Header image

Indiestyle luistert: A Tribe Called Quest

door Mattias Goossens

Naarmate de lockdown vordert, krimpt het lijstje met nuttige bezigheden. Daarom willen we jullie graag aansporen om jullie tijd nuttig te besteden, en wel door te luisteren naar volledige discografieën van artiesten waar je niet helemaal mee vertrouwd bent. Dat doen we onder de noemer ‘Indiestyle luistert’. Zelf zin om aan deze reeks mee te werken? Neem hier een kijkje en mail de artiesten die je wil ontdekken door naar info@indiestyle.be. Hier vind je een overzicht met alle luisterdagboeken.

Weinig hiphopcollectieven die sinds hun hoogtepunt in de jaren negentig zo’n status hebben gekregen als A Tribe Called Quest. Daarbij komt dat hun comebackplaat in 2016 meteen een van dé hiphopplaten van de laatste jaren was. Hoog tijd dat lezers Fien Bracke, Frans De Visscher, Kobe Rombouts en Nona De Dier kennis maakten met de muziek van Q-Tip, Ali Shaheed Muhammad, Jarobi White en Pfife Dawg.

Hoe goed ken je de band al?

Om heel eerlijk te zijn, heb ik van hen nog niets gehoord. Als ik dan al iets gehoord heb, moet het volledig onbewust zijn. Wat ik wel weet is dat ze iets met klassieke hiphop doen? Al zou het me niet verbazen dat ik zelfs daar volledig de bal missla. A Tribe Called Quest klinkt als een band met veel leden, al was het maar omdat ze zichzelf ‘Tribe’ noemen. Ik weet wel dat de groep een grote symbolische waarde heeft, dat zie ik in de blik van mijn vriend als ik hem vertel dat ik naar ATCQ ga luisteren. Meer kan ik niet kwijt, hij doet me dood na dit tekstje (sorry Arne). (Fien)

De Amerikaanse hiphopgroep is een vaste waarde bij een aantal van mijn vrienden. Door het rondhangen bij hen bleven een aantal beats en lyrics in mijn hoofd rondzweven. De oldschool beats, de duidelijke verstaanbare stemmen, catchy refreinen en authentieke instrumenten… Ik had altijd een voorkeur voor 90’s hiphop en ATCQ is voor mij een groep waarbij je die vibe voelt flowen. (Frans)

Ook al is ATCQ een household name in de hiphopwereld, ik ken zo goed als niks van hun werk. Ze worden vaak in een adem genoemd met andere hiphop-grootheden als The Pharcyde en De La Soul. Ik ben benieuwd. (Kobe)

ATCQ is me niet volledig onbekend. Op voorhand had ik al gehoord van ‘Can I kick it?’, een van hun grootste hits. Voor de rest is de band, en eigenlijk hun hele genre, een voor mij nog te verkennen gebied. (Nona)

People instinctive travels and the paths of rythm (1990)

Na de eerste dertig seconden dacht ik: oké, helemaal geen hiphop… Maar gelukkig waren daar de raplyrics om mijn hachje te redden. ‘Bonita applebum’ valt wel te smaken: de samples zijn perfect getimed en geven me Oosterse vibes. De andere nummers passeren snel en blijven niet echt hangen. Misschien omdat het voelt alsof ik dit soort hiphop al veel heb gehoord? Jammer natuurlijk, omdat de sound van ATCQ in hun tijd vernieuwend moet zijn geweest. Voor de rest heeft het album een hoog ‘raad-de-sample’-gehalte. (Fien)

Het eerste album van de Amerikaanse hiphopgroep vind ik persoonlijk het beste album tot op heden uit hun repertoire. Het einde en het begin van elke song flowen mooi verder in elkaar zodat het lijkt alsof je naar één song luistert. Je hoort ook de mellow instrumentals die je meteen klaarmaken voor een luistersessie met je voeten omhoog. Tegelijkertijd hoor je invloeden uit funk en meer dansbare muziek uit de jaren 80. Daarnaast ben ik ongelofelijk fan van de oldschool beats die de groep gebruikt. Daarbij gebruiken ze vaak authentieke instrumenten waardoor het lijkt alsof de groep live speelt. De materialiteit van de instrumenten is goed te horen. ‘Can I kick it?’, ‘I left my wallet in El Segundo’ en ‘Bonita applebum’ zijn voor mij de beste songs op dit album. (Frans)

Wat. Een. Debuut. ATCQ weet al vanaf hun eerste langspeler een unieke sound bij elkaar te spelen die nooit verveelt. Hun invloeden reiken van jazz tot aanstekelijke funk met hier en daar zelfs een vleugje psychedelica. Daarnaast schrijven ze onmiddellijk enkele onberispelijke klassiekers zoals ‘I left my wallet in El Segundo’ (inclusief geweldige clip), “Bonita applebum” en natuurlijk ‘Can I kick it?’, waar de jongens even gaan aankloppen bij Lou Reed. (Kobe)

