Naarmate de lockdown vordert, krimpt het lijstje met nuttige bezigheden. Daarom willen we jullie graag aansporen om jullie tijd nuttig te besteden, en wel door te luisteren naar volledige discografieën van artiesten waar je niet helemaal mee vertrouwd bent. Dat doen we onder de noemer ‘Indiestyle luistert’. Zelf zin om aan deze reeks mee te werken? Neem hier een kijkje en mail de artiesten die je wil ontdekken door naar info@indiestyle.be. Hier vind je een overzicht met alle luisterdagboeken.
Car Seat Headrest heeft zich ontpopt tot een van de meest geliefde indiebands van het afgelopen decennium. Vorige week vrijdag verscheen nieuwste plaat ‘Making a door less open’ bij Matador, maar frontman Will Toledo begon ooit als obscuur Bandcamp-project. Lezers Jan Schraeyen, Mattijs De Lee en Tom Vandenhove zullen heel die evolutie doormaken aan de hand van de streambare discografie van de band.
Hoe goed ken je de band al?
Car Seat Headrest. Zo’n bandnaam die intrigeert maar waarbij je ook ergens lichtjes vreest dat ze speciaal gaan doen “for the sake of speciaal doen”. Anderzijds sluimert er ook een zweem van tristesse in. Wat uiteindelijk ook wel past. Zanger Will Toledo is het type dat dingen van zich af schrijft. En vaak zijn dat niet zijn meest vrolijke ervaringen. Voor de volledigheid: de bandnaam verwijst naar het feit dat Toledo zijn vocals vaak opnam op de achterbank van zijn wagen. Het blijkt ook een band te zijn die ik al net iets beter kende dan ik dacht, maar voor Indiestyle wilde ik me wel eens graag doorheen hun repertoire werken. Al is het maar om me nog nét iets zelfzekerder te voelen wanneer ik nog eens met een ‘indie-conaisseur’ tussen pot en pint sta te zeveren. (Jan)
De naam Car Seat Headrest heb ik al heel vaak zien voorbijkomen in muzieknieuws, reviews en een aantal keer ook op social media bij mensen die ik volg en wiens mening ik waardeer. Zo weet ik dat het een van de favoriete bands van @Fakeplasticruby is, oftewel Katrin Swartenbrouckx, een journaliste met een kijk op het leven waarin ik me kan vinden. Desondanks heb ik nog nooit de moeite gedaan om de band rond Will Toledo deftig te leren kennen. Niet dat ik Will Toledo al kende van naam, maar in zowat alle artikels of reviews over de band staat wel ergens “de band rond Will Toledo” te lezen waardoor men zou vermoeden dat de man enig aanzien heeft in zijn scene. Die scene, de indiescene I guess, is mij nogal vreemd. ’s Mans naam dus ook. Desondanks, hoewel ik overtuigd postrock en -metalfan ben, heb ik voor de rest een heel eclectische smaak. Dus heb ik altijd wel zin in een ontdekking. Let’s go! (Mattijs)
Waar ik ook ben, Car Seat Headrest wordt er grijsgedraaid, kapotgerecenseerd en (ook niet onbelangrijk) gememed. Het valt dan ook hoe langer hoe meer op dat ik Car Seat Headrest bewust negeer. Dat ik volgens mij zelfs nog nooit een nummer van de band hoorde, verklaart in welke mate ik de voorbije jaren écht geen gitaarbands nodig had waarvan de frontman eruitziet alsof hij weggelopen is uit Weezer. Zelfs al beweert m’n levensgoeroe Anthony Fantano het tegendeel met zijn twee positieve Car Seat Headrest reviews die ik de laatste jaren zag passeren. Wat er nodig was om mij toch naar Car Seat Headrest te laten luisteren? Een Indiestyle-oproep en de nieuwste outfit van frontman Will Toledo: een gasmasker en een fluohesje, wat is hier aan de hand? En kan iemand mij vertellen what the fuck Car Seat Headrest nu eigenlijk is? Mijn verwachtingen zijn laag. Ik vrees zelfs dat ik met moeite door de albums zal geraken en ik de opdracht laat mislukken. Sorry Indiestyle! Mijn enige hoop: de positieve reacties op het internet door mede-liefhebbers van alles wat allesbehalve Car Seat Headrest is. (Tom)
My back is killing me baby (2011)
Gezien de albums ‘1’, ‘2’, ‘3’ en ‘4’ niet aangeboden worden op de ‘officiële’ streamingplatformen, begint mijn “opdracht” hier. Openingstrack ‘The drum’ is meteen zo’n “Oh! Dat nummerke!”-moment. Een bescheiden indie-hit die meteen de toon zet voor een rondje rammelige lo-fi rock. Uitgebracht in 2011, word je meteen naar de 90’s gekatapulteerd. Lekker. Met ‘Happy news for sadness’ wordt er onmiddellijk op de rem getrapt en zo weet je na twee nummers al tussen welke uitersten deze plaat heen en weer zal schommelen. De blikkerige DIY-sound is dan wel weer een, soms vermoeiende, constante. ‘Something soon’ en ‘No passion’ bieden halfweg dan ook een zekere verademing. (Jan)
