We schreven het in 2014 en 2015 al, hiphop is groot geworden in onze contreien. Dat betekent echter niet dat het genre al z’n weerhaken verloren heeft. Zoals het hoort zorgt hiphop nog steeds voor ophef binnen en buiten de muziekwereld. Aan al diegenen die vinden dat het vroeger beter was, dat al die autotune een verkrachting van muziek is of dat rappers geen boodschap kunnen overbrengen: blijf lekker in je ivoren toren.
Nu dit even uit ons systeem is, kunnen we beginnen aan al het schoons dat rappers en producers dit jaar voortbrachten. Op internationaal vlak vallen er weinig grote trends te noteren. Als er één ding opvalt, dan is het wel de rijkdom die er binnen alle subcategorieën voor het rapen lag. Veel grote namen brachten albums uit, maar ook jonge rappers claimen hun plaats aan het firmament. Beginnend met die A-listers: meerdere bladzijden kunnen volgeschreven worden over Kanye Wests ‘The life of Pablo’. Zowel zijn recente opname in het ziekenhuis, als de plaat zelf kunnen veel zeggen over zijn persoon. Yeezy slaagde er echter zowaar opnieuw in om een van de belangrijkste albums van het jaar af te leveren. Geen mens die het nadoet om gospelinvloeden te vermengen met lines over coïtus met Taylor Swift, en daarbij op zijn dooie gemak het albumformaat eventjes helemaal te veranderen. TLOP is echt een plaat voor muziekliefhebbers uit alle categorieën.
Zo ruw het allemaal was bij Kanye, zo glad klonk het bij Drake. Commercieel gezien scoorde ‘Views’ enorm goed, maar muzikaal bleven we eerder op onze honger zitten. Op enkele dansbare nummers (‘Controlla’, ‘One dance’ en ‘Too good’) na, wordt Drake meer en meer een wandelende meme. Het album klokt af op 1 uur en 22 minuten, en dat zijn er minstens 30 teveel. Geef ons dan maar de output van ‘Grammys’-collaborator Future. In vergelijking met andere jaren hield hij zich wat in. Slechts één album en een mixtape kregen we voorgeschoteld, maar toch leek het alsof de rapper overal was. ‘Purple reign’ mixt donkere emoties met harde trap, met als hoogtepunt het titelnummer. ‘EVOL’ klinkt gepolijster, maar absoluut niet glad. Ook hier komen onderwerpen als escapistisch druggebruik prominent aan bod.
Al enkele jaren is het duidelijk dat je voor spannende hiphop helemaal niet meer aan de kusten van de VS moet zijn. Atlanta is een broedplaats voor de nieuwe richting die het genre aan het inslaan is. We zouden dit artikel kunnen vullen met alles wat er uit de stad gekomen is, maar laten we het houden op drie artiesten je in 2017 zeker in de gaten moet houden. We zeiden het al in de intro, hiphop leeft op consternatie. Als er één persoon is die dit volledig snapt, moet het wel Lil “ik ken niets van Tupac en Biggie” Yachty zijn. ‘Lil boat’ klinkt als een volgende evolutie van Young Thug (die overigens met ‘Jefferey’ ook een toppertje uitbracht). De rapper met de rode braids gebruikt verschillende persona’s en sloten autotune. Zijn nonchalante vorm van rappen en nasaal gezang bewijzen dat hiphop een genre is dat zichzelf steeds opnieuw uitvindt. Naast Yachty rijst de ster van 21 Savage pijlsnel. Met behulp van nieuwe gevestigde waarde Metro Boomin was diens ‘Savage mode’ een in het oog springende release vol ambient trap, geen contradictio in terminis zo blijkt. Deze twee namen geven hun eigen spin aan de Atlanta-stijl, en ook 6LACK doet zijn duit in het zakje. Songs over stukgelopen relaties, klinken plots heel verleidelijk door 6lacks zang en vullen het gat dat een duistere The Weeknd achter zich heeft gelaten. Naast donkere beats, komen er af en toe meer r&b gerichte songs piepen – bjvoorbeeld ‘Gettin’ old’, dat schurkt tegen het klankenpalet van Frank Ocean.
Misschien lijkt het alsof er enkel goede platen met autotune uitgekomen zijn, maar niets is minder waar. Ook op vlak van “traditionele” hiphop, was 2016 een goed jaar. Al in januari werd een van de platen van het jaar uitgebracht. Anderson .Paak deed ons in putje winter proeven van het zonnige Californië met zijn ‘Malibu’. Het album staat bol van de funk, r&b en aanverwante genres. In dezelfde sferen resideert Kendrick Lamar. Wat voor genie moet je zijn als de outtakes van ‘To pimp a butterfly’ losjes de meeste afgewerkte albums overtreffen? ‘Untitled, unmastered’, maar toch zo’n schijf. Er wordt lustig op los gejamt, maar dat betekent niet dat er geen echte nummers op de plaat staan. Als een kotfeestje dreigt dood te bloeden, kan je bijvoorbeeld ‘Untitled 07’ opleggen.
