Naarmate de lockdown vordert, krimpt het lijstje met nuttige bezigheden. Daarom willen we jullie graag aansporen om jullie tijd nuttig te besteden, en wel door te luisteren naar volledige discografieën van artiesten waar je niet helemaal mee vertrouwd bent. Dat doen we onder de noemer ‘Indiestyle luistert’. Zelf zin om aan deze reeks mee te werken? Neem hier een kijkje en mail de artiesten die je wil ontdekken door naar info@indiestyle.be. Hier vind je een overzicht met alle luisterdagboeken.
Nine Inch Nails was in de jaren een klinkende naam in de industrial-wereld, en de laatste jaren heeft Trent Reznor zich samen met officieus tweede kernlid van de band Atticus Ross zich steeds meer in soundtracks en instrumentale muziek verdiept. Om die evolutie mee te maken, hebben lezers Mattijs De Lee en Niels Danzon zich een week lang in de discografie van de band verdiept.
Hoe goed ken je de band al?
Je moet al onder heel wat stenen hebben gewoond om de naam Nine Inch Nails níet te kennen. Frontman Trent Reznor is daarnaast een fenomeen op zich. Desondanks beperkt mijn kennis tot hun oeuvre zich tot ocharme één track: ‘Hurt’. Want what else. Ze zijn (in mijn ogen) een icoon van de jaren negentig, maar eerlijk gezegd weet ik verder nagenoeg niets over hen, zelfs niet in welk genre ze te classeren zijn. Spannend! (Mattijs)
Toen mijn lief me overtuigde om deze band op te geven voor dit luisterexperiment, dacht ik dat het een band was die softrock maakte. Hun naam kende ik enkel van band T-shirts, wat me leidde tot de ongegronde conclusie dat het wel een commerciële band zou zijn. (Niels)
Pretty hate machine (1989)
Mocht ik een kind van eighties zijn, ik zou ongetwijfeld fan zijn van dit album. Het is tot mijn verrassing meer industrial dan ik dacht, met veel elektronische elementen. Opener ‘Head like a hole’ leunt nog dicht aan bij wat ik verwacht had, dubbele basdrum incluis, maar in een track als ‘Ringfinger’ leunt het geheel vind ik zelfs redelijk dicht bij de new wave. Verrassend! (Mattijs)
De mensen die de band kennen en mijn inleiding hebben gelezen geef ik al het recht om me op dit moment uit te lachen want boy was I wrong. ‘Pretty hate machine’ overviel me met een waaier aan emoties. Enerzijds gaf het album me zin om te genieten van de catchy elektronische deuntjes, anderzijds kreeg ik op bepaalde ogenblikken de neiging om mijn voeten agressief mee te bewegen op de maat van de muziek. Dit veelzijdige karakter maakte me een beetje verward maar ik heb wel erg genoten van het album. (Niels)
Broken (1992)
Een plaat uit mijn geboortejaar, hoera! De plaat begint ook met hoe ik ter wereld kwam, in crescendo (nee dat is onzin, excuses). In elk geval: vanaf track twee ben ik helemaal mee met deze plaat. ‘Wish’ en ‘Last’ zijn harde tracks waarin er ook wat meer grain in Reznors stem naar boven komt. In ‘Happiness in slavery’ gaan ze opnieuw de industriële toer op en is een vergelijking met Rammstein niet ver weg. Na afloop lijkt het hele album voor mij op een volwassen editie van Deftones, als je me een beetje volgt. Waar Deftones de dwarse 15-jarige puber is die gepest wordt op zijn school is dit album van NIN de nog steeds rebelse universiteitsstudent die als iets minder verward is, maar nog altijd kwaad is op de maatschappij. (Mattijs)
Waar ‘Pretty hate machine’ speelde met een erg obscuur dansvloergeluid, is ‘Broken’ doorgeschoten naar de zware kant van het spectrum. Hoewel dit de veelzijdigheid uit het album haalt, is het ook wel een verademing voor me. Voor de eerste keer kon ik me volledig focussen op de lading die Trent Reznor meebrengt op de plaat. Zodra ik begon te luisteren, leek het alsof de lucht gevuld werd met donderwolken maar regen uitbleef. Het album staat me wel aan maar het is nu niet bepaald iets dat ik uit mezelf zou beluisteren. (Niels)
