Naarmate de lockdown vordert, krimpt het lijstje met nuttige bezigheden. Daarom willen we jullie graag aansporen om jullie tijd nuttig te besteden, en wel door te luisteren naar volledige discografieën van artiesten waar je niet helemaal mee vertrouwd bent. Dat doen we onder de noemer ‘Indiestyle luistert’. Zelf zin om aan deze reeks mee te werken? Neem hier een kijkje en mail de artiesten die je wil ontdekken door naar info@indiestyle.be. Hier vind je een overzicht met alle luisterdagboeken.
Er zijn in de jaren tachtig veel cultgroepen geweest, maar het adjectief ‘legendarisch’ mag zeker bij Talking Heads worden geplaatst. De groep versmolt Afrikaanse ritmes en New Yorkse postpunk tot een uniek geheel, en leverde met ‘Stop making sense’ dé blauwdruk voor concertfilms af. Als Radiohead zich naar een van je nummers vernoemt, ben je een hele grote. Tijd dus voor Frederik Laurens en Hannah Van Hoecke om kennis te maken met de albums van Talking Heads.
Hoe goed ken je deze band al?
Ik ken ze op een aantal hits (‘Psycho killer’ en ‘Burning down the house’) na eigenlijk niet echt. Een aantal jaar geleden zag ik David Byrne op Down The Rabbit Hole en dat was mij wel bevallen eigenlijk maar daarna ben ik niet door zijn discografie gaan grasduinen. Dit is dus de uitgelezen kans om dat wel eens te doen. (Frederik)
Ik ken Talking Heads natuurlijk van de klassiekers (lees: supergeweldige hits) en van een formidabel optreden van David Byrne op Rock Werchter 2018. Hun laatste album werd zes jaar voor ik geboren ben uitgebracht, dus zo heel goed ken ik de band niet. Het staat wel dat het een legendarische en enorm invloedrijke band is geweest. Duidelijk tijd om te ontdekken, dus! (Hannah)
Talking Heads 77 (1977)
Dit eerste album draagt nog veel invloeden van zijn tijd naar mijn gevoel. Roxy Music hebben bijvoorbeeld een duidelijke invloed op de eerste plaat van Talking Heads. David Byrne klinkt nog heel erg als Bryan Ferry met zijn typische hikkerige manier van zingen. ‘Tentative decisions’ is een aanloop naar de typische sound waarom ze later bekend zouden staan. Het verbaast me eigenlijk dat het eerste album zo funky en dansbaar is. Ik had verwacht dat de muziek veel cerebraler ging zijn. Naast ‘Psycho killer’ zijn ‘Uh-oh, love comes to town’, ‘New feeling’, ‘Tentative decisions’ en ‘Pulled up’ leuke ontdekkingen. (Frederik)
Afgaand op de titel zijn mijn verwachtingen eerder laag: de bandnaam in combinatie met het jaar waarin het album wordt uitgebracht loopt niet over van creativiteit en originaliteit. Gelukkig kan het album zelf me wel grotendeels bekoren. Ik hou van de dansbare en opzwepende funky nummers, de vaak energetische bas-, en gitaarlijnen en de unieke en speciale stem van David Byrne. De muziek is niet in te delen in één genre, ik hoor rock, jazz, funk, punk én pop. Toch voelt het album voor mij beetje afwachtend en aftastend aan. Zoekend zelfs, misschien? Ik ben benieuwd naar meer, want zegt het spreekwoord niet “wie zoekt, die vindt”? (Hannah)
More songs about buildings and food (1978)
Veel experimenteler dan hun eerste album, wat eigenlijk niet hoeft te verwonderen aangezien Brian Eno van Roxy Music hier voor de eerste keer achter de knoppen zit als producer. Er zijn misschien minder kant en klare hits op dit album te vinden maar als geheel is het wel een interessantere luisterervaring dan het eerste album. De band gaat hier meer een eigen richting op met eigenzinnige ritmesecties die Byrne’s zang versterken. De cover van ‘Take me to the river’ is een geweldige ontdekking.
Zei er daar iemand food?! Helaas kan het album niet helemaal tippen aan deze fantastisch – doch zo banale – albumtitel. Alle elementen van de eerste plaat zijn aanwezig, maar voor mij voelt alles beter afgewerkt en meer energetisch aan. Een duidelijke evolutie is te horen, luisteren naar deze foodies voelt voor mij als een totaalervaring. Toch blijf ik ergens op mijn honger zitten, het berekende blijft doorheen de plaat aanwezig waardoor ik niet volledig mee ben. Zoiets als: we zitten nog maar aan het voorgerecht en gaan hopelijk snel richting – waar er altijd het meest naar uitgekeken wordt? – dessert. (Hannah)
Fear of music (1979)
Op deze plaat hoor je duidelijk de invloed van Afrikaanse ritmes en disco. Dat is wel iets dat opvalt bij Talking Heads, hun gebruik van heel innovatieve en eigenaardige ritmes. ‘Fear of music’ is ook een meer duistere plaat dan de vorige albums. Er zit een manische energie in de stem van Byrne die het geheel wat meer dreiging meegeeft zoals op ‘Cities’ of ‘Memories can’t wait’ bijvoorbeeld. Ik begin nu ook meer te snappen waarom Talking Heads als een punk band beschouwd worden. Voorlopig is dit album voor mij het beste wat ik al gehoord heb van hen. Een tekstflard van het nummer ‘Animals’ die ik zeker nog wil meegeven “Animals think they’re pretty smart/ shit on the ground/ see in the dark”.
