Header image

Indiestyle luistert: PJ Harvey

door Mattias Goossens

Naarmate de lockdown vordert, krimpt het lijstje met nuttige bezigheden. Daarom willen we jullie graag aansporen om jullie tijd nuttig te besteden, en wel door te luisteren naar volledige discografieën van artiesten waar je niet helemaal mee vertrouwd bent. Dat doen we onder de noemer ‘Indiestyle luistert’. Zelf zin om aan deze reeks mee te werken? Neem hier een kijkje en mail de artiesten die je wil ontdekken door naar info@indiestyle.be. Hier vind je een overzicht met alle luisterdagboeken.

Riot grrl, activiste, kunstenaar: PJ Harvey is het allemaal. Ze stond haar mannetje in volle grunge, dumpte Nick Cave en geldt als inspiratie voor hedendaagse gitaargrieten als Anna Calvi en Sadie Cleary van Wolf Alice. Lezers Lisa Durnez en Martijn Van Loo ontdekten de afgelopen week voor het eerst haar albums.

Hoe goed ken je de artiest al? 

De afgelopen lockdown-weken ontdekte ik – eerder toevallig – heel wat nieuwe vrouwelijke artiesten. Ik legde mezelf de uitdaging op om nog meer vrouwelijke muzikanten te leren kennen. De kans om PJ Harvey eindelijk eens écht te ontdekken kon ik dus niet laten liggen. Ze leek me altijd al een ongelofelijk coole vrouw, maar puur muzikaal ken ik enkel haar album ‘Let England shake’. Dringend tijd dus dat ik haar niet enkel als ‘ex-lief van Nick Cave’ leer kennen maar ook als vrouw en muzikante op zichzelf. (Lisa)

Na enig Google-werk kwam ik op die datum: zaterdag 2 juli 2011. Op die dag werd ik door mijn twee muzikale vrienden meegesleurd naar twee bands waar ik op dat moment nog niet echt bekend mee was. Mijn vrienden zijn me op muzikaal vlak altijd een stapje voor geweest. Nog steeds doen ze functie als part-time poortwachter voor mijn muzikale wereld. Soit, we zitten dus op Rock Werchter en ergens in de late namiddag betreedt er een vrouw met een mini-harp onder de arm het podium. Wat zou ik nu graag schrijven dat ik me dat memorabele optreden nog herinner als de dag van gisteren. Wel, niet dus. Ik kan niet zeggen dat PJ Harvey daar een immense indruk op me naliet, die bewuste zaterdag. Het optreden van die tweede band, Portishead, kan ik me daarentegen wel nog herinneren. Het was ook de Werchtereditie waar mijn vrienden en ik besloten om als ware fangirls drie optredens na elkaar (The National – Arctic Monkeys – Kings of Leon) in de golden circle te vertoeven, en de muziek nog voluit de voorrang kreeg op de pils. Het zegt iets over de tijdsgeest. Deze week gaf ik Polly Jean Harvey de kans alsnog een plaatsje te veroveren in mijn muzikaal referentiekader. (Martijn)

Dry (1992)

Al bij het eerste nummer ‘Oh my lover’ ben ik helemaal mee met de klank van haar gitaar. Het geheel heeft een beetje een lo-fi klank die ik heel cool vind. Er ligt een vuil laagje op alles, het rammelt meer dan ik verwacht had, en het tempo ligt hoog. ‘Dress’ is meteen mijn favoriete nummer, die cello! Wie had hier nu een cello verwacht? Het is de eerste keer dat ik bewust naar haar stem luister, die een vlaag soul en blues bevat en me tegelijk ook aan Björk doet denken. Wie is deze vrouw en waarom heb ik hier niet eerder naar geluisterd? Wat een debuutalbum. PJ windt er geen doekjes om: “BAM, hier ben ik, en jullie zijn nog niet direct van me af.” Ik kijk nu al uit naar het vervolg. (Lisa)

Uitstelgedrag speelde me parten. De drukte na de Paasvakantie door het preteachen en al het online lesgedoe, zorgde ervoor dat ik het schrijven van de stukjes tekst bij de discografie van PJ Harvey uitstelde, waardoor ik bij schrijven voor de vijfde of zesde keer ‘Dry’ aanvat. Opener ‘Oh my lover’ klinkt ondertussen al vertrouwd in de oren. Ik ben reeds gewend aan de manier waarop PJ  – op tamelijk onnavolgbare manier – zingt. Haar stem vraagt immers wat gewenning. Wat me bijblijft na zoveel luisterbeurten ‘Dry’ is de flow van de plaat. De nummers schuiven op heel natuurlijke wijze in elkaar. Mijn lieveling, ‘Plants and rags’, is eigenlijk het meest atypische nummer van de plaat. Rustig begin, PJ met gitaar, maar wat scheurt dat nummer open! Die strijkers! Klaas Janzoons zou me gelijk geven als ik zeg: kippenvel. (Martijn)

