Wie de wekelijkse Plonsjes van Indiestyle een beetje volgt, weet dat we steeds op zoek zijn naar nieuwe muzikale ervaringen. Meestal figuurlijk bedoeld, maar vorig maand namen we het eens letterlijk. We vlogen namelijk naar Tromsø in Noorwegen, de meest noordelijke stad van Europa. Correctie: de meest noordelijke stad waar nog iets te beleven valt. In deze periode van het jaar, zo net vóór de polar night valt, vindt er het Insomnia Festival plaats. Deel uitmakend van het pan-Europese SHAPE-platform focust het festival drie dagen lang op uitdagende elektronische muziek met de auora borealis als bijhorende visuals.
Lokale heldin Charlotte Bendiks mocht Insomnia 2016 openen, een goede zet van de organisatie want de dansvloer was meteen volledig gevuld. Iets wat niet meer zou veranderen tot het sluitingsuur. Ze bracht haar mix van house en minimal met uitgepuurde melodieën samen met een live drummer. Het klonk goed, maar wij mistten enkele weerhaakjes.
Andre Bratten nam over met een technoset die het niet moest hebben van het traditionele in your face-gedreun maar wel van zorgvuldige build-ups en tegendraadse drops. Afgaande op zijn Soundcloud-pagina hadden wij eigenlijk ambient verwacht – niet dat we maalden om deze onverwachte wending. Deze openingsdag bracht ons in een gelukzalige mood. Niet meteen de juiste stemming om een Kablams set aan te vangen, zo bleek later.
Kablam (foto boven) excelleerde net in vervreemding op de dansvloer. Ze bracht een set die alle kanten uitging, van dancehall over hardstyle tot eurodance. Contrast leek hier centraal te staan. Verder hoorden we zoetgevooisde r&b-vocals naast screamo. Plonsjes-luisteraars onder ons weten dat zij zeker niet de enige is die gedurfd uit de hoek durft te komen, maar Kajsa Blom vergat ondanks haar koppige en organische sound nooit de dansvloer uit het oog. Soit, een Kablam-set is een ervaring. Eentje waar de volgens stereotypering introverte Noren zich maar al te graag verliezen.
Dag 2 begon met Peder Mannerfelt (foto onder) achter de knoppen, gevolgd door Voiski. Eerstgenoemde bediende zich van noise die in het begin nergens naar toe leek te evolueren. Eentonigheid was dan ook kenmerkend. Volharding loonde echter want aan het einde van zijn set herkenden we enkele tracks van zijn laatste album ‘Controlling body’. Feedbackloops die tot een aangenaam geruis leidden, sleepten je mee in een repetitieve flow, uiteindelijk uitmondend in een distortion wall of sound. Voiski volgde en gooide het over een andere boeg. De sympathieke fransman mikte op de dansvloer met zijn zelfverklaarde emotionele techno of post-trance. Techno zoals we ‘m graag hebben.
Het verhaal van Ata Kak is ondertussen gekend, indien niet google je best even Awesome Tapes From Africa. Zijn opmerkelijke carrière in gedachte mag het geen wonder heten dat Ata de gelukkigste artiest is die wij ooit op een podium zagen. Dit optreden was misschien een vreemde eend in de bijt op dit electronic arts festival, maar zijn mix van dancehall, soul en disco sloeg aan. Tijdens hitje ‘Obaa sima’ vertraagde de band het tempo zodanig dat het publiek de kans krijgt de Ghanese lyrics mee te zingen en dat lukte aardig. Zo wist Ata zijn bekendste nummer zeker tien minuten lang te rekken. Het publiek bleef ongestoord dansen. Of de hype al dan niet muzikaal terecht is laten we hier even in het midden, maar een geslaagde festivalact bleek het zeker. Wij zetten ons geld alvast in op een optreden van Ata volgend jaar tijdens Dour.
