Vanaf vandaag vind je hier al onze eindejaarslijstjes terug tijdens onze jaarlijkse Lijstjestijdhoogmis. In de aanloop daarnaar polsten we alvast bij jullie naar jullie favoriete albums van 2020. Hieronder ontdek je de resultaten, in de loop van de volgende twee weken ontdek je hoe ver we al dan niet van elkaar vervreemd zijn. Je vindt bij elk album ook een stukje van onze recensie van het album.
“‘RTJ4’ is niet alleen een sterk staaltje rap, maar ook muziek. Zijn wij verbaasd? In de verste verte niet. Het amuseert, doet nadenken, onderwijst ons over maatschappelijke thema’s, maakt ons stil. Het duo voegt een home run toe aan hun catalogus van albums. El-P en Killer Mike zijn kunstenaars, schrijvers van proza, poëten en profeten, allemaal in één.”
19 Working Men’s Club – Working Men’s Club
“Net als al degenen die eerder bestempeld werden als “redders van de rock ‘n’ roll” zal ook Working Men’s Club die rol niet uitvoeren. Ze hoeven echter niet onder te doen hun generatiegenoten die ook interessante dingen doen met de platencollectie van hun ouders. Dit debuut is een overtuigende synthese van een band die zich op korte tijd een nieuwe identiteit en sound heeft aangemeten en daar wonderwel mee wegkomt.”
18 Protomartyr – Ultimate succes today
“Alles wringt bij Protomartyr, en het viertal wil niets liever. Ze varen steevast hun eigen koers en lijken met elk album iets subtieler en gelaagder te worden, zonder in te boeten aan hun postpunkattitude. De band doorprikt op een ironische manier holle slogans: ‘Ultimate succes today’ is een utopische boutade. Even absurd (of normaal?) als een worm die in de hemel door vergulde goten glibbert.”
17 Haim – Women in music, pt. III
“‘Women in music, pt.III’ draait om het leren omarmen van jezelf en je eigen wil. Een bijna roekeloos album vol dualiteiten, sterktes en zwaktes, twijfels en zekerheid, zeker een plaat vol persoonlijkheid. Een plaat van Haim voor Haim.”
16 Kelly Lee Owens – Inner song
We horen Kelly Lee Owens op ‘Inner song’ langs haar meest eerlijke kant en dat voel je doorheen de spaarzaam uitgekozen teksten die ze over het album heeft uitgezaaid. Het constante balanceren tussen introspectie en het openlijk uiten van vrijgewonnen emoties lag zelden zo dicht bij elkaar als op dit album.
15 Matt Berninger – Serpentine prison
“‘Serpentine prison’ is een warme maar suffe plaat, en wie hoopt om spanning te vinden in de teksten van Berninger komt bedrogen uit. De man die verantwoordelijk was voor enkele van de beste songteksten van de voorbije twintig jaar vervalt al te vaak in variaties op eerdere schrijfsels. Opener ‘My eyes are t-shirts’ begint nochtans veelbelovend maar daarna vervalt Berninger al te vaak in een doorslagje van zichzelf. “I feel like an impersonation of you / Or am I doin’ another version of you doin’ me?” lijkt daardoor vooral over zichzelf te gaan.”
“‘Folklore’ voelt fris, vooruitstrevend en vooral eerlijk aan. De glanzende productie wordt opzij geschoven voor eenvoudigere, zachtere melodieën en weemoedige teksten. Het is het geluid van een artiest die het gehad heeft met berekende releases en iets anders wilde proberen. Met succes.”
13 Laura Marling – Song for our daughter
‘Song for our daughter’ komt geen dag te vroeg. De wijze, met humor en spitsvondigheid doorspekte woorden van Marling sleuren ons door onzekere tijden. Tegenspoed is onvermijdbaar en en doorzetten essentieel. De logische levenslessen staan genoteerd en dit zalvende album in ons geheugen gegraveerd.
“Met ‘Man alive!’ bouwt, knutselt en prutst King Krule verder aan zijn sonische identiteit. Dit landschap is uniek, maar niet makkelijk begaanbaar. Vooral de tweede helft – na single ‘Alone, omen 3’ – durft onopgemerkt voorbij te vliegen, alsof je ergens onderweg bent beginnen dromen. Dat betekent eigenlijk dat je een slokje water moet nemen, en je aandacht weer bij elkaar moet rapen.”
“Met deze tweede langspeler laten de Limburgers een onuitwisbare indruk op je trommelvlies achter. Weinig bands slagen erin om van in het begin met een direct herkenbare sound te komen, ‘Joni’ bewijst dat Heisa een van die bands is.”
“‘Untitled (Rise)’ is niet alleen een ode aan verdraagzaamheid en het zwart-zijn is, het legt daarnaast heel acuut – maar nooit beoordelend – maatschappelijke groeipijnen bloot en mikt het ook nog eens probleemloos op de benen.”
“Op ‘Saint cloud’ ruilt Waxahatchee de rock in voor country. Er luidt een moedige vocaliste die haar strijd met alcohol vervat in hoopvolle teksten onder onbeduidende streepjes muziek. Jammer genoeg klinkt de plaat in tegenstelling tot eerder werk veelal te braaf en doet de ietwat geforceerde americana-vibe afbraak aan de immens getalenteerde tekstschrijver die Katie Crutchfield ongetwijfeld is.”
