Als je uit het klassement van de Ronde van Frankrijk in 1999 alle dopingzondaars zou schrappen, dan zou onze landgenoot Kurt Van de Wouwer op het podium beland zijn. Op z’n kousenvoeten naar de elfde plek en eigenlijk zelfs niet minder dan de tegenstand. Zo kan je Foals misschien ook een beetje omschrijven: in onze ogen moeten de ongekroonde koningen van de mathrock niet onderdoen voor vele generatiegenoten, maar toch moet in hun achtste levensjaar de Grote Doorbraak er nog altijd komen. Gesmaakte passages op onder meer Pukkelpop, Dour en de Botanique ten spijt. Op hun twee eerste platen staan enkele spijkerbommen van jewelste. Tegelijkertijd verdrinkt het vijftal af en toe in hun eigen overgave. Hun derde langspeler ‘Holy Fire’ is regelmatiger en lijkt gemaakt om deze band de beslissende “push” voorwaarts te kunnen geven. Genoeg stof voor een telefoongesprekje met drummer Jack Bevan over de boeiende periode die Foals te wachten staat.
Indiestyle: Good evening Jack, hoe gaat het ermee?
Jack Bevan: Geweldig. We zijn nog maar pas aan de nieuwe tournee begonnen, en het is ontzettend spannend om de nieuwe songs voor het eerst live te kunnen spelen. Het doet deugd om terug de baan op te kunnen. Het leven op toer is zo verschillend in vergelijking met de jaren die we gewoon thuis of in de studio doorbrachten. De reactie die we op de nieuwe songs kregen is bijzonder overweldigend en we hebben allemaal het gevoel dat dit album een grote sprong vooruit voor de band is.
‘Inhaler’ had normaal zelfs niet op de CD gestaan
Indiestyle: Afgezien van de prelude start ‘Holy Fire’ met twee kanjers van nummers: stevigere anthems dan ‘Inhaler’ en ‘My Number’, meteen ook de twee eerste singles, kan je moeilijk bedenken. Was het de bedoeling om de luisteraar meteen bij de keel te grijpen?
Jack: Eerlijk? Daar waren we totaal niet mee bezig, bij het schrijven en opnemen wisten we ook nog niet dat die songs de eerste singles van de plaat zouden worden. ‘Inhaler’ had normaal zelfs niet op de CD gestaan. Dat hebben we pas op het laatste moment beslist. Het klopt absoluut dat die twee nummers het perfecte begin van het album vormen. Alles komt op het juiste moment samen, het maakt een mooi geheel van de plaat. Zo ook de tragere afsluiters, ‘Stepson’ en ‘Moon’. Dat zijn de meest fragiele dingen die we ooit gemaakt hebben. Die liedjes nemen Yannis (Philippakis, zang, red.) en Jimmy (Smith, gitaar, red.) trouwens solo voor hun rekening, en het resultaat vinden we echt geslaagd. Als ik niet oppas zit ik straks zonder job (lacht).
Foto Steve Gullick
Indiestyle: Denk je dat ‘Holy Fire’ een cruciaal album voor de band is? ’t Is de derde plaat, heb je een nu-of-nooit-gevoel?
Jack: We zullen onszelf nooit dergelijke ultimatums opleggen. We proberen gewoon de best mogelijke muziek te maken, en ik kan absoluut zeggen dat we bijzonder trots zijn op het resultaat dat we nu hebben afgeleverd. We hebben daar evenwel nooit een make-or-break-gevoel bij. Om het cru te zeggen: ons maakt het niet uit hoeveel mensen er naar luisteren, zolang wij er maar tevreden mee zijn.
Al is het natuurlijk wel deugddoend om vast te stellen dat de songs het goed doen, dat we een steeds bredere fanbasis krijgen.
Indiestyle: Toch zijn jullie altijd een beetje outsiders geweest in het Britse muziekwereldje. Andere bands hebben altijd meer naam en faam gehad dan jullie. Hoop je daar nu verandering in te brengen?
Jack: Ach, eigenlijk is dat niet zo slecht voor ons. We zijn altijd bespaard gebleven van zware druk die andere bands misschien kapot gemaakt heeft. Onze progressie heeft zich langzaam doorgezet, maar er is wel vooruitgang. Dat is het belangrijkste, en als ik zie wat voor trouwe fanbasis we op acht jaar tijd hebben verzameld, dan kunnen we daar enkel trots op zijn.
We wilden bewijzen dat we geen party-indie-disco-band zijn
Indiestyle: Yannis noemde jullie vorige ‘Total Live Forever’ in een interview “een introverte plaat”. Is deze ‘Holy Fire’ dan een meer in-your-face-album geworden?
Jack: Het is vooral zo dat de teksten van Yannis nu veel directer en persoonlijker zijn. Onze vorige CD’s bevatten telkens veel metaforen en beelden, dat hoor je nu minder.
