De Belgische muziekbodem zit vol talent, maar niet altijd komen die ruwe diamantjes meteen terecht bij het publiek dat ze verdienen. Voor het vijfde jaar al intussen bundelen we met Verse Vangst wekelijks nieuwe Belgische releases die je misschien over het hoofd zag, maar het beluisteren meer dan waard zijn. Dit keer doken we éxtra diep, en komen terug met 15 songs die een welkome quarantaine-verlichting bieden. Support your local scene!
Je kan alles ook handig beluisteren in onderstaande Spotify-lijst. Klik, lees, luister, volg, enjoy!
Wie z’n bands een beetje kent, weet dat Lander Gyselinck continu speelt met de fluïditeit van genres en muzikale grenzen. Vaker wel dan niet implementeert hij als drummer een dosis elektronische klanken in z’n spel – een voorliefde die zelfs werd verheven tot een doctoraat aan het Gentse KASK. Daar onderzoekt Lander sinds 2016 ‘the design and construction of electronic music’, en creëert hij eigen composities aan de hand van louter drums en een reeks aanverwante ‘akoestische’ geluiden.
Voor de volledige (interessante!) uitleg moeten we je doorverwijzen naar z’n Instagram, maar dat hij dat nieuwe project Hihats In Trees doopte en zonet met ‘Kalimero John’ als eerste single naar buiten kwam, wilde je allicht graag nog weten. Het ritmische kleinood balanceert tussen hiphop- en breakbeats en fuseert grillige percussie met laagjes kleurrijke exotica, subtiel gestut door dreunend diepe bassen. Een full album staat al gepland begin mei, buckle up! (Gilles)
In ‘Harbor me’ hoor je van alles en nog wat, gaande van The XX tot Feist, maar vooral toch Audri. Het nummer is een slimme mix van pop en electronica die de zachte maar krachtige stem van Marijke Maes goed etaleert. Audi gaat tegenwoordig overal over de tongen en dankzij dit nummer weten we waarom. (Eva Schalbroek)
Mochten Marc Van Ranst en alle mogelijke openbare omroepen het nog niet duidelijk genoeg gemaakt hebben, dan is DIRK. hier om de algemene maatregel er nog eens goed in te peperen. “Blijf in uw kot, ik weet dat het lastig is” luidt het bericht van de Gentenaren en daarmee steekt ze iedere arme ziel die gequarantaineerd is een hart onder de riem. Met de lyric “I just saw a guy grabbing all the toilet paper and run. What?” geven ze ook nog eens een goede sneer naar de hamsteraars onder ons. We kunnen alleen maar tevreden zijn dat de frustraties die velen onder ons voelen in deze woelige periode, in songvorm werden gegoten. Deze single omvat gezond verstand omhuld in een jasje van de woeste noiserock die we van DIRK. gewend zijn. Als de boodschap nu nog niet glashelder is, dan zal het dat nooit zijn. (Louis Van Keymeulen)
Met debuut-ep ‘The spiders we caught’ toonde Sunflower al dat hun post-punk evengoed richting dreampop en shoegaze kon afglijden, en exact een jaar na die release lijkt de Brugse band nog steeds graag buiten bestaande lijnen te kleuren. ‘Your potential’ (de helft van dubbelsingle ‘Ordinary Feelings’, die nu vrijdag verschijnt) laat een stevige lading melancholie geen seconde verslappen – de verdienste van die doorleefde vocal van Brent De Wulf – maar tegelijk blijft de uitgesponnen song nergens eentonig: drums wiegen op een kordaat tempo, een verstrengeld gitaarspel tilt z’n melodieën naar etherische sferen én de backingvocals zetten zich subtiel op de voorgrond. (Gilles)
Sinds die heuse revival is het een hele klus geworden om er als post-punkband nog bovenuit te springen. Zo bijster origineel is Partisan met ‘I Believe in You’ niet hoor, maar het spaarzame refrein – dat eerder als een bridge klinkt – heeft iets erg tijdloos en innemend. (Frederik Jacobs)
Eindelijk bestaat er een hymne dat het antoniem genoemd mag worden van U2’s ‘Beautiful day’. Met ‘Shit day’ brengt The K. een scheurende, ruige alarmtoon voor ieder die weet dat er een kutdag zit aan te komen. Perfect om de eerste frustraties weg te schudden. Qua sound past de groep aardig in het rijtje met artiesten zoals IDLES, Girl Band en Cocaine Piss. Punkmuziek, weliswaar met een noiserock-invloed, maakt haar terugkeer. The K neemt het voortouw en brengt ons terug naar de dagen waar we uitbundig genoten van bands zoals Sonic Youth en dergelijke. In april brengt de band zijn derde album ‘Amputate corporate art’ uit: met deze single is de basis alvast gelegd. (Louis)
In deze zorgvuldig uit elkaar gevezen banger van producer en rapper Ashley Morgan wordt geklaagd en geroepen, hoor je overal en nergens subtiele details en lijkt iemand te pas en te onpas met een houten lepel op een stalen deksel te slaan. Kortom: de chaos die we momenteel allemaal een beetje missen. (Frederik)