8 Lucas Schreel – We are never afraid of getting up every morning
“Niet alles op ‘We’re never afraid’ is per se memorabel, maar minder dan ‘erg goed’ wordt het nooit. Naar het einde toe durven de songs als onafgewerkte ideetjes klinken, iets waar ondergetekende stiekem een zwak voor heeft, en hier en daar duikt zelfs een vermoeden van improvisatie op. Het mooie geheel blijft ten allen tijde interessant voor de actieve luisteraar, maar luistert evengoed weg als herfstige achtergrondmuziek.”
7 Perfume Genius – Set my heart on fire immediately
“Je hoeft niet verder dan de hoes te kijken. Mike Hadreas met zijn borst ontbloot, gehavend in de strijd, maar zichtbaar en vol voor iedereen. De dagen dat hij zich liever achter zijn piano verstopte, liggen ver achter hem. Vandaag schrijdt hij over het podium alsof hij nooit anders gedaan heeft. Hij danste mee in een voorstelling van choreografe Kate Wallich. Als Hadreas zelfs zijn lichaam, ooit nog die “rottende perzik”, kan ombuigen tot een instrument, waar stopt het dan? Die conclusie trek je ook na het beluisteren van ‘Set my heart on fire immediately’. Perfume Genius kan nu alle kanten uit. Wat een overwinning.”
“De elf nummers bewijzen de kracht van Morgalins stem om emoties vast te klinken in muziek. Het tragere ‘Pop song’ lijkt eerst te verdwijnen in het rommelige geheel van ‘Every bad’, maar nagelt ons daarna vast met gebrul en melodische duetten.”
“‘Untitled (Black is)’ is een ode aan zwarte mensen door zwarte mensen en mensen van kleur. Een oase aan helende mantra’s tussen het benoemen van de problemen door. Geen enkele van de twintig nummers voelt daarbij als een overbodige en misbare blinde darm. Elke zachte passage spoken word (‘Black is’ en ‘Us’) en directe boodschap (‘Stop dem’ en ‘Sorry ain’t enough’) lijkt heel gericht gekozen. Cleo Sols stem draagt de teksten met momenten pijnlijk mooi (‘Wildfire’ en ‘Why we cry why we die’) en geeft telkens de juiste lading aan de boodschap. Dat er instrumentaal niet bijster veel vernieuwend gebeurt, gaat voorbij aan de bedoeling van het album. Die wordt misschien het best vanaf gevat in ‘Miracle’, waarin empowerment ondanks alle hindernissen centraal staat. En dat zonder ooit een slachtofferrol over zich te roepen.”
“Doordat ze haar mijmeringen zo goed, kermend, vertaalt naar prachtige melodietjes en gitaartokkels, luistert deze plaat evengoed weg als een weemoedige, veertig minuten durende roes. Maar waardevoller is de plaat wanneer die intensief verkend wordt, als ware het een heuvelachtig tranendal, rijk aan donkere, ontbindende bomen en felgroene kiempjes. Ik heb nog lang niet elke uithoek in kaart kunnen brengen.”
3 Fiona Apple – Fetch the bolt cutters
“Wat Apple zo goed weet over te brengen is de manier hoe los van de emotionele context en buitengewone instrumentatie net zoals haar voorgaande albums wederom een wereld op zich weet te creëren die losstaat van tijd noch ruimte. De ronduit ontroerende vrijgevochten vrijheid en eerlijkheid is om emotioneel van te worden. De manier waarop ze bijna van de daken schreeuwend met een sloophamer in de aanslag die emoties uit, is niet alleen bewonderenswaardig. Het kan een lichtje van hoop vormen voor vrouwen (en mannen) die zich in soortgelijke verhalen kunnen vinden.”
2 Fontaines D.C. – A hero’s death
“Succes brengt twijfels mee. Fontaines D.C. nam met ‘Dogrel’ een vliegende start. Met ‘A hero’s death’ nemen ze wat gas terug. Dat is absoluut geen minpunt, want vertraging voelt vaak intenser. Deze existentiële plaat klinkt wrevelig, maar geloofwaardig. Niet boos, maar teleurgesteld. De band zoekt nooit naar groteske, overdreven gevoelens. Dit album blinkt uit in ingetogenheid: het is de stille, ingehouden woede vanuit de onderbuik die écht weet te raken.”
“Met oprechte eerlijkheid, oog voor detail en productie is ‘Punisher’ een juweel van een plaat geworden. De nummers zijn naar Bridgers’ gewoonte ingetogen, maar de rijke, gevarieerde instrumentatie zorgt telkens voor een verrassende wending. Hoewel het zwartgallige en deprimerende vaak van de nummers lijkt af te stromen biedt Phoebe Bridgers troost met melodieën die je niet onbewogen laten. Degene die dan toch die tweede plaat nodig hadden om te geloven tot wat Bridgers allemaal in staat is, zijn nu alleszins het zwijgen opgelegd.”