Op een verrassend zonnige herfstnamiddag treffen we Nico Kennes op het terras van café Sport in Leuven. De frontman van kersverse band Barely Autumn nipt in de schaduw van Het Depot met pretoogjes van zijn ijsgekoelde water terwijl hij vol trots complimenten ontvangt over zijn pas verschenen debuutalbum. Of hoe ambitieus en bescheiden hand in hand kunnen gaan. (foto: Lara Gasparotto)
Op 29 september kwam je zelfgetitelde debuutplaat uit. Is het toeval dat het toen nog maar amper herfst was?
(lacht). Niet helemaal, maar het was ergens ook wel gewoon een logisch moment. Twee jaar geleden trok ik me tijdens de herfst terug in een studio in STUK om de nummers te schrijven. Vorig jaar werd het album opgenomen tijdens de herfst. Daarna moest er nog veel gebeuren, denk aan het mixen, masteren en artwork. Nu, een jaar later, is het totaalplaatje klaar: wel toepasselijk, eigenlijk. Sowieso is het een herfstplaat geworden.
Het masteren gebeurde in Engeland.
Klopt, bij John Davis. Die man heeft ook Nick Cave en U2 gedaan!
Hoe kwam je bij hem terecht?
Ik las ooit een interview met hem op het internet, en zijn aanpak stond me heel erg aan. Hij vindt het bijvoorbeeld erg belangrijk dat de artiest naast hem zit, zodat er veel dynamiek is. Voor iemand die met zo’n grote namen gewerkt heeft, vond ik dat heel nederig. Hij werkt echt in functie van de artiest. En over zijn technische capaciteiten bestaat natuurlijk geen twijfel.
Was je niet verrast dat Davis de eerste plaat van een beginnende, Vlaamse artiest wou masteren?
Jep. Hij was de allereerste op mijn lijstje, dus ik mailde hem zonder al te veel hoop. Tot mijn verbazing kreeg ik twee weken later een mail terug met de data waarop hij vrij was.
De ingetogen sound van Barely Autumn staat lijnrecht tegenover Mosquito, je voormalige band.
Absoluut. Bij Mosquito – en enkele andere noiserockbands – was ik drummer. Toen die projecten stilvielen had ik plots meer tijd om aan de slag te gaan met ideetjes die ik al heel lang meedraag.
Maak je met Barely Autumn de muziek die je het liefst maakt?
(denkt na). Het zat alleszins al lang in mij, en kreeg nu pas de kans om tot uiting te komen.
In tegenstelling tot bij je vorige band schrijf je nu je songs volledig zelf, de band draait om jou.
Inderdaad, en dat is niet altijd evident. Wanneer ik een song introduceer binnen de groep, heb ik de neiging om beschermend op te treden. Ik ben zelf drummer, dus meestal heb ik bijvoorbeeld al een idee over hoe de drumlijn zou kunnen klinken. Natuurlijk is het ook verrijkend om ideeën van de andere muzikanten te horen. Ik hoop dat ik in de toekomst nog iets meer durf loslaten.
Je koost voor het Leuvense platenlabel Zeal, dat dankzij artiesten als Isbells, Marble Sounds en Mad about Mountains veel ervaring heeft met ingetogen folk. Heeft dat je keuze beïnvloed?
Natuurlijk! Binnen België zijn er weinig labels die zo gepassioneerd bezig zijn met het genre dat ik maak.
Je opent je album met de zanglijn ‘All my heroes are dead’. De grote namen binnen jouw genre zijn grotendeels verleden tijd en hebben zo’n heldenstatus verworven, dat het als nieuwe artiest moeilijk is om relevant te blijven. Hoe tracht jij je te onderscheiden van de rest?
Dat is een moeilijke vraag. Ik begin nooit te schrijven met de bedoeling iets wereldschokkends te maken. Er zijn al genoeg artiesten die dat doen, en die dat wellicht beter doen dan wij. Het is heel goed dat zulke mensen er zijn, maar het is niet de ambitie van Barely Autumn. Het werkt eerder omgekeerd: ik vertrek van heel dicht bij mezelf. Ik stel mezelf de vraag: “wat wil ik maken?”, en dan doe ik dat gewoon.
Oprechtheid werkt uiteraard ook bij het publiek. De muziek die je maakt klinkt dan ook erg autobiografisch.
Dat is ze ook. Naast de muziek staan ook de teksten erg dicht bij mij. Soms ligt het er dik op, soms is het meer gecamoufleerd; maar voor mij is het altijd duidelijk waar de songs over gaan.
Je speelde vorig jaar in een uitverkochte AB als voorprogramma van Sophia.
Het (voorlopige) muzikale hoogtepunt uit mijn leven. We waren toen nog maar twee maanden aan het samenspelen en misschien zouden we muzikaal vandaag iets strakker klinken, maar wauw. Toen ik het aanbod kreeg sliep ik een week niet. Sophia is dan ook een van mijn grote voorbeelden.
Je muziek werd gebruikt in tv-serie ‘De Ridder’ en je speelde op het startfeest van STUK en als voorprogramma van Sophia. Het lijkt alsof je op korte tijd veel connecties gemaakt hebt.
Vroeger vond ik “netwerken” een vies woord. Ik besef hoe langer hoe meer dat het noodzakelijk is en trouwens ook gewoon leuk kan zijn. Je kan veel leren van mensen die met hetzelfde bezig zijn als jij. Het is ook handig dat ik ook tijdens mijn dagelijkse job bij Kunstenpunt met de muziekwereld in aanraking kom.
Wat is je functie daar?
Ik vertegenwoordig Vlaamse bands die naar het buitenland gaan, denk aan Millionaire of WWWater. Deze week gaan we bijvoorbeeld naar Parijs, waar een showcasefestival plaatsvindt met tien Belgische groepen.
Je hebt als Leuvenaar het voordeel dat de Leuvense muziekscene veel compacter is dan pakweg die van Brussel, waar je sinds twee jaar woont. Je speelde al in STUK en binnenkort treed je aan in nieuwe zaal La Conserve. We weten allebei wat je volgende Leuvense stap is.
(glimlacht en kijkt op naar de uit beton gesneden letters die ‘Het Depot’ vormen). Laat ons hopen.
Barely Autumn speelt de komende week heel wat shows over het ganse land. Vanavond kan je hem aan het werk zien in Café Café (Hasselt), en alle andere speeldata vind je op zijn Facebook-pagina.