Hoewel dit album nog meer funky elementen, disco-invloeden en zelfs af en toe wat Afrikaans ritme bevat, voelt het voor mij weer heel beredeneerd en rationeel aan. Mathematisch zelfs! Voor mij staat Talking Heads nu gelijk aan bevreemdend goede muziek die ergens ligt tussen heel hard proberen om opzwepend willen zijn, maar vanuit het buikgevoel dat niet helemaal is. Een beetje als iemand die heel hard probeert om extravert te zijn, maar van nature uit eerder introvert is. Awkward dus! En eerlijk gezegd zie ik steeds meer de charme in de balans zoeken tussen enerzijds in je comfortzone blijven en anderzijds jezelf uitdagen, een basis bij Talking Heads. (Hannah)
Remain in light (1980)
De band blijft verder bouwen op die Afrikaanse percussie en ritmes, door diezelfde ritmes krijgt de muziek een zeker dringendheid en hectiek mee. Niet dat het chaotisch aanvoelt maar er is op elk moment zeer veel gaande in het album. Opener ‘Born under punches’ is een nummer dat niet zou misstaan op de open air feestjes in de Chinastraat bijvoorbeeld. ‘Once in a lifetime’ is ook zo’n song die je meteen herkent maar waarvan ik niet wist dat die van Talking Heads was. Ik moet zeggen dat het tot hiertoe voor mij een van de minste nummers is van hen. Het nummer doet mij voor een of andere reden meteen denken aan ‘Ymca’ van Village People en de vreselijke schoolfeesten die daarmee gepaard gingen. Het is interessant om te zien wat voor een evolutie Talking Heads doormaken op relatief korte tijd. Waar hun eerste album nog heel erg beïnvloed is door andere bands van die tijd komen ze drie jaar later met een volledig eigen geluid dat gevormd is door funk, afrobeat, punk en new wave. ‘The overload’ is een nummer dat meteen in een afspeellijst beland is. (Frederik)
Eindelijk, ik voel het! Er is iets veranderd, waarbij de grootste evolutie zit van denken naar voelen, van ratio naar emotie. Hierdoor voelt het album voor mij meer echt, puur en eerlijk aan. Waar ik voordien altijd bij mezelf de afweging moest maken wat ik van het album vond, is dit nu niet meer nodig. Mijn gevoel schreeuwt gewoon, zo luid en niet te negeren: JAAAAA! Tijdloos en legendarisch album, zoveel is zeker. Wie zoekt, die vindt dus. En meteen ook: oefening baart kunst! (Hannah)
Speaking in tongues (1983)
Ik heb het gevoel dat Talking Heads op dit album zonder Brian Eno wat weg beweegt van de experimentele ritmes op de vorige albums en evolueert naar een iets conventioneler geluid. Op die manier slagen ze er wel in een uiterst geslaagd huwelijk te realiseren tussen rock en funk. Dit album geeft iets meer ademruimte dan de vorige heb ik de indruk, niet elk nummer zit zo tjokvol met geluiden gepropt. Op dit album wordt het ook duidelijk hoe belangrijk Talking Heads zijn geweest voor de sound van Eurythmics bijvoorbeeld. Nummers als ‘Slippery people’ en het door dub beïnvloedde ‘I get wild / Wild gravity’ zetten mij moeiteloos aan om nog eens mijn beste, glibberige dansmoves boven te halen in de living. Dat is zeker niet de eerste keer dat dat gebeurt bij het beluisteren van deze discografie, deze band zet mij bijna even moeiteloos aan het dansen als de Rolling Stones en dat betekent toch wel wat voor mij. (Frederik)
Beginnen met één van mijn alltime favorietjes ‘Burning down the house’ is natuurlijk een binnenknaller. Verder staan op dit album staan ook ‘Slippery people’, ‘This must be in place’ en ‘Swamp’. Duidelijk een plaat waar hitjes te rapen vallen, stuk voor stuk pareltjes! Het is duidelijk gevolg of evolutie op ‘Remain in light’, waar het dansbare zeker centraal staat door een leuke en altijd aanwezige baslijn en de melodieuze nummers. Er zal altijd een beetje houterigheid in de nummers van Talking Heads zitten, dus ik leg me erbij neer en meer zelfs: ik omarm het (oei, mag ik in coronatijden wel muziek omarmen?)! Aanrader! (Hannah)
Little creatures (1985)
