Je moet als muziekliefhebber de afgelopen twee weken waarschijnlijk onder een steen hebben geleefd om niét te weten dat Primavera Sound plaatsvond. Het festival in het Parc del Fòrum gooide na twee verloren gegane edities alle registers open met twee weekends, een midweekprogramma (La Ciutat) én een afsluitende open air op het strand. Zoals steeds was het programma om met duimen en vingers van af te likken. Hieronder vind je het summum, de meest memorabele momenten van 11 dagen non-stop muziek.
De logistieke mierda
Het festival is geen nieuwkomer. Integendeel, het vierde dit jaar z’n twintigste editie. Toch waren er heel wat problemen op de site. Frustraties gingen als een lopend vuurtje de ronde op het internet. Wachttijden voor de bar en om naar het toilet te kunnen gaan, liepen op sommige plaatsen op tot langer dan een uur. Het festival werd tot een soort Fyre Festival-gedoopt, headlines op verschillende nieuwssites liepen op, en er werd zelfs een haat-Instagram-pagina werd geopend. Tot op bepaalde hoogte kun je de organisatie zeker verantwoordelijk houden voor de traagheid waarmee mensen bediend werden.
Het algemene gebrek aan personeel droeg zéker bij aan die wachtrijen. Het gebrek aan wateropvulstationnetjes (3!) op heel het terrein was abominabel. Dat de organisatie er dan niet beter op vond om water in blikjes en plastic flessen uit te delen is evenwel bedenkelijk. Zeker wanneer je tussen ieder optreden er telkens aan herinnerd wordt hoe hard Primavera Sound wel niet bezig is met de ecologische voetafdruk die het nalaat. De hardhandigheid van security voor het jatten van een plastic dopje werd evenwel al snel een meme op Reddit.
Anderzijds was het vaak zo dat wanneer je die extra 100m verder stapte, je wel degelijk een bar vond waar een veel kleinere rij stond. Luiheid door het gros van first timers werd resoluut afgestraft. Maar misschien moeten we beter verwachten van een organisatie die een evenement organiseert voor 80.000 mensen? Er schijnbaar de kantjes van aflopen op punten als deze kan gewoon niet. De organisatie besliste bovendien meer dan eens om bepaalde stukken, passages van het terrein af te zetten waardoor natuurlijke bottlenecks zich vormden. De crowd control werd hierdoor na afloop van acts als Tame Impala en Charli XCX aan de mainstages in het eerste weekend in een gevarenzone gebracht.
Verder werd de Bits-area op verschillende dagen 2 à 3u op voorhand gesloten omwille van een overtal aan bezoekers aan het strand. Wie echter een aantal keer de wandeling richting Bits maakte, kwam nochtans vrij snel tot de conclusie dat het gebied onvoldoende benuttigd werd. Festivalgangers konden gemakkelijk een kosten-batenanalyse maken of het de moeite was om überhaupt naar Bits af te zakken. Het gebrek aan podia, vormgeving, invulling en het niet kunnen gebruiken van de fameuze brug, zorgden ervoor dat het gros van de mensen rond Mordor (de benaming voor de ruimte rond de mainstages) bleven hangen.
Bovendien was de wandeling van en naar Bits, wanneer het druk was, bij momenten gewoon gevaarlijk. Love Parade-taferelen hadden daar bij paniek zomaar kunnen gebeuren. Zo diende je een trap op en af te gaan die de kaai met het terrein verbond. Daarna wandelde je nog een tunneltje door die evenwel langs beide kanten trappen had. Hoe deze weg niet breder werd gemaakt, is een raadsel. Wat men na dag 1 wél deed was de passage langs de kaai breder maken, hoewel die al voldoende breed was.
Het verklaart verder waarom bottlenecks en overcrowding zich bléven voordoen in en rond Mordor. Alhoewel dit niet volledig te wijten valt aan het adres van de organisatie. Festivaldirecteur Gabi Ruiz verklaarde tijdens een persconferentie namelijk; “…Getting a reasonable capacity in Sant Adrià del Besós would be another of those problems – this year we had one of 30,000 people and it was reduced to 15,000 two months before the festival“. Kannonen als Charli XCX, King Gizzard & The Lizard Wizard, Burna Boy etc. droegen enigszins bij aan een betere counter-programmatie dan de namen die tijdens het eerste weekend op Bits stonden geprogrammeerd. Het festival had tijdens dit tweede weekend een betere flow, hoewel er iedere dag quasi 10.000 meer mensen rondliepen dan het eerste weekend.