The downward spiral (1994)
Het is intussen wel duidelijk waarom Nine Inch Nails z’n status verwierf. De band weet telkens met overtuiging werk op te leveren dat je als luisteraar een heel nieuw blik aan muzikale mogelijkheden voorschotelt. Niets lijkt daarbij overhaast, en alles doordacht. Muziekprofessionals, ongetwijfeld. Maar, of dat ook voor mij weggelegd is? Ik begin er aan te twijfelen. Los daarvan: ‘Hurt’ is een meesterwerk en dat blijft het ook. (Mattijs)
Doorheen het hele album bleef de sfeer van ‘Broken’ in mijn hoofd rondzweven met het verschil dat ik terug wat meer veelzijdigheid voelde. In mijn hoofd pasten de schreeuwerige teksten perfect op de instrumentale sfeer die werd gegenereerd. ‘The downward spiral’ dreef me tot veel gevoelens waarvan ik amper wist dat muziek ze kon naar boven brengen. De duistere elektronische rock was met momenten wel iets te chaotisch voor mij. (Niels)
The fragile (1999)
Deze plaat varieert voor mij te weinig om zijn 103 minuten aan lengte waard te zijn. Dat viel vooral op omdat ik op automatische piloot begon te luisteren. De ene industriële beat loopt over in de volgende, en zelden nam ik de moeite om eens te checken welke track er net speelt, en dat is geen goed teken. Hoogtepunten zijn er in het begin wel te vinden met ‘The day the world went away’ en ‘We’re in this together now’. Het muzikale begin ik daar steeds meer te appreciëren, maar ik begin te vrezen dat Reznors stem me niet echt bevalt. Sorry! (Mattijs)
‘The fragile’ brengt zoals de albumtitel doet vermoeden een veel brozer geluid met zich mee. Dat houdt Nine Inch Nails alleszins niet tegen om dezelfde energie over te brengen in zijn muziek. Het album geeft me zin om mijn, al dan niet opgekropte, woede er allemaal uit te smijten. Naar mijn mening een zeer rauw en krachtig album dat alles in zich heeft om veel mensen van hun sokken te blazen zonder instrumentale bombardementen. (Niels)
With teeth (2005)
Met hernieuwde moed vat ik de volgende plaat aan. En dat begint toch met een verrassing! Hoewel de industriële sound aanvankelijk blijft overheersen en ik dat zoetjesaan wel gehad heb komt in het eerste nummer meteen wat variatie. De breakbeat wordt door een smakelijke baslijn aangevuld, en in het tweede deel gaan we zowaar de radiotour op met een harde 4/4e beat en poppy tweestemmigheid over een Elton John-pianootje. Allemaal samen: “why do you get aalll the looove in the world”! Zo’n poppy gevoel komt ook terug, zoals in ‘The hand that feeds’, met een behoorlijk swingende synth-melodie en easy drumbeat. Raar! Al vind ik het voor een keertje niet zo erg. (Mattijs)
Naarmate mijn reis doorheen de discografie van Nine Inch Nails vordert krijg ik het gevoel dat ik minder en minder de kans krijg om mijn impressie te geven zonder in herhaling te vallen. Wederom een erg solide album dat heel rauw en geladen is maar ik mis een beetje variatie. Bij het nummer ‘All the love in the world’ krijg ik een beetje heimwee naar Radiohead en ik moet zeggen dat ik er geen probleem mee zou hebben moesten de volgende albums iets meer elektronische wortels in de grond zouden hebben. (Niels)
Year zero (2007)
Het album begint met een badass drum-intro die menig jonge luisteraar ongetwijfeld zou stimuleren om zelf de drumsticks op te nemen. Heel dat instrumentale eerste nummer terzijde is de rest van de plaat opnieuw gestoeld op dezelfde industriële vorm. Waar in het begin nog wat variatie op te merken is, valt die naar het einde helaas weer moeilijk te bespeuren. En dat doet me jammer genoeg cynische overpeinzen hoeveel nummers op dezelfde elektronische klanken en dezelfde beat-snare-toon in godsnaam mogelijk zijn. Veel, blijkbaar. Maar moet dat dan ook, NIN? (Mattijs)