Het is absoluut zo dat onze albums in zekere zin een reactie zijn op de voorgaande. Bij ‘Antidotes’ (hun debuut, red.) waren we jong, onervaren en speelden we heel snel. Voor ‘Total Life Forever’ wilden we bewijzen dat we geen party-indie-disco-band zijn. Dus die was inderdaad introverter, een tikkeltje trager en dieper. Ik denk dat ‘Holy Fire’ de betere elementen van onze vorige twee platen combineert. Het is delicater, alleszins: je hebt zeer directe nummers als ‘My Number’, maar de laatste twee liedjes bijvoorbeeld refereren waarschijnlijk meer naar ‘Total Life Forever’ dan naar ‘Antidotes’.
Indiestyle: Voor ‘Holy Fire’ hebben jullie twee producers in dienst genomen, Flood en Alain Moulder. Waarom twee, en waarom die twee?
Jack: Die twee hebben vroeger al vaak samengewerkt. Ze zaten samen achter de knopjes bij onder meer ‘Melon Collie and the Infinite Sadness’ van The Smashing Pumpkins, maar het was intussen al een jaar of zeven geleden dat ze nog eens samenwerkten. Voor ons was het bijna vanzelfsprekend om hen samen aan deze job te zetten, het zijn twee producers waar we het volste vertrouwen in hebben.
Foto Steve Gullick
Indiestyle: Foals heeft de reputatie om nogal wantrouwig te zijn tegenover producers die wijzigingen doorvoeren in de muziek. Hoe liep de samenwerking dit keer?
Jack: Het klopt dat we altijd veel controle zelf willen behouden. Het is moeilijk om de muziek die je zelf van nul hebt opgebouwd, uit handen te geven. Met Moulder en Flood ging dat echter probleemloos. Ze hebben nooit hun wil aan ons opgedrongen, en hun tips waren bijzonder nuttig. Dan is het ook makkelijker om daar gehoor aan te geven. Ze hebben bijvoorbeeld heel wat gesleuteld aan ‘Stepson’: dat klonk aanvankelijk veel grootser, maar hun suggestie om het meer stripped back op te nemen is een goede keuze geweest. Anderzijds is pakweg ‘Inhaler’ ongeveer identiek opgenomen in vergelijking met toen we de song geschreven hebben. Toch slagen Flood en Moulder om het met hun productie zo’n grootse, imponerende sound mee te geven.
Indiestyle: Jullie klinken wel vaker zo episch en larger-than-life. Hebben jullie een voorkeur voor dat bombastische?
Jack: Op een podium komt dit zeker beter over. Vooraf kunnen we dat niet altijd goed voorspellen, dat wordt pas duidelijk als je ze live brengt. Het klopt dus wel dat we vaak naar dat bombastische neigen, al is dat niet iets wat we echt voor ogen hebben. Misschien dat we ooit wel in grote stadions en arena’s willen spelen, want die muziek past daar wel bij. We hebben dat daarentegen zeker niet in gedachten als we schrijven. Er zijn wel al meer mensen die zoiets voorspeld hebben, hoewel het niet meteen het grote doel is voor de band. Integendeel: binnenkort toeren we nog door het Verenigd Koninkrijk in kleine zaaltjes, met een capaciteit van maximum 200 mensen. Dat zijn vaak de beste shows.
Indiestyle: Welke nieuwe songs worden het beste onthaald tijdens de optredens?
Jack: Vooral de singles, ‘Inhaler’ en ‘My Number’. De respons die we tijdens het refrein van ‘Inhaler’ al hebben kunnen ervaren, was echt indrukwekkend. Dus ja, het zijn wel die meer epische nummers die het live erg goed blijken te doen.
Op een vrijdagavond mag je altijd wat meer verwachten
Indiestyle: Dat belooft voor jullie optredens in de Ancienne Belgique en Paradiso volgende week. Wat mogen we verwachten?
Jack: Het wordt top. We zijn nu al vier à vijf keer in België geweest, en die optredens waren altijd dik in orde. Bovendien is het een vrijdagavond, en dan mag je altijd wat meer verwachten. Het optreden wordt een mix van oude en nieuwe songs, en we brengen ook een imponerende lichtshow mee.
Indiestyle: Niet zo lang geleden waren jullie nog eens in België: jullie draaiden op oudejaarsavond op een fuif in Brussel. Ik was er zelf bij: een bijzonder elektronisch getinte set. Zo’n eclectische smaak, jongens?
Jack: Ja, we luisteren naar alle soorten muziek. In onze deejaysets steken we vooral house en techno. Die muziek past gewoon beter bij clubs, vind ik. Met zo van die “indie rock nights” kom je nog wel weg, maar geef mij toch maar house en dat soort dingen als ik uitga. Ik wil gewoon dansen, en aangezien ik niet kan dansen en house makkelijker is om op te dansen, is de keuze snel gemaakt (lacht).
Indiestyle: Stel dat je dan je eigen festival line-up mag samenstellen, krijgen we dan alleen rockbands te zien of mag er ook aardig gedanst worden?
Jack: Laten we zeggen, bands tot middernacht en daarna mogen deejays het overnemen. En Radiohead of Arcade Fire mogen headlinen, met Foals in het voorprogramma.
Foals speelt binnenkort in de AB in Brussel (15.03, info & tickets), Paradiso in Amsterdam (16.03, info & tickets) en L’Aeronef in Lille (26.03, info & tickets).
Verdeeld door Warner Music