Door die plotse reductie van mensen die maar toegelaten mochten worden op Bits, werd de Boiler Room-stage verplaatst op een meer centraal gelegen plek. Dit zorgde ervoor dat elektronica-heads een reden minder hadden om af te zakken naar Bits en net eentje meer hadden om in het centrum te blijven hangen. Het NTS-podium, dat in een parkeergarage was geïnstalleerd, lag slechts op een steenworp afstand van de Boiler Room-stage. Het feit dat acts die op omringende podia zoals Plenitude, Ouigo en Cupra optraden, bij momenten verdronken in sound bleed, was spijtig. Stella Donnelly danste tussen haar nummers door op de kolkende beats van iets verderop, en kon er gelukkig de humor van inzien. Tamara Lindeman van The Weather Station verhulde vooral in frustratie.
Als laatste klap op de vuurpijl gooide de organisatie weer maar eens z’n eigen ruiten in met betrekking tot de organisatie van Brunch On The Beach. Het slotfeestje nà het festival op het strand op Bits. Kleppers als Peggy Gou, Amelie Lens etc. zouden present tekenen. Door de reductie naar een capaciteit van 15.000 mensen, hield dit ook gevolgen in voor dit evenement. In plaats van op voorhand te communiceren, gooide de organisatie via een Instagram-post de registratiepoorten open. Gevolg? De mensen die de voorgaande dag nog tot in de late uurtjes een La Ciutat-show meepikten, de mensen die op een vliegtuig zaten om aan weekend 2 te beginnen of locals die diezelfde dag nog gingen werken, kwamen bedrogen uit.
Het Brunch On The Beach-evenement was voor heel wat mensen een extra dag Barcelona meer dan waard en ze hadden dus evenwel accommodatie daarvoor kunnen voorzien. Sterker nog, in tegenstelling tot de La Ciutat-shows was nooit gecommuniceerd geweest dat er met een registratie zou worden gewerkt. Indien de organisatie op voorhand transparant had geweest, had er misschien nog een beetje begrip geweest. Nu werd in allerijl nog een Bonus Track-evenement op poten gezet en volgde alsnog een kleine mea culpa, maar het kalf was bij veel bezoekers al lang verdronken.
Passie, provocatie en politiek
Hoewel het de afgelopen maanden nog enigszins binnen de interne keuken van de organisatie bleef, staat het sinds kort vast dat Primavera Sound (deels) zal vertrekken uit Barcelona. Enerzijds kiest men bewust voor een Lollapalooza-achtig model waarbij zusterfestivals op poten worden gezet op andere continenten. NOS Primavera in Porto krijgt er na jaren plots 4 (!) broers en zussen bij. Eentje in Los Angeles en drie verdeeld over Zuid-Amerika m.n. Santiago, Buenos Aires en São Paulo.
De expansiedrift laat zich enigszins voelen in Parc del Fòrum. Veterans die al jaarlijks het festival bezoeken, geven aan dat het festival over de jaren heen een pak van z’n charme is verloren omwille van winstmaximalisatie die de organisatie sinds enige tijd nastreeft. De dingen die hierboven reeds beschreven staan, waren vroeger veel minder het geval. De teloorgang van de passie in ruil voor dat tikkeltje meer geld aan het einde van de rit, is jammer. Trouwe partners als Heineken, Pitchfork etc. werden dit jaar overigens aan de kant geschoven. De organisatie ging dit jaar in zee met een cryptocurrency-uitwisseling (Binance), een olie-importeur (Plenitude), een geprivatiseerde treinmaatschappij (Ouigo) en een duur automerk (Cupra).
Dat een festival gebruik maakt van sponsors is niet nieuw. Primavera Sound staat daar, net zoals vele andere zuid-Europese festivals, meer om bekend dan hier in de Benelux en in het VK. Het geeft echter wél een raar gevoel wanneer de organisatie aan geeft bijzonder hard bezig te zijn met de ecologie van hun festival. Zo worden de herbruikbare bekers aangehaald, duurzamer materiaal om podia mee te bouwen en werd er gekeken naar eetstanden. Maar dat weegt, vind ik, niet echt op tegen de sponsordeals die het festival aanging. Kort gezegd, het gevoel aan greenwashing te doen bekroop me meer dan eens.