‘Year zero’ verschilt op zich niet veel met de voorgaande maar pakt het in mijn ogen volledig anders aan. Ik kreeg het gevoel dat in tegenstelling tot de andere albums dit album doelgerichter was. Het liet me op tijd ademen en verstikte me niet in non-stop opdringerige riffs. Deze aangename verandering zorgde ervoor dat ik veel geconcentreerder kon blijven tijdens het luisteren. De chaotische ordelijkheid heeft me alleszins erg goed gedaan en ik hoop dat ze deze trend aanhouden. (Niels)
Ghosts I-IV (2008)
Hoera voor variatie! Mijn cynisme aan het einde van de vorige plaat kan opgeborgen worden. De 36 nummers op de ‘Ghost’-plaat hebben niets te maken met wat NIN de vorige keren uitbracht. Wat de beweegreden achter deze geest is weet ik niet. Ik vermoed dat het een verzameling is van random werk dat NIN doorheen de jaren wist bij elkaar te experimenteren maar nooit uitbracht, tot deze verzameling. Ik ben in ieder geval wel blij om bijna twee uur lang instrumentale en experimentele tracks te kunnen luisteren. In het begin springen voor mij tracks ’03 ghost I’ en ’05 ghost I’ in het oor. Naarmate de plaat vordert loopt het ene zo wat over in het andere en verschuift het geheel wat meer naar de achtergrond. Het valt wel op wanneer een andere ‘Ghost’-editie aangesneden wordt op het album. Elk heeft zijn eigen subtiele nuances en eigenaardigheden. (Mattijs)
Trent Reznor zijn “alles of niets mentaliteit “ steekt hier weer de kop op en dat vertaalt zich in een bijna zuiver instrumentaal album vol onorthodoxe ambient. Met 36 nummers is het denk ik het langste album dat ik ooit heb geluisterd maar gedurende de hele plaat ervoer ik een heerlijk impressionante sfeer in mijn kamer die elke kubieke millimeter deed resoneren. Ik denk dat van deze plaat een heel goed acid-deuntje zou kunnen gesampled worden en als iemand erin slaagt wil ik zeker de eerste zijn om het te beluisteren. (Niels)
The slip (2008)
In hetzelfde jaar als ‘Ghosts I-IV’ brengt Nine Inch Nails ook ‘The slip’ uit. Dit album voelt opnieuw meer “vintage” NIN aan. Het is een plaat die doordacht aanvoelt, met zorg geproduceerd zonder te willen haasten. Indrukwekkend, vooral omdat het niet het enige is dat Nine Inch Nails uitbracht in 2008. ‘The slip’ bundelt zowat alles wat we al gehoord hebben van NIN tot hier toe (‘Ghosts’ buiten beschouwing gelaten, misschien): de harde industriële rock met toch een aantal tracks die radiozenders ongetwijfeld zouden oppikken (‘Discipline’ bijvoorbeeld) en ook meer ingetogen momenten naar het einde van de plaat. Best wel een goede kennismaking met de band, bedenk ik me! Al ben ik zelf intussen al acht albums ver and counting. (Mattijs)
‘The slip’ toont voor mij nogmaals aan hoe een getalenteerde band Nine Inch Nails wel niet is en dit enkel en alleen al vanwege hun mogelijkheid om zoveel verschillende genres aan elkaar te lijmen. Het album lijkt op bepaalde momenten terug op zijn chaotische voorgangers en dit vind ik wel wat spijtig. Al bij al een erg gevarieerde plaat die opnieuw een erg gespannen atmosfeer met zich meebrengt. (Niels)
Hesitation marks (2013)
Deze plaat begint bijzonder smakelijk. ‘Copy of a’ steunt op een uptempo techno-inspired beat met de oldschool tshke tshke thske-hi-hat en trance-like synthesizer melodie er over. En wat blijkt: de rest van de plaat volgt die elektropoppige trend. Verrassend, maar positief: het toont aan dat de band tot veel in staat is waardoor niet elke volgende plaat aanvoelt als een afkooksel dat terug wil grijpen naar succes uit een andere tijdsgeest. Dat houdt NIN relevant, ook na de nineties. On a personal note: ook deze NIN is niets voor mij, helaas. Het enige nummer dat ik kan smaken is de Oneohtrix Point Never-remix van ‘Find my way’ (op de Deluxe-versie van deze plaat die op Spotify staat). (Mattijs)