Het eerste album in dit rijtje is niet het eerste werk van Toledo, want hij had blijkbaar al wat gereleased onder dezelfde bandnaam. Dit voor mij eerste album gaat behoorlijk onstuimig van start – niet kwaad bedoeld. De gitaartrein vertrekt in the drum met een rotvaart uit riff station en komt zelden tot een halt. Toledo’s vocals zetten meteen de toon van het hele album. De zang kan me in dit album niet echt overtuigen, het klinkt voortdurend of hij door een megafoon zingt en het is niet bepaald verfijnd. Dat gecombineerd met de hard afgelijnde en vaak scherpe riffs en luide drum voelt dit eerste album soms wat punk aan. (Mattijs)
Mijn eerste Car Seat kennismaking kon slechter, hoor. Hoewel de som van geklingel + slecht opgenomen vocals exact gelijk is aan mijn verwachtingen, kan ik mezelf onmiddellijk zien rondspringen in een zweterige club als Toledo die intro riff live speelt. Oh, en “long live the drum, and I am his creator” is misschien wel de meest catchy regel op de hele plaat. Op z’n best is ‘My back is killing me baby’ heerlijk catchy gejengel (‘No passion’! Strangers’!) en op z’n slechtst een warboel van losse ideeën. En ik HAAT het als nummers me doen denken aan The Beach Boys, zoals ‘Something soon’. Tijdens het luisteren schreef ik ook “Sonic Youth” en “Happy news for sadness = Ween” op, maar kan iemand me eraan herinneren waarom ik daarop ben gekomen? (Tom)
Twin Fantasy (mirror to mirror) (2011)
De plaat met een ondertussen al legendarische cover start vanuit hetzelfde principe, maar omgekeerd. Een relatief rustig openingsnummer, gevolgd door een up-tempo track die halverwege toch even gas terugneemt. Het duurt dan ook twaalf minuten en kan voor hetzelfde geld als drie verschillende nummers beschouwd worden (zoals ook de ‘lyric sheet’ liet uitschijnen). Alles wordt nog steeds gedragen door een lo-fi sound, maar die lijkt wel lichtjes bijgeschaafd te zijn. Het geheel klinkt gebalanceerd, waardoor het me meer beklijft. ‘Stop smoking’ blijft dan weer onder de anderhalve minuut, maar is wel een persoonlijk favorietje. Net zoals ‘Nervous young inhumans’. Maar het is de gecontroleerde, tien-minuten-en-éénentwintig-seconden durende ‘chaos’ van ‘Famous prophets (Minds)’ die ik persoonlijk op de eerste plaats zet. En misschien wel het begin van een ontluikende liefde voor deze band. (Jan)
De vocal-stijl op album twee verschilt bijna niet van zijn voorganger. Maar op een nummer als ‘Beach life-in-death’ werkt dat ineens een pak beter. Het nummer bouwt goed op dankzij een snel verteld verhaal en een onderdrukte maar nerveus aanzwengelende riff. ‘Sober to death’ heeft dan weer een heel coole lange outro waarin een arpeggio afwisselt met een hardere riff en ons aangemaand wordt om niet te veel zorgen te hebben. Doorheen het hele album lijkt ook een soort motief door te schemeren. Het laatste nummer lijkt dan ook een soort samenvatting of eerder een epiloog, het verhaal van het album is verteld en wordt afgesloten. Prima album! (Mattijs)
Mijn eerste keer met de OG ‘Twin fantasy’ was echt niet oké. Ik ga mensen gelijk moeten geven als ze zeggen dat ik lo-fi niet snap. Hoe harder ik probeer, hoe minder ik hiernaar kan luisteren. En al zeker als het nummer vervolgens 10 minuten duurt. Ik haat zijn stem, ik haat het tempo van de plaat en ik haat de double tracked vocals. Maar wat me misschien wel het meeste stoort, is dat ik voel dat de nummers in essentie echt sterk in elkaar zitten. Ik kan er alleen niet naar luisteren. Alleen naar ‘Beach life in-death’ dan, want die outro is heel geil. (Tom)
Monomania (2012)
Drie albums in twee jaar tijd? Dat is best veel. Te veel? Opener ‘Romantic theory’ lijkt dat alvast niet te bevestigen. Of misschien is dat gewoon omdat het zo verdomd leuk is om “lalala la lala la ooooooooh” mee te lallen. Daarna duurt het toch een nummer of 3 tot de rommelende drums (en zowaar een synth) van Los Borrachos (I don’t have any hope left, but the weather Is nice)’ mijn aandacht weer grijpen. En die wordt grotendeels vastgehouden tot halverwege ‘Anchorite (Love you very much)’. Meteen ook het laatste nummer. Dus, te veel? Naar mijn bescheiden mening misschien wel. Voorlopig worden mijn prille gevoelens na ‘Twin fantasy’ niet beduidend sterker.