Rid of Me (1993)

De agressieve gitaar en drum die dit album overheersen passen helemaal bij de frustratie die ik tijdens de lockdown – zoals iedereen vermoed ik – wel eens voelde. De nummers klinken iets complexer en gevarieerder. Agressiever en donkerder ook. “God, wat een prachtige stem heeft ze” denk ik bij de intro van ‘Legs’ waarin ze bijna jammerend begint. Daarmee heeft ze me tot nu toe misschien wel het meest overtuigd, met die prachtige stem. In ‘Man-size sextet’ haalt ze terug strijkers boven, zoals ze op ‘Dry’ ook al minimaal deed. Het is misschien gewaagd tussen al dat gitaargeweld maar het houdt het album absoluut levend. Conclusie van dit album: een vrouw die echt rockt is zo ongelofelijk cool. (Lisa)

Een stuk harder dan ‘Dry’. Dat is toch wel het eerste dat opvalt na enkele luisterbeurten van ‘Rid of me’. PJ zingt/roept harder in ‘Snake’, de gitaren klinken meer distorted in ‘Highway ‘61 revisited’, en de snaredrum deelt venijnige tikken uit in ‘Rub ‘till it bleeds’. Ook op deze plaat schuwt PJ Harvey het gebruik van strijkers niet. ‘Man-size sextet’ kan zo passen als soundtrack van de betere horrorfilm. De gitaarsound van ‘Yuri-G’ zou dan weer uit de boxen van Sonic Youth kunnen knallen, om maar een van de vele ‘90s noiserockbands te noemen die wederzijdse invloeden delen met PJ Harvey. En toch blijft PJ Harvey trouw aan de bluesrock-roots die haar muziek kleuren, zo bewijst afsluiter ‘Ecstasy’. Goeie plaat! (Martijn)

To bring  you my love (1995)

Deze begint iets ingetogener en beheerster met de titeltrack. Fijn, ik denk dat ik een beetje had afgehaakt moest er meteen opnieuw veel gitaargeweld aan te pas komen. Op ‘Meet ze monsta’ maakt de punk plaats voor rollende drums en diepe bas. Dit nummer blijft toch meer hangen dan de nummers op de vorige platen. Met dit album lijkt PJ iets meer risico’s te nemen dan met de vorige twee; er is plaats voor wat electronica en de contrasten tussen de nummers zijn groter. Ze doet perfect wat nodig was na de twee vorige albums: ze vernieuwt zichzelf – nu al – en gaat op zoek naar andere klanken en ritmes. Dit geeft haar muziek een nieuwe dimensie. Voorlopig is dit mijn favoriete album! (Lisa)

Nick Cave. Dat is de man – beter: halfgod – waaraan ik moet denken bij de eerste luisterbeurt van ‘To bring you my love’. Het eerste en gelijknamige nummer van het album voelt als een lange wandeling door een koortsachtige droom, inclusief uitgedroogd woestijnlandschap. Tergend, traag, maar ook kleverig en verschroeiend zijn bijvoegelijke naamwoorden die passend zijn voor het nummer. PJ Harvey lijkt zich op dit album wat meer te ontpoppen tot goeroe en verhalenvertelster. Muzikaal is er echt wel een breuk met de twee vorige albums. De overstuurde gitaren maken plaats voor soundscapes, synthesizers en meer zweverige gitaareffecten. Niet slecht! (Martijn)

Is this desire? (1998)

Ik ben onder de indruk van dit album. Plots is er plaats voor triphopbeats en fluisterzang à la Massive Attack! Uitermate fascinerend hoe Polly blijft verrassen. Telkens wanneer ik een dip in haar repertoire verwacht komt ze met iets nieuws. Dit is wellicht de meest sfeervolle plaat tot nu toe, meer electronica, meer triphop dan punk. Ik twijfel of ik nu wéér moet zeggen dat dit mijn favoriete plaat is. Tot ik ‘The garden’ en ‘The river’ gehoord heb. Excuses, dit is wel degelijk mijn favoriete plaat. (Lisa)