Detroit-held-tegen-wil-en-dank Kassem Mosse sloot de avond af met een minimal dj-set die na Ata Kak kil en ijzig overkwam. Voor de minimal heads geen bezwaar om de nacht (dit keer zonder Noorderlicht) in te dansen.
Door een preparty voorafgaand aan de laatste festivalavond belandden we maar net op tijd bij Jessy Lanza en waren niet de enige. Pas bij het bisrondje was de zaal volledig gevuld. De genialiteit van de Canadese alt-r&b-artieste en haar drumster hoeven we niet meer toe te lichten. Hopelijk kon je een van haar drie Belgische shows meepikken dit jaar. Daarna was het de beurt aan Biosphere, een Noorse ambient-producer die ons deed denken aan Monolake. Eigen aan live ambient is het gevaar voor langdradigheid. Net wanneer een gevoel van verveling ons bekroop, schakelde de artiest gelukkig een versnelling hoger met behulp van een repetitieve basdrum die neigde naar de italo-disco van Symmetry.
De ontdekking van Insomnia was vervolgens zonder twijfel Klara Lewis (foto boven). De Zweedse fabriceerde atmosfersiche composities met echo’s van Tim Hecker, The Haxan Cloak en bijwijlen Clams Casino. Haar stijl werd nog het best gekenmerkt door een groezelig geluid, alsof het afkomstig was van oude cassettes. Vaak lag onder de verschillende layers ook nog een soort geluidsopname. Nu eens van een drukke winkelstraat, dan weer van fluitende vogels in natuurgebied, vergezeld door betoverende visuals die leken op vertroebeld marmer of een bewegend donkergrijs wolkendek. Haar tafel met instrumenten was verder, opmerkelijk genoeg, niet vooraan opgesteld op het podium (zoals gewoonlijk) maar achteraan. Klara zelf stond daardoor met haar rug voor het projectiescherm en dus middenin de visuals. Schoonheid werd zo alles wat deze performance uitstraalde.
Vervolgens verkozen we M.E.S.H. boven Jlin, aangezien die tweede ondergetekende onlangs op BEAF niet geheel kon overtuigen met haar versie van Chicago footwork. Het overgrote deel van het publiek dacht daar echter anders over, zodat we een beetje awkward in een lege zaal bij de Berlijnse muzikant stonden. Nu trokken we ons daar niet veel van aan want een set van de Janus-artiest is niet eentje waarbij het gemakkelijk dansen is. We hoorden het equivalent van een soundtrack waarvan je de film verzonken in je eigen verbeelding moest ervaren. We hoorden een onuitgegeven collab met Kelela en zijn aanstekelijke ‘Follow & mute’. Z’n liveset bood bovendien meer uitdaging dan het herkennen van tracks met z’n opeenvolging van tegenstrijdige ritmes, verknipte melodieën en dreunende bassen. Net vóór je vertrouwd geraakt aan die ene melodie werd die alweer ingewisseld voor een noisesectie. De set zwoegde en schuurde langs alle kanten, maar ging wel door merg en been. Als zijn timeslot erop zat, vroeg hij vriendelijk aan de geluidsman of hij er nog eentje mocht spelen. Ja hoor, en dus zette hij een 5 minuten lange sonische Apocalyps in.
Detroit-legende Omar S (foto boven) deed met zijn slotset wat er van hem verwacht werd. Het juiste soort house spelen zodat we, en met ons het hele publiek, de laatste beetjes energie helemaal kwijt konden op de dansvloer. Achteraf wist de man nog te melden dat hij Wayne County Hill Cop’s klaar had staan, maar dat zijn tijd er plots op zat. Gemiste kans vinden wij! En zo kwamen deze drie dagen Insomnia tot een einde. De fabelachtige stad zorgde voor de juiste setting om muzikale ontdekkingen te doen, zonder dat je daarvoor een feestje hoefde te missen.
Foto’s van Idam Fima (Kablam), Lipinska Lucja (Klara Lewis), Mats Gangvink (Omar S) en Tina Derakhshan (Peder Mannerfelt)