‘Monomania’ voelt een beetje aan als een stijlbreuk met de vorige twee albums. Het tweede nummer is compléét anders en voor het eerst overheersen elektronische elementen. Dat is zeker niet misplaatst, en ik verwelkom deze heel aangename afwisseling met plezier. Een ander verfrissend moment volgt twee minuten en twintig ver in het nummer ‘Souls’. Een coole breakdown gevolgd door een pitchend sample zorgde er bij mij voor dat ik even opnieuw met volle aandacht begon te luisteren. ‘Maud gone’ klinkt heel Balthazar-achtig naar mijn mening, wat ook weer eens iets nieuws is. ‘Monomania’ is voorlopig mijn favoriete album. (Mattijs)
Halverwege ‘Misheard lyrics’ voelde ik het al, dit is de eerste keer dat ik van Car Seat Headrest een warm gevoel krijg. Gescoord, Toledo! Je bent weer gegroeid, en deze keer in een richting die je gerust met me mag delen. Het helpt dat dit album makkelijker luistert dan ‘Twin fantasy’, maar op de vocals na klinkt alles ook gewoonweg zoveel voller. Van het orgeltje in ‘Times to die’ tot … Dat andere orgeltje in ‘Sleeping with strangers’. (Tom)
Nervous young man (2013)
Een plaat met twintig nummers van gemiddeld dik vijf minuten en twee stuks die los over het kwartier gaan. Waarvan de eerste de plaat opent. Stevig. Het eerste epos ‘Boxing day’ gaat er best nog vlot in, of door zo je wilt. Daarna krijgen we veel van het… Bon ja, veel Car Seat Headrest quoi. De formule ligt nu al even vast en ze gaan resoluut op dat elan verder. Misschien wel opvallend is dat de ‘hardcore lof-fi sound’ regelmatig losgelaten wordt. En dat helpt om door deze vette kluif te geraken. Mij toch. Meer nog, het zorgt voor hoogtepunten zoals ‘Broken birds (Rest in pieces)’, ‘Burning man’ en ‘Jus’ tired’. Al moet ik toegeven dat deze plaat in haar geheel wel eens tot achtergrondmuziek gereduceerd werd. Conclusie: beter dan verwacht eigenlijk. Het is veel (wat goed is als je fan bent) maar de veranderingen die mogelijk nog een grotere rol zullen spelen, houden me nieuwsgierig. (Jan)
De eerste track op deze plaat is een bijzonder goede opener die meteen je aandacht grijpt. Rare vergelijking misschien, maar Toledo’s vocals doen hier voor mij erg Neil Young aan. De onstuimigheid en intussen bekend klinkende luide drums zijn ook weer aanwezig. Die luidheid durft het geheel soms wat te overstemmen vind ik waardoor enige finesse mankeert. Met zijn twee uur en acht minuten is dit album wat ze in de Antwerpse volksmond ‘ne klepper’ zouden noemen. Het album vind ik bijzonder luisterbaar en aangenaam maar het geheel was minder memorabel dan het vorige album. (Mattijs)
Neen. ‘t Is te vroeg. Twee minuten ver in ‘Boxing day’ was ik nog mee (die “afgeknipte” drums!), maar een half uur later hoeft het voor mij niet meer. ‘Nervous young man’ is dat weekendje Ardennen met je lief wanneer je elkaar nog geen week kent. Too soon en vooral een te grote stap. Want ik hoor opnieuw progressie: ik begrijp de vocals en soms klinken de nummers zelfs psychedelisch of shoegazy. Voor het eerst stoor ik me niet aan de vocals, maar ter compensatie stoor ik me vier keer harder aan de gigantische brokken nummers. (Tom)
How to leave town (2014)
Geen opener van een kwartier deze keer. Car Seat Headrest houdt het met ‘The ending of dramamine’ op een bescheiden veertien minuten en gaat zonder verpinken voor een grootse instrumentale intro van vijf minuten. Met synths en sequencers. Dat belooft. Ook gedurende de volgende zes minuten worden de gitaren aan de kant gelaten en drapeert Toledo zijn gezongen vertelsels over een orgel. Er wordt grotendeels resoluut een andere weg ingeslagen op deze plaat. De laatste drie minuten janken er weer gitaren en die vormen ook de basis voor ‘Beats monster thing (Love isn’t love enough)’. Het verschil zit hem echter in het feit dat we daarmee eerder garagerock dan lo-fi voorgeschoteld krijgen. Ook in ‘You’re in love with me’. Hier en daar komt er nog eens synth terug en in ‘America (Never been)’ vlijt de vertrouwde lo-fi (dan toch) zich tegen een drumcomputer. Een overwegend warmere sound en veel variatie. Tot nu toe misschien wel mijn favoriet. En voor mij een ‘ontdekking’ in hun repertoire. (Jan)
