elektronica. Die is iets nadrukkelijker aanwezig dan op haar voorgangers. Toch klinkt het eerder als een verfijning dan een totale make-over. De Visser voegt extra stemmen, spanningsbogen en instrumenten toe en breidt zo haar speelse wereld uit tot een kleurrijk universum. ‘Bitterzoet’ is er eentje voor fijnproevers. (Geerhard)
22 Okay Kaya – Watch this liquor pour itself
Middelmatige seks, psychiatrie-opnames en schimmelinfecties: Kaya Wilkins, of gewoon ‘Okay Kaya’, windt er geen doekjes om op haar tweede langspeler. ‘Watch this liquid pour itself’ bevat een bonte verzameling nummertjes die variëren van disco over ambient tot folk, al blijft het geluid steeds beperkt tot Okay Kaya’s slaapkamermuren. De Noors-Amerikaanse strooit in haar twee moedertalen met grappige oneliners die soms een beetje aan de oppervlakte blijven kleven, net zoals haar songs niet overlopen van muzikale complexiteit. Toch is Okay Kaya’s donkere eerlijkheid veelal uiterst amusant, en nestelt haar onmiskenbaar gevoel voor melodie zich snel in je oren. De singer-songwriters warme croon is het extra suikerlaagje op deze dromerige zondagplaat die alledaagse taboes met harmonieuze humor aan diggelen slaat. (Nina)
21 Sevdaliza – Shabrang
De hoes – waarvan ik wenste dat ik het beeld zelf gemaakt had – is de perfecte spoiler voor wat erachter schuil zit. De rekbaarheid van het emotionele spectrum waarop ‘Shabrang’ zich bevindt, is het meest voelbaar tussen de wanhoop van ‘No way’ en het empowerment dat uitgaat van ‘Eden’. De gemene deler die door elk nummer zindert, is echter een soort waarschuwende dreiging waardoor je jezelf soms moet aansporen om je ingehouden adem los te laten. Achterblijven met een bont en blauwe mentale toestand na het beluisteren van ‘Shabrang’ is iets wat je er maar al te graag bij neemt. (Michelle)
20 Against All Logic – 2017-2019
Van de drie albums die Nicolas Jaar dit jaar uitbracht, is die onder zijn Against All Logic-alias met voorsprong de snedigste en de meest dansbare. Uitgebracht in februari, toen het coronavirus nog maar een punchline in enkele memes was, leken enkele nummers hierop voorbestemd te zijn om de clubs in vuur en vlam te zetten. Van die kans werden de tracks op ‘2017 – 2019’ helaas beroofd, maar gelukkig zijn de clubanthems van Jaar sterk genoeg om ook je bureau tijdens het studeren of thuiswerken in een danstempel te veranderen. Het heeft eigenlijk niet veel zin om je dit hier allemaal in woorden uit te leggen, luister gewoon naar de plaat en word verleid door de heerlijke Beyoncé-sample in opener ‘Fantasy’ om te begrijpen hoe onweerstaanbaar dit album is. (Tobias)
19 Khruangbin – Mordechai
Khruangbins derde album ‘Mordechai’ baadt in de gekende sfeer met groovy funk-toetsen uit beide halfronden. Met het verweven van Indiase volksmuziek, Jamaicaanse dub, Congolese gitaren en referenties naar de Zuid-Aziatische muzikale innovaties uit de jaren ’70 en ’80, heeft het trio een album gemaakt dat nog steeds erg soepel en spontaan uit de grond komt. Het is geen gekunstelde poging om alle eclectische invloeden tot perfectie te mengen of weidse kennis van uiteenlopende genres tentoon te stellen. Neen, de muziek glijdt met het grootste gemak tot achter je oren waar niets moet dan achteroverliggen en genieten. (Gertie)
18 Protomartyr – Ultimate success today
‘Ultimate success today’ is de ultieme misleidende word-snel-rijk-slogan. Protomartyr benadert zelf ook het ultieme succes, maar uiteraard bereikt de band het niet. De stilistische postpunkers uit Detroit onder leiding van Joe Casey worstelen met zichzelf en alles rondom hen, en het klinkt nog goed ook. Altijd dreigend, maar het blaffen is erger dan het bijten – dat weet Protomartyr als geen ander. Op ‘Ultimate success today’ beheerst de band ongeëvenaard zowel het grommen als het knauwen. (Jonas VDA)
17 Lianne La Havas – Lianne La Havas
Iedereen die Lianne La Havas ooit al eens live aan het werk zag, zal beamen dat het een van de meest innemende persoonlijkheden is die de muziekwereld vandaag rijk is. Op haar zelfgetitelde plaat slaagt ze er meer dan ooit in om die kant van zichzelf te vertalen. Ze komt hoogstpersoonlijk voorzichtig wiegende heupen eisen met ‘Read my mind’ en slaagt er wonderbaarlijk wel in om de woorden in ‘Please don’t make me cry’ bevrijdend te laten werken indien je wenst om die mee te kwelen. Het voorzichtige ‘Paper thin’ is bijna even geruststellend en helend als een avondje spoonen met je knuffelcontact na een donkere persconferentie op vrijdag. Daarmee ging Lianne La Havas in op de noden die het hoogst waren dit jaar. (Michelle)
16 Porridge Radio – Every bad