Daarnaast blijkt er na jarenlange vetes tussen de stad en het festival, de spits eindelijk te zijn gevonden. Gabi Ruiz had graag de formule die dit jaar werd georganiseerd, m.n. twee weekends met midweek-concerten, aangehouden in Barcelona. Hoewel de stad jaarlijks miljoenen toeristen lokt, weegt het festival echter enorm op het Parc en diens buurt. De omvang van het festival is in deze opzet gewoonweg te groot geworden. Burgemeester Ada Colau stelt zich al lang vragen bij het verdienmodel dat Primavera Sound de laatste jaren is beginnen hanteren.
De provocerende mural die tijdens het eerste weekend achter de mainstages stond, bleek dan ook een dubbele betekenis te hebben en gooide nog maar eens olie op het vuur. Een buitenstaander ziet een vrijzinnige boodschap die inclusie, tolerantie en diversiteit nog meer op het voorplan wil zetten. Barcelona is immers een vrij progressieve stad. Dat thema wordt echter misbruikt om enerzijds het verschil in beleid tussen Ruiz en Colau aan te kaarten. En anderzijds leek het de twee politica tegen elkaar op te willen zetten. Colau is zelf links, terwijl de andere vrouw, burgemeester van Madrid Isabel Díaz Ayuso, bij de rechtse Partido Popular zit.
In een interview gaf Colau mee “I have always defended that the cities of Barcelona and Madrid love each other and they collaborate and have a thousand ties and cultural, historical and affective ties, of all kinds. What makes me sick is that there may be some leaders who want to confront our cities. They will never find me here, I will always defend love and cooperation between cities and people…“. Het feit dat de mural in het tweede weekend opnieuw refererend naar het origineel werd vervangen door eentje van voormalig Real Madrid en Barcelona coaches José Mourinho en Pep Guardiola zegt ook voldoende. De twee coachen namelijk al jaren compleet andere clubs.
Nu het festival is afgelopen, kondigde Ruiz in een persconferentie aan de banden met Barcelona nog zeker tot en met 2027 te willen behouden. En Madrid “voor eeuwig” in de City Of Rock te willen neerpoten. De volgende vijf jaar zou het festival dus gespreid worden over de twee grootsteden waarbij ook La Ciutat mee zou verhuizen naar de hoofdstad. Deze week zouden de koppen nog eens bij elkaar gestoken worden op de deal af te sluiten, to be continued.
De British disease
Wie zich aan een uitzinnig Spaans publiek had verwacht, kwam evenwel bedrogen uit op Primavera Sound. Sterker nog, door hun opvallende, veelal luide aanwezigheid, leek het alsof Britten het gros van de bezoekers uitmaakten. Veel Europeanen, maar ook Amerikanen, zagen in de één en/of twee weekenden Primavera met telkens een affiche om duimen en vingers mee af te likken namelijk een mogelijkheid om er een vakantie aan vast te hangen. De vele first timers botsten zo dan ook tegen heel wat kinderziektes aan waar doorwinterde festivalbeesten meer bestand voor zijn, zie boven.
Wat de vele zonnekloppers evenwel met zich meebrachten was de British disease (een variant van de bekendere Dutch). Geen paniek, het is geen zoveelste covid-variant. Het slaat op het asociale en respectloze gedrag van mensen die tijdens optredens met alles bezig zijn behalve met het concert te beleven. Door de omvang, en het feit dat quasi alles in open air werd gehouden, werd je enkel bevangen wanneer je dichtbij, dan wel omringd, door de variant. In een tent-setting hadden babbelaars waarschijnlijk (nog) meer invloed gehad op de sfeer van omstaanders. Spanjaarden maakten er dan weer een kunst van om zo luid te praten dat hun gekwebbel boven de muziek uitsteeg. Zo waren écht goede concertervaringen beleven aan Mordor een utopie, en maakte het z’n ludieke bijnaam meer dan waar. Op andere podia waren de ervaringen meestal wel beter.