Dit album sleept voor mij persoonlijk twee prijzen in de wacht; die van beste artwork en beste nummer. En met dat beste nummer opent CSH (kijk, ik gebruik intussen al een afkorting, zoals de echte fans!) al meteen de plaat. ‘The ending of dramamine’ is met veertien minuten een stevige track maar blijft me van begin tot eind interesseren. De redelijk experimentele elektronica valt na een tijd helemaal stil om ruimte te maken voor een kwetsbare zanglijn met hetzelfde simpele maar dekkende drumlijntje. Dit nummer voelt heel wat minder “vintage Car Seat Headrest” aan, maar het is wel meteen mogelijk mijn favoriet. (Mattijs)
Daar is Willie weer, net op het moment dat ik weer volledig klaar was met hem, haalt hij me weer binnen met iets nieuws. Deze keer: synthesizers, véél synthesizers. ‘The ending of dramamine’ klinkt bijna letterlijk als een wedstrijdje oud vs. nieuw. Het nummer klinkt redelijk episch, en ik ben verbaasd wanneer er plots veertien minuten voorbij zijn. Na ‘Nervous young man’ vind ik dat bijna angstaanjagend. Dit is allesbehalve het beste album van Car Seat Headrest, dat hoor ik, maar na een uur ben ik nog steeds verbaasd hoe Will van ‘Twin fantasy’ via ‘Monomania’ naar ‘Nervous young man’ ging en vervolgens hier uitkwam. Alsof hij door alle liveshows van Idool geraakte, en elke week zijn ding deed met een van de thema’s. Volgende week big band! (Tom)
Teens of style (2015)
De veranderingen op ‘How to leave town’ bleken voor Toledo ook een meevaller. Teens of Style is namelijk een compilatie van oudere nummers die opnieuw opgenomen werden en één nieuw nummer ‘Bad role models, old idols exhumed (Psst, teenagers, put your clothes back o). Alles klinkt wat voller en meer gebalanceerd. Waar ik de oudere sound eerder als “soms vermoeiend” beschreef, zijn ze dat nu niet meer. Of minder
Dit album kwam me bijzonder bekend voor. En dat gevoel leek terecht, want blijkbaar bestaat het album op één nummer na uit reeds uitgebracht werk. De productiekwaliteit van die heruitgave is er wel heel wat op verbeterd. Ik ben geen kenner en mijn Spotify in combinatie met een Google Home zijn niet de juiste instrumenten om productiekwaliteit te gaan beoordelen vind ik, maar het is wel duidelijk dat deze nummers iets meer doordacht zijn. De scherpe randjes zijn er afgepolijst en de drums zijn niet meer all over the place. In mijn oren is dat een goede evolutie. De nummers zijn er een pak luisterbaarder door geworden. (Mattijs)
“Huh wtf dit ken ik”, schreef ik tijdens ‘Sunburned shirts’. Bij ‘The drum’ ging ik dan toch even de tracklist checken, want volgens mij was ik het verkeerde album aan het luisteren. Maar neen, keuze van de jury is het thema van de week. ‘Teens of style’ is min of meer een best of van alle voorgaande albums. De opnieuw ingespeelde versies klinken stuk voor stuk bigger, bolder, better, maar ik weet niet of dat komt doordat ik intussen grotere happen Car Seat Headrest kan verteren. Wat me wel opvalt is hoeveel beter ik ‘Maud gone’ vind, en hoe opgewarmd en hyped ik ben om in ‘Twin fantasy’ 2.0 te duiken. (Tom)
Teens of Denial (2016)