‘Is this desire?’ vraagt PJ zich af op haar vierde langspeler. Ondanks openers ‘Angelene’ en ‘The sky lit up’, die vooral doen denken aan haar ouder werk, is deze plaat toch een nieuwe fase in de muzikale ontwikkeling van Poly Gene Harvey. Toen ik ‘The Wind’ voor het eerst hoorde schreef ik meteen Massive Attack op. Het verlangen dat PJ zoekt vertaalt zich in een intrigerende triphopsound op deze plaat. Niet verkeerd, maar geef mij toch maar de rauwere PJ. ‘No girl so sweet’ is dan ook mijn favoriet nummer van de plaat. Rauwe vocals, en het samenspel van gitaar en viool doet me ditmaal écht aan dEUS denken. Stijlvolle albumcover ook. (Martijn)

Stories from the city, stories from the sea (2000)

Dit album is een beetje wat ik al vroeger verwacht had; het middelmatige album. Dit doet me weinig, de songs springen er niet echt tussenuit.  Zeker niet slecht, maar ook niet erg boeiend. Interessant hoogtepunt van het album: het duet met Thom Yorke in ‘This mess we’re in’. Ik ben nog niet helemaal uit of ik dit nu een erg goed of erg raar nummer vind. Duetten klinken snel cheesy. Nooit gedacht dat ook Thom Yorke cheesy kon klinken. (Lisa)

Op haar vijfde studioplaat mikt PJ Harvey op het bredere publiek, denk ik. De plaat luistert makkelijker weg dan haar vorig werk. De nummers zijn een pak aanstekelijker dan op ‘Is this desire?’, afgelikter dan op ‘Dry’ en ‘Rid of me’ en hebben een hoger hit-potentieel dan op ‘To bring you my love’. ‘This mess we’re in’ is een topnummer, de match tussen de stem van PJ en Thom Yorke benadert de perfectie. Luister zeker nog een nummer verder, want ‘You said something’ is mijn persoonlijke favoriet van deze plaat. (Martijn)

Uh huh her (2004)

PJ gaat terug op zoek naar haar roots, daar is de gitaar weer, daar is de garagerock weer. In ‘Who the fuck’ vloekt Polly zo overdadig dat ik zin krijg om gewoon kei hard mee te vloeken. Hoe geweldig moet het geweest zijn om zo’n direct nummer te schrijven? Ik merk wel een beetje een Polly-moeheid, ook op deze plaat blijven niet alle nummers hangen en doet het me allemaal wat weinig. Maar misschien heb ik ook gewoon teveel geluisterd op te weinig dagen; ik ben tegen deadlines werken duidelijk niet meer gewend. (Lisa)

Moeilijke plaat. In alle betekenissen van het woord. Ze gaat een beetje alle kanten uit, maar ook nergens. Geen enkele song springt er echt uit. Na meer dan vijf luisterbeurten slaag ik er nog steeds niet in iets zinnigs te schrijven over deze plaat, dus bespaar ik jullie vage beschrijvingen of misplaatste referenties. Minste album tot nu toe. Sorry PJ. 

White chalk (2007)

Ja! Het is er weer! Meteen bij het eerste nummer, ‘The devil’ heeft ze me terug mee. Haar gitaar maakt plaats voor piano, en het is het eerste album waarin ze zich echt kwetsbaar lijkt op te stellen. Haar stem klinkt niet langer agressief maar voelt met de hoge, ijle klanken eerder weerloos en gebroken aan. Prachtig hoe een plaat zo mooi rond één gevoel kan cirkelen. Verslagenheid, wanhoop, tristesse. Mijn gemoed op het moment van luisteren sluit volledig aan bij dit gevoel en ik wentel me er maar al te graag in. Euh, ja, mijn favoriete album dus. (Lisa)

De intrigerende albumhoes valt meteen op: PJ in een maagdelijk witte jurk voor een zwarte achtergrond. Ondanks het beeld kracht uitstraalt, lijkt ze zich ook heel kwetsbaar op te stellen. Pianoklanken bepalen meer dan ooit tevoren de sound en het gevoel op deze zevende plaat van PJ. Er is zelfs een nummer met als titel ‘The piano’. Toch is ook op dit album mijn favoriet nummer misschien het buitenbeetje. Want op ‘White chalk’, het titelnummer, is het een combinatie van gitaar en harp die je een krop in de keel bezorgen. Schoon nummer, mooie plaat. (Martijn)

Let England shake (2011)

