Voor één van de betere platen die ons de laatste tijd vanuit Seattle bereikten, tekende het relatief nieuwe La Luz. Op ‘It’s alive’ koppelen de vier dames hun voorkeur voor frisse surfrock aan een geweldig oor voor melodie en een indringende emotionaliteit. Van hun komst naar onze contreien maakten we dan ook dankbaar gebruik om de Amerikaansen uit te nodigen voor een gesprek, waar ze tot onze vreugde graag op ingingen. Nauwelijks anderhalf uur voor hun optreden in het Leuvense STUK komen frontvrouw Shana Cleveland, drumster Marian Li Pino, toetseniste Alice Sandahl en nieuwkomer Lena Simon ontspannen, goedgemutst en uitermate aimabel voor de dag, en hebben het met ons onder meer over dronken toeschouwers, nachtelijke wandelingen langs het park, en mannelijke drummers.
Indiestyle: Jullie treden voor het eerst op in Europa; hoe bevalt de tour tot nog toe?
Cleveland: We hebben het geweldig naar onze zin. Het overtreft onze stoutste verwachtingen, die sowieso al hoog lagen. We zijn heel dankbaar voor de manier waarop organisatoren ons hier behandelen. In Amerika krijg je doorgaans geen maaltijd of slaapplaats aangeboden, terwijl het in Europa eerder regel dan uitzondering lijkt. Een stuk pizza kan er in de VS soms nog vanaf met wat moeite, ook al lokken we ondertussen behoorlijk wat volk. Het heeft vooral te maken met een verschil in mentaliteit.
Li Pino: Die zou ik graag helpen veranderen. We waren net in Manchester waar we terecht kwamen in een soort pension enkel en alleen voor muziekgroepen. Zoiets zie ik me later ook nog wel uitbaten.
Indiestyle: Merk je dat het publiek bekend is met jullie debuut dat vooralsnog enkel in Amerika uitgebracht en gepromoot was?
Sandahl: Zeker, we zien geregeld mensen meezingen. Dat geeft veel voldoening.
Li Pino: Het valt wel op, en vooral in Groot-Brittannië, dat mensen niet zoveel dansen als in de VS. Tijdens de optredens is het voor ons moeilijk uit te maken of onze muziek al dan niet in de smaak valt. Eens we evenwel van het podium komen, loopt de verkoop van albums en shirts erg vlot, en krijgen we een heleboel complimenten.
Cleveland: In ons thuisland gaat het er veel losser en wat wilder aan toe. Er wordt doorgaans uitbundig bewogen en gedanst waarbij de toeschouwers elkaar al eens vastpakken of wat in het rond duwen. Zo’n dingen gebeuren hier niet zo frequent.
Indiestyle: En dat komt niet alleen doordat jullie daar al een zekere status hebben opgebouwd?
Cleveland: Vanzelfsprekend gaat het er nu opgewondener aan toe dan in onze prille begindagen, maar in Zuid-Californië bijvoorbeeld waren onze shows van meet af aan uitermate levendig. Misschien heeft het er ook gewoon mee te maken dat de aanwezigen daar door de band genomen veel dronkener waren.
Indiestyle: Toen het bericht ons eerder dit jaar bereikte dat bassiste Abbey Blackwell de groep haast met onmiddellijke ingang zou verlaten, vreesden we even dat jullie komst daardoor in het gedrang kwam. Jullie lijken echter op heel korte tijd een geschikte vervangster gevonden te hebben.
Cleveland: Voor ons kwam haar vertrek niet echt uit de lucht vallen. Abbey had zodanig veel signalen gegeven, dat we er al een beetje op voorbereid waren. Bovendien waren we er snel uit dat we met Lena wilden spelen, dus dat was een gemakkelijke keuze. We kennen haar al lang, en we moesten niet enorm veel repeteren omdat ze zo veel talent heeft en al vertrouwd was met de nummers.
Li Pino: We waren heel blij toen ze definitief toezegde, zoniet zaten we misschien wel met een probleem.
Simon: Het was een gunstige samenloop van omstandigheden. Ik had deze maanden al vrij gehouden om een aantal concerten met een andere band te spelen, maar toen het voorstel van La Luz kwam, heb ik meteen toegehapt, en ben ik daar opgestapt.
Indiestyle: Kathleen Hanna maakt momenteel een comeback met The Julie Ruin. In de aan haar gewijde documentaire ‘The punk singer’ zegt ze op een bepaald ogenblik dat het heden ten dage veel makkelijker is voor vrouwen om in een band te zitten dan in haar Bikini Kill-jaren. Worden jullie soms nog geconfronteerd met problemen waar mannen geen last van hebben?
Cleveland: Mij schiet zo niet onmiddellijk iets te binnen. Hoewel seksisme uiteraard nog bestaat, heb ik niet het gevoel dat we daar als muziekgroep specifiek last van hebben. De Riot Grrrl beweging heeft echt veel teweeg gebracht. Ze hebben het pad geëffend zodat een all female band niet meer per definitie als een rariteit wordt aanzien. Toch krijgen we nog dikwijls de vraag voorgeschoteld hoe het is om in een groep met alleen vrouwen te zitten, wat we toch een vreemde opmerking vinden.
Simon: Waarschijnlijk is het net hetzelfde als voor mannen om in een all male band te zitten.
Indiestyle: Vermoedelijk heeft het ook voordelen?