Terug een echt volledig nieuwe plaat. Eentje die me wist te charmeren toen hij uitkwam. I know, I was rather late to the party. De eerste met een externe producer en, volgens Toledo, een geheel nieuwe sound. Ik ervaar hem niet meteen als ‘volledig nieuw’ maar wel een voortzetting. Nog meer garage-/indierock (zelfs een zweempje country in ‘Drunk drivers/Killer whales’?) en Toledo’s stem wordt niet meer continu door een blikken doos gestuurd. Uiteraard zijn er naar goede gewoonte ook de nodige ingetogen momenten om te mijmeren. Ik weet weer waarom ik gecharmeerd was. Een fijne herontdekking. (Jan)
Dit album luisterde ik tijdens een stofzuigsessie doorheen m’n appartement. Will Toledo en gevolg zijn aan te raden gezelschap tijdens die stomme taak, en het album start ook weer met een bijzonder goede track. Lijkt me heerlijk om op een festivalweide op uit je dak te gaan – als we nog weten hoe dat moet binnenkort – en met z’n allen “YOU HAVE NO RIGHT TO BE DEPREEEESSED” te roepen. Goede energie van dit nummer, ondanks de tekst! Opvolger ‘Vincent’ is dan weer iets helemaal anders maar de intro-riff grijpt meteen m’n aandacht in a good way. Op dit album toont Car Seat Headrest weer heel wat variatie en ik heb weinig moeite om m’n aandacht erbij te houden. Met name ‘Cosmic hero’ is weer zo’n nummer waarin de volle acht minuten toch voldoende actie en afwisseling zit zodat het tot het einde boeiend blijft. Dat soort nummers miste ik in het begin van deze discografie. (Mattijs)
My god, wat is dit een bevredigend samenvoegsel van alle beste hoekjes waarin Car Seat Headrest eerder belandde. Dit voelt niet alleen als de meest coherente plaat, maar ze rolt ook als een trein. Er zitten nog steeds nummers in die me minder liggen (met name ‘Destroyed by hippie powers’), maar vol overtuiging het refrein van Dido’s ‘White flag’ in een nummer getiteld ‘The ballad of the Costa Concordia’ droppen maakt werkelijk alles goed. Waar kan ik tickets bestellen voor hun volgende show? (Tom)
Twin fantasy (Face to face) (2018)
Dat heropnemen van oude nummers was best een goed idee gebleken. En aangezien ‘Teens of style’ vooral tracks van ‘My back is killing me baby’ en ‘Monomania’ wat meer body hadden gekregen, bleef ‘Twin fantasy’ een beetje in de kou staan. Een onrecht dat in 2018 met verve werd rechtgezet. Een toffe plaat wordt plots een topplaat en als bonus kreeg persoonlijke favoriet ‘Famous prophets (Minds)’ er los zes minuten bij. Wat ook aanleiding gaf tot een minieme naamsverandering. (Jan)
Voor dit album doet de band het trucje van twee albums geleden nog eens over. Aangezien ik de eerste versie van dit album twee dagen geleden voor het eerst heb geluisterd heb ik allicht niet zozeer de emotionele band met het album dat de echte CSH-fans er mee hebben. Ik moet zeggen dat ik de oldschool Car Seat Headrest, voor zover dat een ding is, minder kan pruimen dan de meer moderne Headrest. Deze plaat werd geproduceerd met extra jaren ervaring, expertise en (allicht ook) budget. Dat maakt van het geheel ook weer een productioneel kwalitatievere (lees: minder schreeuwerige) plaat. Ik verkies persoonlijk de geëvolueerde versie van de band, die iets meer getemperd klinkt en meer elektronica implementeert. (Mattijs)
Ik kan ernaar luisteren! ‘Face to face’ bevalt me beter dan ‘Mirror to mirror’. ‘Sober to death’, ‘Bodys’ en ‘High to death’ zijn WILD. De verschillende drumfills aan het einde van Sober to Death werken perfect, en het toevoegen van die voicemail op ‘High to death’… Pfoe, I felt that. Uiteindelijk blijven de vocals ook hier mijn grootste ergernis. Geen Beach Boys-flashbacks deze keer, maar wel van Matt Berninger van The National. Ik snap ook niet helemaal waar Toledo de drang haalt om oude albums opnieuw in te spelen, maar het toont je als luisteraar in ieder geval duidelijk de progressie die hij maakte. Nooit gedacht dat ik dit zou zeggen, maar ‘Famous prophets (Stars)’ en ‘Twin fantasy (Those boys)’ klinken zodanig als een einde van een “tijdperk”, dat ik er een klein beetje emotioneel van word.