Het wil niet zeggen dat mensen geen praatje mogen slaan of iets tegen elkaar mogen zeggen. Toch verwacht je, vanaf je een bepaalde afstand verwijderd bent van een podium, omringd te zullen zijn door fans van de band die speelt. In het geval van Primavera Sound bleek dat meer dan eens niét het geval. Voorts is het evenwel het gevolg van de nieuwe lay-out. Dit jaar experimenteerde de organisatie met een Graspop-opzet waarbij de twee mainstages naast elkaar werden gezet. Gemakkelijk om het ene na het andere concert te zien, anderzijds zorgde het ervoor dat Mordor constant werd bezet door voornamelijk onoplettende festivalgangers. Gorillaz-frontman Damon Albarn beschikte zo bijvoorbeeld, spelend net voor Dua Lipa, over een veel minder geëngageerde linkerkant.
Het gaat over concertetiquette, the bare minimum aan respect voor je medefestivalganger of liever een totaal gebrek daar aan. Artiesten als Big Thief, Clairo, Mitski etc. hebben elk hun deel al meegemaakt en/of zich er over uitgesproken. Het is jammer dat dat op Primavera Sound zo uitdrukkelijk aanwezig was, des te meer omdat het festival van oorsprong heel erg alternatief en cutting-edge minded is waarbij dat respect vrij centraal stond.
Een ongeëvenaard festival
De lading valt moeilijk te dekken over hoe indrukwekkend de afgelopen twee weken zijn geweest. Er is geen enkel festival dat programmatiegewijs nog maar aan de hielen komt van Primavera Sound. Het bevatte het summum van de indiewereld, culthelden, reünies (Pavement, Yeah Yeah Yeahs) en andere exclusives, de grootste pop- en rapsterren van het moment, de meest cutting-edge dj’s artiesten en bands en artiesten uit alle hoeken van de wereld. The whole sha-bang, Coachella maar dan aan de zee en in de stad. Het uitgeven van de tijdschema’s voor iedere dag liet je telkens opnieuw voor verdomd moeilijke keuzes staan.
Er valt nu eenmaal zo veel te ontdekken op het terrein naast de voor de hand liggende hoofdpodia. Zo had je met Cupra een podium dat fungeerde als een soort amfitheater waar we artiesten als Little Simz en Jessie Ware carrière-definiërende shows zagen geven. María José Llergo toonde op datzelfde podium bij valavond hoe innemend en emotief flamenco kan zijn. Slowdive liet dan weer zien dat shoegaze alive and kickin‘ is, en Thom Yorke stelde The Smile aan ons in première voor met een uitmuntende rol voor Jonny Greenwood.
De headliners brachten waarvoor duizenden mensen waren afgezakt. Tame Impala coverde The Strokes’ ‘Last nite’ en Rina Sawayama kwam even meedoen op ‘Beg for you’ in de show van Charli XCX. The National, Pavement (!) en het onfortuinlijke The Strokes, die de week ervoor moest afzeggen wegens corona, speelden stuk voor stuk straffe shows. Hoewel, tegendraads als Julian Casablancas is, de band megahit ‘Last nite’ links liet liggen. Damon Albarn toonde zich als vanouds een trukendoos vol artiesten te hebben zitten voor de show van Gorillaz. Zo nodigde hij Fatoumata Diawara uit om ‘Desolé’ te brengen, kwam de enige echte Mos Def een aantal nummers doen, bracht het Hypnotic Brass Ensemble voor de allereerste keer ‘Broken’, en zette kwajongen Slowthai de mainstage in lichterlaaie met zijn passage op ‘Momentary bliss’.
Lorde bewees met haar tournee rond ‘Solar power’ dat ze wel degelijk klaar is om haar spot als headliner ook elders op te eisen. Khruangbin verdient beter dan middagspotjes op festivals in onze contreien en werkte een heerlijke sunset-show af. Caribou into Jamie xx was dan weer de one-two punch die we niet wisten dat we ze nodig hadden. Net zoals bij de shows van Simz en Ware, kregen we ook bij Dan Snaith het gevoel dat dit één van de meest memorabele shows was uit zijn carrière. Op de steeds verder klinkende tonen van ‘Can’t do without you’ bedankte de man overigens uitvoerig het publiek. Iets wat Tyler, The Creator evenwel deed na afloop van ‘New magic wand’.