Zoals eerder gezegd de plaat die ik het beste kende en voor mij persoonlijk nog steeds de meest iconische plaat met de meeste thematiek. Het is wel boeiend om ze nu eindelijk in de rest van haar oeuvre te kunnen plaatsen. Dit album draait vooral om de lyrics en de zanglijnen maar maakt het daarom muzikaal niet minder interessant. Ik hoor opnieuw de klank van Björk in haar stem, die terug vooral de hoogte ingaat. Met het oorlogsthema heb ik zelf minder voeling maar PJ weet het als geen ander over te brengen. Een monumentaal album, ongetwijfeld. (Lisa)

Dit is eigenlijk de enige plaat die ik voor deze onderneming reeds geluisterd had. Het is -achteraf gezien – misschien wel de beste plaat om PJ Harvey te leren kennen. Waar bij ‘Uh huh her’ geen enkel nummer echt binnenkwam, raakt deze plaat me veel harder. De sound zit perfect in ‘The glorious land’. In ‘England’ lijkt ze te zingen met meer overgave dan ooit tevoren. Het beste nummer vind ik ‘All and everyone’, die tempowisselingen zijn altijd wel een beetje Harveyaans geweest, maar komen hier fantastisch tot hun recht. Misschien vind ik dit wel de beste plaat van PJ! (Martijn)

The hope six demolition project (2016)

Deze plaat lijkt sterk in lijn te liggen van ‘Let England shake’ én ik blijk meer nummers te kennen dan ik dacht. De klanken zitten hetzelfde en ze haalt dezelfde instrumenten boven; een diepe sax, galopperende drums, een koortje hier en daar. Inhoudelijk gaat het weer sterk over politiek, oorlog, dood en armoede. PJ lijkt duidelijk een nieuwe fase in te gaan; dit zijn bijna journalistieke songs. Ze verheffen haar muziek tot een hoger niveau en dat maakt dat ook dit een ongelofelijk boeiende, monumentale plaat is. Voor mij persoonlijke is het een plaat die ik niet zomaar zal opzetten, maar meer een plaat waar ik bewust naar moet luisteren. Eerlijk toegegeven, daar heb ik niet altijd zin in. Maar ik wil er graag mijn best voor doen. (Lisa)

De negende – en voorlopig laatste – langspeler van PJ Harvey komt niet aan het niveau van ‘Let England shake’. Eerste nummer ‘The community of hope’ is nochtans veelbelovend. Sterke song, zeer leuk drumgeluid, fijne samenzang. Gedurende het nummer krijg je een beeld van de Amerikaanse buitenwijken, in al hun verloedering. “They’re gonna put a Walmart here” besluit PJ, het leven is een lach en een traan. Helaas staan er ook heel wat mindere nummers op dit album. (Martijn)

Conclusie

Wauw, dat was me wel een trip. Ik ben erg blij dat ik PJ Harvey aan mijn lijstje van zeer gerespecteerde artiesten kan toevoegen. Ze is een artieste die zichzelf telkens blijft heruitvinden, zonder dat het gemaakt of niet-oprecht aanvoelt. Ik had aanvankelijk een beetje schrik voor overdadig gitaargeweld, maar dat was allesbehalve gegrond. Haar repertoire gaat ongelofelijk breed en dat maakt dat het boeiend blijft en dat ik me ook volledig in haar stijl kan vinden – wat die ook moge zijn. Een muzikante om te blijven volgen dus. Ik hoop heel erg dat ik, in mooiere tijden waarin concerten en festivals terug toegestaan zijn, haar eens op een podium kan zien staan. Ik ben er nu al van overtuigd dat dat een boeiende ervaring zal zijn. (Lisa)

Weet je welke band nog stond geprogrammeerd op die zaterdag 2 juli in 2011? Bright Eyes. Een band die ik nu nooit – maar dan ook nooit! – links zou laten liggen. Wat toen dus wel gebeurde. Ik koos destijds voor Elbow op het hoofdpodium. Om maar te zeggen: We hebben allemaal wel ergens spijt van in ons leven. En smaken veranderen. Waar ik geen spijt van heb, is de luistermarathon van negen PJ Harvey albums op een week tijd. Akkoord, niet elk album was even onvergetelijk, maar toch heb ik wel enkele boeiende luisteruren achter de rug. In deze tijd kan een mens enkel maar hopen dat PJ Harvey een van de volgende zomers op een Belgisch festival staat. Nu ben ik er wel klaar voor. Ik zal er dan ook staan PJ, en terugdenken aan deze rare weken waarin ik je leerde kennen. Kijk jij dan even naar dit Spotify-lijstje met mijn verzoeknummers? Hou het gezond en tot dan, PJ!