Making a door less open (2020)
Eind vorige week was hij er dan: de nieuwe plaat! Met deze keer echt wel een nieuwe sound. Toledo en drummer Andrew Katz hebben namelijk al een jaar of twee een elektronisch zijproject: 1 Trait Danger. En dat laat zich voelen. Car Seat Headrest rockt nog steeds maar heeft de deuren wagenwijd opengezet voor invloeden van buitenaf. Niet elk bezoek levert een even sterk resultaat en hier en daar schuilt misschien het gevaar om “te klinken als <insert eender welke ‘indietronicarock-band>”. Gezien streamingdiensten het zwaartepunt nog meer verschuiven naar singles, wordt het principe van een ‘coherent album’ steeds meer in het verdomhoekje gedrumd. En ook Car Seat Headrest heeft zich deze keer, naar eigen zeggen, vooral gefocust op individuele nummers. Wat jammer is. Want een straffe plaat maken die je meeneemt, is een kunst op zich. En deze band kan dat. Worden ze inwisselbaar voor andere bands die indierock en electronica combineren of puren ze er weer een heel eigen stijl uit? Ze lijken me zeker in staat het tweede te doen, maar de beslissing ligt natuurlijk bij hen. Ik blijf erg benieuwd. (Jan)
Als je dit album naast het allereerste legt dan lijken het twee heel verschillende bands. Waar elektronica ver te zoeken was in het eerste album is er in CSH’s jongste plaat nauwelijks een nummer zonder synthesizers of samples. ‘Deadlines (Thoughtful)’ spant de kroon op dat vlak. Maar dat doen ze dan wel bijzonder goed. Dat hele nummer heeft zowat alle nummer van een Deadmau5-set, en ik vind het een heel cool nummer. Er zijn doorheen de plaat echter nog genoeg frisse en swingende riffs en energieke drums waardoor sommige nummers nog even hysterisch aanvoelen als in de begindagen (‘Hollywood’, bijvoorbeeld). Maar de hysterie is een beetje gecontroleerd. Het is als een keuken kort en klein meppen maar tegelijk wel genoeg bezems en stofblikken in huis hebben om alles nadien deftig op te ruimen én te recycleren. (Mattijs)
… en misschien voelde ‘Making a door less open voorlopig aan als eentje te veel? Het is een zoveelste uitstapje naar onontgonnen terrein en dat apprecieer ik. Ik bedoel, ik heb onvoorbereid ‘Nervous young man’ doorstaan. De experimentjes van Toledo voelden tot nu toe (regelmatig) aan als melodramatisch en langgerekt as fuck, maar pastiche was ik tot nu nergens tegengekomen. Het album doet me nog het meest denken aan ‘How to leave town’, niet omdat ze ook zo elektronisch klinkt, maar zo anders dan de rest. Ik bedoel: er wordt gerapt. Maar ik kan me er niet meer aan storen. Volgend jaar komt Will Toledo ongetwijfeld weer met volledig anders klinkend materiaal, dat op een bepaalde manier weer een nieuw hoofdstuk in zijn artistieke evolutie aankondigt. Of misschien krijgt nog een van zijn albums een geüpdatete versie. Mij kan het weinig schelen. Na tien uur Car Seat Headrest heb ik de liefde voor indierock minstens een beetje teruggevonden, is er een bescheiden liefde voor Car Seat Headrest en supporter ik nog meer dan ooit voor al wie keihard zijn artistieke goesting doet. (Tom)
Conclusie