Naarmate mijn verdieping in de discografie vordert moet het me toch van het hart dat de veelzijdigheid van Nine Inch Nails me een beetje begint te irriteren. Sporadische stijlbreuken binnen een album kan ik wel smaken maar op dit album krijg ik het gevoel dat de band met drie verschillende projecten bezig is. Deze irritatie buiten beschouwing gelaten, slagen ze er toch weer in om hun naam dieper in mijn geheugen te griften. (Niels)
Not the actual events (2016)
Hoewel ‘Not the actual events’ een ep is, is er weer een heleboel te verteren. Na al de vorige albums te beluisteren zou je denken dat de band verder zou evolueren naar nieuwer geluid maar op deze ep keren ze net terug naar het onversneden rauwe geluid van op ‘Broken’ met behoud van de elektronische invloeden. Geen onaangenaam geluid maar een erg ondoordringbare atmosfeer die voor mij iets te complex is om samen te vatten in vijf nummers. (Niels)
Add violence (2017)
Eindelijk krijg ik het gevoel dat Nine Inch Nails terug wat tot rust is gekomen. Ik werd getrakteerd op een elektronischer geluid wat voor mij de fundering legde om het anders o zo rauwe talent van de band te appreciëren. Hoewel het een ep van een klein halfuur is voelt het alsof er uren voorbij vliegen. Naar mijn mening is dit de ideale plaat om te beluisteren op een eenzame winterse treinrit naar nergens en niets. (Niels)
Bad witch (2018)
Meerdere keren liet NIN me in de steek door te opteren voor een abrupter chaotischer geluid maar voor mij maakt deze plaat alles goed. Het album gaf me nogmaals de kans om in te zien dat Trent Reznor zich niet moet binden aan één genre om me van mijn sokken te blazen. Voor mij komt dit over als een mooi evenwicht tussen al het eerdere werk van de band en laten ze geen steken vallen. (Niels)
Ghosts V: Together (2020)
Met het ontdekken van ‘Ghosts V: Together’ denk ik dat ik ook meteen het perfect studeeralbum heb gevonden. De met momenten honingzoete ambientgeluiden lieten me bijna meebewegen met de lucht. Een spannende doch meeslepende verzameling van soundscapes die me wel kon smaken. Zeker een album dat ik opnieuw zou beluisteren. (Niels)
Ghosts VI: Locusts (2020)
‘Ghosts V: Locusts’ grijpt je van begin tot einde bij de keel maar vergeet soms dat je nog moet kunnen ademen. Het album is heel compact doch uitgebreid en zet in met zenuwslopende elektronische soundscapes die me een beetje op stang joegen. Hoewel het album vrij snel van toon wijzigt wringt de acclimatisatie een beetje bij me. Naarmate de vordering van het album lukte het me wel meer om te genieten van de sfeer die het album in zich draagt. (Niels)
Conclusie
De oplettende lezer had misschien al door dat mijn bijdragen stopten na ‘Hesitation marks’. Jammer genoeg kwam the real job even op de deur bonken om duidelijk te maken dat er nog wel wat te doen is. En het kwam er dus niet van om met de juiste oren naar de rest van NIN’s oeuvre te luisteren. Maar 9 van de 14 platen van NIN geven me ongetwijfeld wel genoeg munitie om een oordeel te vellen, en helaas moet ik concluderen dat het niet mijn theekopje is. Ik had als naïef schaap dat enkel ‘Hurt’ kent eerlijk gezegd meer grunge-achtige muziek verwacht. Niet dus! Ik kreeg het soms op m’n heupen van de industriële sound en gebrek aan melodie of goeie riffs, en vrees dat het vertrouwde ‘Hurt’ toch de enige NIN-track is die ik in de toekomst weer zal opleggen. Al zeg ik dat met het grootste respect voor Reznor en zijn makkers voor wat ze hebben gecreëerd de afgelopen decennia. (Mattijs)
Ik denk dat het niet echt op zijn plaats is om een conclusie te vormen over NIN. Persoonlijk sta ik versteld van de veelzijdigheid die Trent Reznor met zich meedraagt maar zijn hele discografie verteren op een week tijd is een te complex vraagstuk voor de mij. Ik heb erg genoten van de sfeer en lading van ieder album en zal NIN altijd onthouden als het Zwitsers zakmes van de rock. (Niels)