Wanneer je je band Sweats doopt en debuteert met een single die ‘Moist’ heet, kan het allemaal niet al te proper meer klinken. Exact ook wat dit female fronted viertal met hun heavy oestrogen-fueled beats wil: de hijgende electropunk die de track ongeveer vanaf seconde twaalf rondspuit, krijgt dankzij die sidderende synths en beukende beats een loom rave-randje mee en wordt tegelijk kordaat in het gareel gehouden door de zowaar nog dreigendere vocals van Lotte Lauwers, Stien Bovijn en Kaat Schiltz. Snel meer van die vochtigheid, graag! (Gilles)
Tijdens de eerste seconden van ‘Ice cream’ denk je: weer zo een bende patsers die gewoon luid op hun gitaar spelen, roepen en potsierlijk headbangen. Maar dan hoor je die gekke beat en lyrics en merk je plots hoe het hele nummer doorspekt is met slimme ironie. Met een gevat en aanstekelijk nummer dat wat op vroege Arctic Monkeys lijkt, doen CasseCouilles je steevast grijnzen. (Eva)
Amper een half jaar geleden moest haar debuutsingle nog uitkomen, niet veel later was ze al niet meer weg te slaan uit ‘to watch’-lijstjes van media allerhande en ondertussen stapelden de miljoenen streams voor ‘Dilemme’ zich vlotjes op. Met tweede worp ‘Tout est gore’ sprong StuBru al even mee op de kar, maar Lous and the Yakuza kreeg tot hiertoe in Vlaanderen nog niet al te veel voet aan de grond. Brengt ‘Solo’ daar verandering in? De trapbeats laat de Brusselse dit keer alvast thuis, haar lenige lyrics en innemende stemgeluid drapeert ze des te doordachter over die mellow soulpop. (Gilles)
Goede post-rock heeft geen vocals nodig om emoties over te brengen. Met scheurende, maar meticuleuze stoner-achtige gitaarriffs en een goeie portie reverb straalt ‘Tropic of nothing’ evenveel energie uit als de meest getalenteerde songwriters. Het is een trip van acht minuten waar harde en luide segmenten afgewisseld worden door subtiele, donkere stukken. De single heeft veel om het lijf en blinkt uit in haar herbeluisterbaarheid. Net zoals meerdere leessessies van een boek, valt er altijd iets nieuws te ontdekken. MANTIS brengt in oktober een album uit en we kunnen alleen maar hopen op meer van hetzelfde. (Louis)
Begin december werd ‘Got it so’ nog tot laatste single uit Ndugu’s eerste ep verheven (inclusief première bij yours truly), maar intussen blikt de groep alweer vooruit op dat aankomende debuutalbum: dit laidback ‘YLLS’ werd daaruit onlangs als proevertje gedropt. Owen Weston laat z’n Gentse gezelschap iets verder weg grooven van dat intiemere klankenpalet van weleer, al blijft hun hiphop uiteraard trouw aan hun akoestische, uitgepuurde fundamenten. Owen en Kunde goochelen kort met rake rhymes, al zijn het toch vooral die zwierige, meerstemmige vocalen die de eerste lentezon net iets warmer maken. (Gilles)
Dat de basstem van Fenne Kuppens (Whispering Sons) goed past onder post-punk gitaarriffs, dat wisten we al. De impact die ze op een bombastische, core-achtige beat kan hebben echter, is totaal nieuw voor ons – maar dankzij Juul Verschraegen (die je misschien ook kent van z’n andere project épong) een erg geslaagd gegeven. De mix van beide elementen zorgt voor een gevoel alsof Kuppens je bij de keel pakt en een macaber gedicht voordraagt. Aan de lyrics te horen geschreeuw van een depressieve, lege ziel in een materialistische samenleving. De song maakt deel uit van de soundtrack voor ‘Burn out one’ van Rik Chaubet: die kortfilm beschrijft een superheld die de verantwoordelijkheid van zijn krachten amper kan dragen. ‘Discosok’ beaamt dat sentiment en dient als een treffend voorsmaakje. (Louis)
De titel verraadt het al: Sergeant draait om moeilijkdoenerij. Daar is niks mis mee, als het eindresultaat maar goed is – ‘Kid A’ was ook moeilijkdoenerij, weet u wel. Ferre Marnef (ex-Soldier’s Heart) en co. stellen niet teleur: hun derde single is dromerig en trippy – die percussie! – en heeft wellicht ook een goede boodschap. Op dat laatste zal ik me volgende luisterbeurt focussen, beloofd. (Frederik)
Nog steeds geen idee op welke heilige grond JH Tijl in Diest eigenlijk gebouwd is, maar de resem bands die valt terug te leiden naar die lawaaierige habitat, spreekt intussen boekdelen. Double Veterans, Stoop Kid, Ero Guro en Coma Commander kende je al, sinds oktober vorig jaar loopt Dennis er rond als nieuwste telg. Met debuutsingle ‘Weekend’ zoekt het trio de raakvlakken op tussen slackerpop en grungy garage, om dan snel zelf snel door te hebben dat die eigenlijk niet érg dicht bij elkaar liggen. Laat dat de band allerminst tegenhouden om hun rammelrock van een nonchalante scheut emotie én de obligatoire catchiness te voorzien – te klasseren tussen WAVVES en Black Lips. (Gilles)