Weg van de grote massa van Mordor speelde Angèle ‘gewoon’ een headline-waardige show op het iets kleinere Binance. Caroline Polachek, Fred Again.. en PC Music-mastermind AG Cook wervelden over het Plenitude-podium (vroeger Pitchfork). Bij die tweede gebeurde zelfs een huwelijksaanzoek en werd de knaldrang op de deunen van ‘Marea (we lost dancing)’ nog eens uitvoerig geuit.
Qua elektronica zagen we ten slotte voornamelijk knappe shows op de kleinere podia zoals NTS en Boiler Room. Het grote DICE- en Nous-podium dat zich op Bits bevond, bleek door het gebrek aan publiek niet altijd de meest ideale locatie om een concert te beleven. Bovendien komen zo’n sets beter tot z’n recht in een zweterige parkeergarage dan op een megalomaan podium aan een strand. Zo draaide AceMoMa voor een angstvallig leeg strand bij valavond, hoewel de sterk brandende zon daar evenwel iets mee te maken zal hebben gehad. Een pak beter verliep het op NTS waar we uitstekende shows zagen van LCY, Anz, Slikback en Pangaea.
Het vergiftigde geschenk van La Ciutat
Eén van de meest besproken onderwerpen tijdens het festival was La Ciutat, ofwel de gratis concerten die de organisatie naast het reguliere programma organiseerde voor z’n bezoekers. Deze zijn sinds enkele jaren een vaste waarde (hier een overzicht van 2019) op het programma. Primavera pakte dit jaar uit met een bijzonder uitgezet programma tussen de twee weekends vooral als cadeau naar VIP’s en mensen die hun vertrouwen en geld hadden gestopt in het bezoeken van beide weekends.
Voor een klein deel van de capaciteit werden tickets verkocht. Om dus zeker te zijn dat je een concert binnen kon komen, kon je voor een schamele 15 euro een ticket kopen. Mensen die beide weekends deden en VIP’s kregen echter voorrang op mensen die maar één weekend bezochten. Die rangorde zorgde ervoor dat mensen die slechts één weekend gingen, veel moeilijker in een kleinere venue geraakten, wat veel frustratie opleverde. De wachtrijen voor quasi iedere show bij iedere venue liep uren op. Als resultaat begonnen mensen reeds met aanschuiven soms tot 4 à 5 uur voor aanvang van een show. En dit enkel en alleen om een béétje meer zekerheid te hebben dat men binnen zou geraken.
Op woensdag was er het Acid Angel-evenement in Razzmatazz 2, een PC Music-showcase avond. Daarbij liep de wachtrij tot minstens vier blokken om op, waardoor de politie werd ingeroepen om de wachtrij en het verkeer in het oog te houden. Indien de organisatie op voorhand had gecommuniceerd dat je niet gegarandeerd zou kunnen binnen geraken, dan was er waarschijnlijk heel wat minder frustratie geweest. De indrukwekkende poster deed namelijk blijken dat je iedere avond verschillende concertzalen kon aflopen om er concerten mee te pikken. In de realiteit pikte je één concertzaal uit waar je de hele avond zou spenderen. Na afloop zou het dan kunnen dat je in een grotere zaal als Razzmatazz of Sala Apolo nog het nachtprogramma zou kunnen meepikken.
Gelukkig konden we wél iedere avond een aantal concerten meepikken. Op woensdagavond opende een uitmuntende Rina Sawayama op de voormalige locatie van Primavera Sound, Poble Espanyol, de festiviteiten. Op zondagavond speelde Beck in de Razzmatazz volgens enkele omstaanders een nog betere show dan op het festival twee dagen voordien. Wij genoten vooral met volle teugen van de resem hits die de revue passeerden en het ongemakkelijke showmanship van de Amerikaan.
Spellling zagen we dan weer op drie kwartier tijd een prachtige show neerzetten, terwijl we iets later King Gizzard & The Lizard Wizard naar aller waarschijnlijkheid hun beste show (van vijf, met telkens een andere setlist) zagen geven. Achteraf dompelden we ons om de hoek, in de grote zaal van de Razzmatazz, in de karakteristieke trance, cloud rap en elektronica van het YEAR-0001 label, met een fraaie set van Dark0 als laat hoogtepunt. Yung Lean en de voltallige Drain Gang stonden namelijk eerder op het programma clashend met King Gizzard en co. Op dinsdag zagen we opnieuw een headliner aan het werk in een klein zaaltje. Jorja Smith liet in Sala Apolo het publiek moeiteloos uit haar hand uit eten. Nala Sinephro verzorgde het voorprogramma maar gaf na 40 minuten verstek door het aanhoudende gebabbel van het publiek doorheen haar show.