Ik ben oprecht blij dat ik eens (bijna) helemaal door het repertoire van Car Seat Headrest ben gegaan. Enerzijds weet ik nu waarom ik niet ‘vanaf het prille begin mee was’ – geen die-hard fan van anything lo-fi – maar ook waarom ik plots heel aangenaam verrast was. En dat heeft vooral te maken met de evolutie in sound. Iets waar ze duidelijk zelf ook heel erg mee bezig zijn. ‘How to leave town’ heeft zich onverwacht naast ‘Teens of denialen’ en ‘Twin fantasy (Face to face)’ genesteld als één van de favorieten. ‘Making a door less open’ voorlopig nog niet, maar het doet me wel al uitkijken naar de volgende plaat. (Jan)
Als je indierock zonder woorden wil uitleggen dan denk ik dat Car Seat Headrest de beste demonstratie is: voor iemand die weinig kent van het genre (zoals mezelf) klinkt het wel als wat indie zou moeten zijn. En, zo ik het begrepen heb, zijn die eerste platen ook effectief eigenhandig geproduceerd en uitgebracht, zoals het een echte indie-groep betaamt. Nu heb ik de term indie altijd nogal vaag gevonden. Dus los van genre-conventies kan ik stellen dat de nieuwe Car Seat Headrest meer mijn ding is dan de oude. Gaandeweg hoor je zeker en vast een evolutie op vlak van afwerking en productiekwaliteit. Bovendien kennen de jongere platen steeds meer samples en elektronica, wat zorgt voor meer afwisseling en diepgang in de nummers wat ik zeker waardeer.
Een andere evolutie die ik merkte is het verhaal achter de albums. Het voelt aan alsof de nummers van de eerste paar albums van Car Seat Headrest echt een geheel vormen en een verhaal willen vertellen. Dat aspect lijkt wat naar de achtergrond te verschuiven in de meer recente albums. Ik ben er daarnaast van overtuigd dat – vooral in de eerste platen – Car Seat Headrest heel veel betekenis en zingeving legt in de teksten van hun nummers. Daar heb ik me echter niet in verdiept. Ik heb enkel de muzikale aspecten beoordeeld aangezien het nogal een opdracht is om een extensieve discografie van voor naar achter door te nemen. Lyrics helemaal begrijpen en proberen doorgronden is iets wat tijd vraagt. En ik had daar soms ook niet zoveel zin in. Dus: sorry aan diehard CSH-fans mocht ik enkele bochten te kort hebben genomen door de motivatie van Will Toledo achter bepaalde nummers of albums niet te kennen!
Het aantal CSH-nummers dat mijn Spotify-Vind-ik-leuk-playlist opleukt na dit eerste luisterexperiment blijft helaas beperkt tot twee (‘The ending of dramamine’ en ‘Deadlines (Thoughtful)’). Maar dat zijn dan wel weer twee heel diverse nummers. Dat ik beide kan waarderen zegt denk ik veel over de veelzijdigheid van Car Seat Headrest. Ze zijn van meerdere markten thuis en evolueren mee met hun tijd. Which is a good thing. Ik denk verder niet dat ik de band snel zou opzetten of dat ze in mijn Discover Weekly zouden opduiken – al is dat algoritme waarschijnlijk danig in de war na een week hardcore Car Seat Headrest luisteren. Maar mocht ik ze daarentegen op de affiche van een festival zien staan waar ik sowieso al naartoe zou gaan (hypothese-overload!) dan zou ik de band zeker gaan kijken. (Mattijs)
Wie net als mij Car Seat Headrest wil ontdekken, verbied ik niet om dat chronologisch te doen. Toch raad ik je aan om eerst naar ‘Teens of style’ te luisteren. Vanaf daar kan je kiezen of je het meer lo-fi wil. In dat geval kan je teruggaan in de discografie. Zo niet, check je ‘Teens of denial’ en ‘Twin fantasy (Face to face)’. Na ‘Twin fantasy’ zou ik dan teruggaan naar ‘Twin fantasy (Mirror to mirror)’, om daarna chronologisch de rest te overlopen. (Tom)