Aan de oostkust verscheen ook heel wat lekkers (en minder lekkers, zie Desiigner), van zowel jonge leeuwen als oude honden. Tweemaal had de dood jammer genoeg ook een hand bij belangrijke albums. Hoewel de release officieel op naam van de A$AP Mob staat, is ‘Cozy tapes vol. 1’, het eerbetoon aan A$AP Yams, vooral een plaat met A$AP Rocky in de hoofdrol. ‘At.long.last.A$AP.’ werd gekenmerkt door een meer experimenteel geluid, deze mixtape katapulteert ons mentaal echter helemaal terug naar de eerste keren dat we ‘LiveLoveA$AP’ hoorden. Daarnaast is ‘Telephone calls’ met Tyler The Creator een van de schijven van het jaar. Dit jaar moesten we ook afscheid nemen van Phife Dawg. Gelukkig kwam A Tribe Called Quest net op tijd uit pensioen om nog een laatste plaat op te nemen. Legendarische groepen die jaren na datum nog muziek uitbrengen: ‘t is altijd een dubbeltje op zijn kant, maar de balans valt uitermate positief uit voor ATCQ. Muzikaal klinkt het werk even rijk als vroeger, zonder gedateerd over te komen. Een en ander valt te verklaren door de vele opvallende features. De teksten snijden dieper dan ooit en geven op prachtige wijze kritiek op het huidige politieke klimaat. Daarnaast zijn de rappers op ‘Dis generation’ niet te beroerd om de toorts door te geven aan de volgende generatie.
Iemand die niet wordt vernoemd op de laatste van ATCQ, is Danny Brown. Volledig onterecht, want de excentrieke rapper heeft met ‘Atrocity exhibition’ zijn beste plaat tot op heden uitgebracht. Zijn contract met Warp heeft daar zeker mee te maken. De beats klonken immers nog nooit ze psychedelisch en gevarieerd. ‘When it rain’ kan ongetwijfeld menig concertzaal in lichterlaaie zetten, maar daarnaast zijn ook introspectieve nummers aanwezig. Thematisch klopt het plaatje ook perfect. De neerwaartse spiraal van excessief druggebruik wordt op slotnummer ‘Hell for it’ doorbroken, waardoor het eerder depressieve album een bemoedigend einde krijgt. Death Grips pleegde dan weer opnieuw een aanslag op onze gehoorkanelen. ‘Bottomless pit’ gomt de lijn tussen hiphop, punk en industriële klanken nog wat verder uit. Naast de typische harde hiphop, sluipen ook meer op gitaren gebaseerde geluiden in hun werk. Als het trio aan dit tempo doorgaat, vragen we ons af wat ze volgend jaar in petto hebben.
Tijd om de oceaan over te steken, en meer bepaald het Verenigd Koninkrijk op te zoeken. Het is wat raar om over een genre dat al sinds het begin van het decennium bestaat te zeggen dat het volwassen geworden is. Toch bleek dat mainstream media steeds meer aandacht aan grime besteedden (hoewel niet altijd met evenveel succes). Het grootste bewijs hiervan is de prestigieuze Mercury Prize die Skepta op zijn schouw mocht zetten. ‘Konnichiwa’ mag zich terecht in de top van veel eindejaarslijstjes nestelen. Snoeiharde politieke teksten gaan erop hand in hand met de opzwepende beats. Velen dachten dat Stormzy na zijn boerenjaar een hoge vlucht zou nemen, maar hij bleef op de achtergrond in 2016. Gelukkig kwam single ‘Scary’ online, die stilde onze honger naar meer voorlopig wel even. Zowel Skepta als Stormzy toonde de groei van grime ook live. Op Dour ging Stormzy tekeer als een beest, terwijl we bij Skepta ongelooflijke taferelen en waarschijnlijk de volste tent ooit zagen.
Dichter bij huis, bewoog ook een en ander binnen de hiphopscene. Ondergetekende is een hevig pleitbezorger van nederhop. Hoewel er nog veel bagger te horen is, gebeuren er ontzettend spannende dingen in de underground. Jaar na jaar slagen de heren van Yung Internet erin om het Amsterdamse uitgaansleven om te zetten in donkere hiphop, vol slimme teksten. Voor ‘Free wifi’ mag zeker DJ Hyperlink een pluim op de hoed steken. Het bevriende SMIB-collectief was in 2016 weer razend actief. Vooral hun gezamenlijke ‘Bakuhatsu’ mixtape scoort. Ook hier moet je geen vrolijke deuntjes verwachten.
In België bewoog ten slotte ook behoorlijk veel. In het Brusselse wordt Engels, Frans en Nederlands lustig door elkaar gebruikt, en met succes. Zo was Roméo Elvis een van de grote winnaars op de laatste Red Bull Elektropedia Awards. Daarnaast krijgen ook Stikstof steeds meer aandacht met hun opmerkelijke beats en dik Brussels accent. Iets minder bekend in eigen land, maar des te groter in Frankrijk is Hamza. De lead single uit diens ‘Zombie life’ haalde zelfs Pitchfork. Moesten zijn gladde teksten niet in het Frans gerapt worden, zouden we niet verbaasd zijn als iemand ons vertelde dat hij uit Atlanta kwam. Naast een binnenlandse Thugger, ontdekten wij ook het Belgische equivalent van Travi$ Scott. Malik klinkt opnieuw niet als your average Belgian rapper. Geautotunede zang en raps wisselen elkaar vlotjes af op zijn ‘Red light’. Nog dichter bij huis (voor de schrijver dan toch) maakt Brihang furore. Op zijn eentje herschaapt hij West-Vlaamse hiphop met prachtige teksten en atypische beats van onder meer Moodprint.
Naast al deze artiesten zijn er ook nog een hoop anderen die minder uitgebreid besproken zijn, maar wel een dikke shout out verdienen. Onder andere Vince Staples en Vic Mensa maakten duidelijke politieke statements. Daarnaast voegden Isaiah Rashad en Mick Jenkins hun eigen hoofdstuk toe aan de boom bap en toonde clipping. dat er meer binnen de industriële hiphop is dan Death Grips. 2016 was een woelig jaar en 2017 zal dat zeker ook zijn met President Trump. Hiphop is altijd al een genre geweest dat zich afzet tegen the powers that be, en we mogen ons dus opmaken voor verschillende statements uit die hoek van de muziekwereld (te beginnen bij Run The Jewels).