Op de laatste dag van de La Ciutat-shows stond er in Poble Espanyol een prachtige line-up geprogrammeerd. Daarvan konden jammer genoeg enkel Phoenix en Ride overtuigen. Khruangbin speelde prima, hoewel de bas van Laura Lee zo luid stond dat je nauwelijks de gitaar van Mark Speer kon horen. Magdalena Bay werd evenwel zwaar geteisterd door technische problemen met een geluid dat totaal verkeerd stond gemixt, en een microfoon die anderhalf nummer (!) nodig had om aangezet te worden. Zonde.
De afterparty was gelukkig wél geweldig. In Laut nodigde Nyege Nyege Tapes het beste van hun rooster en tal van vrienden en collaborators uit voor een avondje feesten. Hoogtepunten? MC Yallah & Debmaster stoomden in een halfuurtje een tweehonderd tal aanwezigen gaar. DJ Travella mixte via z’n toetsenbord een fraaie set ineen en Turkana bewees van alle markten thuis te zijn en gooide gqom, ampiano, trap en techno moeiteloos door elkaar. Oh, en blijkbaar moet ook Damon Albarn aanwezig zijn geweest.
L’Auditori del Fòrum als kers op de taart
Wat voor Primavera Sound in Barcelona bovenop z’n kleinere zusterfestivals het echte selling point is, is het L’Auditori del Fòrum. Vanaf de late namiddag kon je in het Auditori concerten gaan bezoeken vooraleer de festivalavond zich op gang trok. Het geweldige daaraan is dat je daarbij artiesten kunt zien in een fantastisch uitziende zaal, waar het geluid haarfijn is en waar, omwille van het ‘vroege uur’, steevast een aandachtig publiek aanwezig is. “Good morning everyone“, opperde de goedlachse Jenny Hval nog bij aanvang van haar concert.
Zo bleef ik er op de tweede dag een hele avond plakken. Achtereenvolgens stelde de Spaanse Marina Herlop op een ontzagwekkende manier haar nieuwe album ‘Pripyat’ voor. Low bevestigde dan weer wat we een maand eerder in Trix mochten aanschouwen. De dag daarop zouden simpelweg nog eens te zien zijn waar ze het koude kunstje nog eens voor deden. Daarna mochten we ons in een compleet verduisterd Auditori onderdompelen in de kolkende elektronica en IDM van Autechre. Evian Christ deed met zijn indrukwekkende productie nog een laatste schepje op een reeds indrukwekkende avond – en ze moest in principe eigenlijk nog volledig beginnen.
Voorts zagen we een bijzonder zeldzaam optreden van The Caretaker die ons voor een uurtje compleet vervoerde in zijn ‘Everywhere at the end of time‘-universum. Daarnaast zagen we Jenny Hval en Kim Gordon hun gelauwerde albums voorstellen in dé perfecte setting. Het Auditori is de perfecte plek om even te ontsnappen aan mensenmassa’s, de warmte en drukte. Bovendien zijn de sporenboekjes van dermate kwaliteit dat je er een hele avond kunt kamperen zonder dat je FOMO zou krijgen omdat je niet ‘op’ het festival bent. Sterker nog, er is geen enkel ander festival waar er van dit concept sprake is, noch waar dit überhaupt zou werken.
Primavera Sound heeft er een bewogen XL-editie op zitten. Covid mocht dan wel last minute wat roet in het eten hebben gegooid. Op het terrein en aan het programma leek dat nooit echt heel erg veel invloed te hebben. Meer dan 500 artiesten hebben over twee weekenden het beste van zichzelf gegeven op een festival dat nog steeds met gemak het bordje ‘beste festival ter wereld’ mag uithangen. Zélf ronden we af op iets meer dan 80 shows. Toch baren de politieke strubbelingen, de commercialisering en de expansiedrift ons zorgen. We zullen weer tot rond januari moeten wachten om te weten welke richting Gabi Ruiz uit wil met z’n festival en in welke vorm dat zal zijn. Wij hebben er in ieder geval de tijd van ons leven gehad, en hopen er ook volgend jaar weer bij te zijn (in Barcelona).