Cleveland: Ja, er zijn mensen die dat gegeven op zich heel speciaal vinden waardoor je makkelijker hun aandacht trekt, maar er zijn er evengoed die ons gewoon op die basis al op voorhand af serveren. Het gaat wat twee richtingen uit. Ieder heeft zijn eigen smaak, al dan niet gebaseerd op een aantal vooroordelen.
Indiestyle: Denk je dat het bijvoorbeeld voor een man die technisch een gelijkaardig hoog niveau haalt als Marian even vanzelfsprekend is om zich volledig ten dienste te stellen van het totaalgeluid en de song, of speelt het aspect competitie daar toch een grotere rol?
Li Pino: Iemand heeft al eens zoiets tegen mij gezegd, en dat mijn female touch genoemd. Eigenlijk is dat gewoon wat ik wil als muzikant. Voor mij is dat louter een kwestie van gezond verstand. Nu ja, wie weet is dat dan weer typisch vrouwelijk.
Cleveland: Het is uiteraard ook een stereotypisch beeld van mannen dat ze luider willen zijn dan al de rest. Sommige kenmerken worden nu eenmaal doorgaans geassocieerd met één van beide geslachten.
Indiestyle: We houden uiteraard van ieders afzonderlijke spel in de groep, en de manier hoe alles tot een geheel wordt gesmeed, maar wat La Luz voor ons helemaal geweldig maakt is de finale afwerking door de krachtige lyrics die alles op zijn plaats laten vallen en een extra dimensie toevoegen. Terwijl ze wat aan de minimalistische kant zijn, gaat er toch een enorme zeggingskracht vanuit en wordt tegelijkertijd veel aan de verbeelding van de luisteraar overgelaten. Werk je daar bewust naar toe?
Cleveland: Beslist wel; mijn favoriete kunstuitingen in elke discipline zijn deze die mij niet exact voorschrijven hoe ik me moet voelen. Ze laten alles open genoeg, en creëren een impressie van een gevoel of atmosfeer terwijl ze toch voldoende plaats laten voor mezelf om er mijn persoonlijke omstandigheden en situatie in te verwerken. Ik probeer altijd alles een beetje vaag te houden, zonder te algemeen of clichématig voor de dag te komen.
Indiestyle: De thematiek van het sinistere titelnummer ‘It’s alive’ intrigeerde ons lang mateloos tot we ergens op een concrete aanleiding voor de tekst stuitten. Is dat een verhaal dat je nog eens wil meegeven of houd je het ondertussen toch liever een mysterie ?
Cleveland: Ik heb er niets op tegen. Die song gaat over veel verschillende dingen, waardoor er nog steeds ruimte voor interpretatie is. Al heeft één specifiek voorval wel een grote invloed uitgeoefend: Een tijdje terug wandelde ik door een heel donkere straat en drong zich een gevoel van naderend onheil op. Op een bepaalde manier hing er gevaar in de lucht, ook al passeerde ik die plek al talloze keren eerder. Ik was op zoek naar een bushalte die ik niet kon vinden en rechts van mij gaapte de enorme duisternis van een groot onverlicht park. Ineens begon ik uit die richting een herhaald, akelig overkomend kattengemiauw te horen. Het geluid kwam steeds dichterbij en nam in frequentie toe. Plotseling realiseerde ik mij dat het niet afkomstig was van een kat maar van menselijke oorsprong moest zijn. Eens dat besef was doorgedrongen, zette ik het instinctief op een lopen.
Li Pino: In jouw plaats had ik proberen uit te vissen waar dat allemaal om draaide.
Cleveland: Van mij mag dat een raadsel blijven.
Indiestyle: La Luz vond al snel onderdak bij het Hardly Art label dat een subdivisie is van Sub Pop die dan weer aan Warner geaffilieerd zijn. Hebben jullie ergens de ambitie om het hele rijtje af te gaan?
Cleveland: Hoewel we best wel veel ambities hebben, vulden we die voor onszelf nog niet concreet in. Hardly Art en Sub Pop zijn tot nu toe echt geweldig geweest voor ons. Het is fijn dat onze platenfirma in dezelfde stad gehuisvest is als wijzelf. Zo is het mogelijk een persoonlijke relatie op te bouwen met de medewerkers. Op een major label te zitten trekt mij trouwens persoonlijk helemaal niet aan. We zijn tevreden met de huidige situatie, al zeggen we niet neen tegen wat meer inkomsten.
Sandahl: Eigenlijk hebben we nu aan de groep een full time job die maar deeltijds betaald wordt.
Cleveland: Ik heb momenteel geen ander werk, maar ik weet niet hoelang dat doenbaar blijft. Mijn levensstandaard ligt immers extreem laag, lager dan eigenlijk zou kunnen. Dat wil ik zeker niet voor de rest van mijn leven volhouden. Hopelijk kunnen we met La Luz dus wat doorgroeien en iets meer verdienen.
Indiestyle: Tot hiertoe ging alles redelijk vlot. Vlak na de oprichting kwamen jullie al naar buiten met de ‘Damp face’ ep, en ook die eerste langspeler was snel een feit. Zijn er momenteel al plannen voor een nieuw album?
Cleveland: We hebben reeds een deel nieuw materiaal klaar, en hopen aan een opvolger te kunnen beginnen van zodra we na het toeren huiswaarts keren. Dat zou dan ongeveer tegen de zomer zijn.
Indiestyle: Veel succes!
La Luz live aan het werk zien kan binnenkort onder andere in Oostende (Instant Karma, 19.04, info & tickets).