“I don’t want to get bitter / I want us to get better / I want us to be kinder to ourselves and to each other” – zo luidt een van de vele memorabele mantra’s die frontvrouw Dana Margolin voordraagt op ‘Every bad’, en waar velen zich ongetwijfeld in herkennen. Doorheen de tracks op hun doorbraak-plaat switcht dit viertal uit Brighton moeiteloos van subtiele naar explosieve rock, waarmee ze een perfect instrumentaal kader neerzetten voor de gekwelde gedachten van Margolin. Hopelijk krijgt Porridge Radio in 2021 effectief de kans om dit album op festivals te spelen, want ‘Every bad’ is het hoorbare bewijs dat er nog steeds frisse gitaarmuziek wordt gemaakt. (Martijn)
15 Charli XCX – How I’m feeling now
Wat begon als een getormenteerde manier om haar creativiteit de vrije loop te laten gaan tussen haar vier muren in een reis tegen een door haar opgestelde deadline, mondde uit in een album waar samenwerking waarschijnlijk één van de sleutelwoorden kunnen worden benoemd. Van de verschillende Zoom-sessies, de beats en productiekunsten van A. G. Cook en BJ Burton tot het uitkiezen van de cover-art; de community rond XCX was ondanks alles nog nooit zo dichtbij. Het album is dé representatie van het angstige verlangen naar een ‘normaal leven’ dat velen hebben gevoeld gedurende de lockdown terwijl XCX eveneens durft vooruit te kijken naar een onzekere toekomst. De teksten staan naast liefdesperikelen, onzekerheden vooral vol met existentiële vraagstukken waarbij haar pop nog zo nooit gedeconstrueerd en angstig heeft geklonken. (Yannick)
14 Eartheater – Phoenix: Flames are dew upon my skin
Hoe meer playlistcultuur de norm wordt, hoe meer het album zich als alternatieve luisterervaring opwerpt. Een straffe collectie nummers zullen we wel consumeren in een afspeellijst, maar geef ons voor die plaat net geluidstapijtjes, overkoepelende concepten, spoken word-intermezzo’s! Hoewel Eartheaters epische en mystieke ‘Phoenix: flames are dew upon my skin’ vooral lof krijgt omwille van haar vernuftig uitgekiende liedjes, keerden we er stiekem steeds weer naar terug voor het zondige, zwartgeblakerde universum. Alex Drewchin meet zich voor haar laatste nieuwe metamorfose de allures aan van een sirene in de vuurzee, met goddelijke zang en weelderige instrumentatie, terwijl haar fantasiewereld zich ontplooit in de krater tussen begin en eind. Kom voor de prachtige avant-ballads, blijf voor hypnotiserend gitaargetokkel, knisperende state-of-the-art soundscapes en moody, doomy melodrama. (Thomas)
13 Oklou – Galore
‘Galore’ is Oklous sluitstuk van een zegevierende reis uit de pop-undergroundscene. Maryloo Mayniel – Franse producer, singer-songwriter en zangeres – bouwt met minimalistische drummachines, synthesizers en andere ‘gevonden’ geluiden een uitgekiende spanningsboog die je mond voor 33 minuten doet openvallen. Dat dit een debuut is, maakt het geheel nog indrukwekkender. De zevenentwintigjarige Française trekt probleemloos een extra dimensie op (de schijnbaar ontsnapte zang uit een gebouw in ‘Little one’ en het subtiel geïntegreerde publieksgejuich in ‘Fall’ bijvoorbeeld) waardoor ze je gewild laat vangen in een verfrissende sonische virtuele realiteit. (Eva)
12 Fiona Apple – Fetch the bolt cutters
Fiona Apple bevrijdde met haar vijfde langspeler niet enkel zichzelf van haar betonnen ketenen, maar schonk ook de muziekwereld een teug frisse lucht – een gegeerd goed in 2020. ‘Fetch the bolt cutters’ beukt als een ritmische pianostorm vol plotse omwentelingen de heersende popmuziek-conventies omver en buldert tegelijk tegen de gewelddadige erfenis van het patriarchaat. Blaffende honden, kreetjes, gefluister en huis-tuin-en-keukenpercussie: de speelsheid van de Amerikaanse klinkt niet alleen creatiever, maar ook rauwer dan ooit tevoren. En al doet haar openhartigheid soms slikken (‘For Her’), we kunnen ook lachen om Apples vernuftige songteksten (‘Under the table’). ‘Fetch the bolt cutters’ is een magistrale plaat vol onuitputtelijke vindingrijkheid die lang, heel lang blijft nazinderen. (Nina)
11 Perfume Genius – Set my heart on fire immediately
Het beeld dat het vijfde album van Mike Hadreas het best samenvat, is de cover van de plaat. Hadreas staat er frontaal op, met ontblootte borst en rechte rug. Zijn blik verraadt vertrouwen, maar ook sérieux en een zekere tristesse. Zijn lichaam is gehavend, maar vol in beeld. Het symboliseert wat dit album is: een perfect gebalanceerd meesterwerk dat schippert tussen authentieke intimiteit en bombastisch geluk. ‘Set my heart on fire immediately’ is een zelfzekere strike, een grandioze krachttoer en een eclatante overwinning voor iedereen die soms moeite heeft om zichzelf te kunnen zijn. (Quinten)