De overschakeling naar country op deze plaat komt nogal opeens na al de rock/funk van de vorige albums. Het is een stijl die mij niet echt kan bekoren en die ook minder bij Talking Heads lijkt te passen. Sommige nummers voelen ook meer als een gimmick aan zoals Byrne’s geknor op ‘Stay up late’ bijvoorbeeld. ‘Little creatures’ meandert onopvallend voort en dat is iets wat mij nog niet overkomen is bij de vorige albums. Een nummer dat er wat bovenuit steekt is ‘The lady don’t mind’ maar voor de rest is het slim pickings op het zesde album van Talking Heads. (Frederik)
Goh, ik voel zoiets tussen een onvolmondige ja en een niet geheel overtuigde nee. Ja, want op dit album staan enkele geweldige nummers (‘And she was’! ‘The lady don’t mind’! ‘Road to nowhere’!) en wordt geëxperimenteerd met andere instrumenten. Nee, want de invloeden blijven grotendeels hetzelfde en kunnen me misschien om een onbepaalde reden en na al die voorbije albums minder overtuigen? Een nja dus, een hmm, een misschien. (Hannah)
True stories (1986)
Op dit album lijkt de band terug te keren naar hun oude stijl maar dan zonder de rijke instrumentatie die albums als ‘Fear of music’ of ‘Remain in light’ zo uitzonderlijk maakten. Talking Heads klinkt een beetje als een vermoeide kopie van zichzelf die zich door de routine van een plaat opnemen werkt. De accordeon op ‘Radio head’ geeft de song ook iets van een Tiroolse schlager mee wat een zeer bizarre combinatie is voor de band. Vreemd te bedenken dat het net die song is waar Radiohead zijn naam vandaan heeft gehaald. De funkrock die eerder zo aanstekelijk werkte voor de band is hier volledig afwezig. In plaats daarvan krijg je slaapverwekkende ballads als ‘Dream operator’ of ‘City of dreams’ die weinig indruk maken. (Frederik)
Ik leerde in de lagere school dat te nooit goed kan zijn en dit wordt voor mij in dit album heel duidelijk. Te weinig structuur en dus te veel van de hak op de tak en chaos, te weinig vernieuwend en tegelijk te weinig goede nummers. Te weinig durven kiezen voor de toekomst, te veel laten leiden door verleden. Kortom, een schoolvoorbeeld hoe het niet moet. (Hannah)
Naked (1988)
‘Naked’ is opnieuw een heel vrolijk en dansbaar album. Op opener ‘Blind’ is daar meteen weer die funky swagger die de band doorheen zijn carrière heeft geperfectioneerd. De salsa en Zuid Amerikaanse grooves op ‘Mr. Jones’ en de Hawaïaanse invloeden op ‘Totally nude’ geven goed weer wat voor een muzikale spons Talking Heads is als band. Niet alles werkt echter even goed, ‘Facts of life’ gaat niet echt ergens naar toe voor mij. ‘Cool water’ is dan weer een nummer dat volgens mij zeer bepalend is geweest voor de sound van Radiohead. Ik denk dat het een goede beslissing was van de band om na ‘Naked’ te stoppen. Met dit album als afsluiter kunnen ze hun carrière met geheven hoofd beeïndigen. (Frederik)
Het zonnetje schijnt en deze sluit daar perfect bij aan! Aan Zuid-Amerikaanse vibes en Afrikaanse ritme geen gebrek. Anders dus, jazeker. Zeker leuk, zo opzwepend en zoals altijd toch een beetje beheerst! Maar echt een meerwaarde? Niet echt. (Hannah)
Conclusie
Ik ben aangenaam verrast geweest door de muzikale trektocht in de discografie van Talking Heads. Het is een band die ik oorspronkelijk zag als een zwakkere kloon van Roxy Music en daardoor ook als weinig interessant. Hoewel ze zeker door hen beïnvloed zijn groeit de band al vrij snel vanonder die invloed uit met heel eigen, compleet geschifte ritmes. Op albums als ‘Fear of music’, ‘Remain in light’ en ‘Speaking in tongues’ krijg je een band die moeiteloos allerlei uiteenlopende genres weet te verenigen tot een heel eigen geluid. Daar ligt voor mij ook de grootste sterkte van de band. Op hun beste albums breien ze al die genres aan elkaar en toch kan je het onmiddellijk herkennen als iets van Talking Heads. Ik denk wel dat de invloed van Brian Eno niet te onderschatten is op de band. Samen met hem hebben ze die experimentele ritmes ontwikkeld die zo essentieel zijn voor de eigen sound van de band. Nu de platenwinkels weer opengaan is ‘Fear of music’ zonder twijfel het eerste album dat ik mij ga aanschaffen. (Frederik)
Talking Heads is een tijdloze, legendarische en iconische band. Een pionier binnen de muziek; dat staat vast. Toch kunnen voor mij vooral hun hits me bekoren, of ligt dat aan mijn relatieve jeugdigheid? (Hannah)