Ik ben eerlijk gezegd aangenaam verrast. Veel vrienden van me zeggen inderdaad vaak dat de hiphop van nu helemaal niet meer te vergelijken valt met de hiphop in de nineties. Ik kan die stelling alleen maar beamen. Meestal spreekt hiphop me helemaal niet aan, maar dit album klinkt erg anders dan de hedendaagse liedjes in het genre die je op de radio hoort. De teksten zijn gevat en de instrumentals zijn erg vlot; een heel positieve eerste indruk. (Nona)

The low end theory (1991)

Deze plaat ging stukken beter binnen dan de vorige. Is het stockholmsyndroom? Misschien. Waar de vorige plaat stuk ging op samples en soundbites, krijgen we nu jazz en melodische nummers te horen met plaats voor zang en dat past meer in mijn laatje (ik denk hierbij aan het nummer ‘Check the rhime’ en ‘Everything is fair’). Het ene nummer vloeit naadloos over in het volgende en voor ik het goed en wel weet is het album voorbij. Met een knal van een nummer ook: ‘Scenario’ is tot nu toe het enige nummer dat een vaag belletje doet rinkelen. Smaakt naar meer. (Fien)

In vergelijking met het eerste album is te horen dat de funkinvloeden eruit gefilterd zijn. In plaats daarvan is jazz nu een duidelijke factor in dit album. Daarbij moet ik zeggen dat jazz en oldschool hiphop samen gaan als koekjes en melk. In songs als ‘Scenario’, ‘Show business’ en ‘Butter’ hoor je jazzinvloeden maar kan je ook merken dat de groep experimenteert met hun muziek. Deze songs zijn dan ook mijn favorieten van dit album. De saamhorigheid is nog steeds goed te voelen in dit album: de background vocalists zingen samen lyrics en hypen als het ware zowel luisteraar als rapper op. Daarom vind ik deze plaat ongelofelijk goed. (Frans)

Ik merkte al snel een evolutie in ATCQ’s geluid op; het percussiewerk is strakker, de flow wordt smoother en de nummers bevatten meer diepgang. Zo gaat ‘The infamous date rape’, zoals de titel al suggereert, over verkrachting. De plaat komt nét iets trager op gang dan zijn voorganger, maar naar het einde toe haalt ATCQ alles uit de kast met nummers als ‘What?’, ‘Scenario’, ‘Check the rhime’ en ‘Skypager’. (Kobe)

Enerzijds vond ik dit album erg sterk. De band komt op de proppen met pientere en scherpzinnige teksten en bekritiseert op het album onder andere de consumptiemaatschappij en de gang van zaken in de hiphopindustrie. Ook op instrumentaal vlak groeit de band verder, en zijn er jazzy en funk-achtige invloeden terug te vinden. Anderzijds stelt het me teleur dat de band, die op sommige vlakken zo progressief lijkt te zijn, met een misogyn nummer als ‘The infamous date rape’ durft naar buiten te komen. Men zegt wel eens “You have to separate the art from the artist”, maar dit wringt toch. (Nona)

Midnight marauders (1993)

En de samples zijn terug! De plaat zou perfect passen bij een avondje met vrienden genieten van valavond. Helaas zit ik aan mijn bureau en schijnt de zon fel. Er gebeurt veel op deze plaat: veel laagjes, vlotte beats, een computerstem die kleine interludes inpraat, zanglijntjes naast vlot gerapte tekst… Alles past als een puzzel in elkaar. Ik mis de jazz van de vorige plaat een beetje, maar ik kan de ingeniositeit van dit geheel zeer appreciëren. (Fien)

De groep gooit het over een andere boeg. De achteloze, positieve vibes maken plaats voor hardere beats en lyrics. De vroegere funk- en jazzinvloeden maken nu plaats voor edgy verbale roasts en beats waar men met een sloophamer op slaat. De groepsleden hebben het over negatievere onderwerpen en ervaringen in vergelijking met de vorige albums. Woede en frustraties zijn te horen in songs als ‘Sucka nigga’ en ‘8 million stories’. De gangstarap-invloeden zijn duidelijk te horen op dit album. Ik ben niet de grootste fan van dit album maar het bevat wel mijn favoriete song van de groep, namelijk ‘Electric relaxation’. Ik ken dit nummer het langst en best uit hun repertoire en voor mij brengt het instrumentaal gezien alleen maar mellow en ontspannen vibes. Tot voor kort had ik de lyrics van dit nummer niet echt gelezen. Nu merk ik pas de meer duistere teksten en het gevoel van onvrede bij de groepsleden. All I’m saying is, count me out. (Frans)

Hun eerste twee platen waren simpelweg onsterfelijk, dus vreesde ik dat hun derde daar niet aan zou kunnen tippen. Het tegendeel is waar, want dit is (alweer) een dijk van een plaat. De productie is nog scherper, en de sound is diverser dan ooit. Van laidback (‘Electric relaxation’) tot boom bap (‘8 million stories’) en alles daartussenin. (Kobe)

Opnieuw blijft ATCQ me verbazen met hun maatschappijkritische teksten. De band snijdt wederom een aantal controversiële onderwerpen aan, waaronder bijvoorbeeld politiegeweld en de marginalisering van bepaalde sociaaleconomische groepen. Ik vind het belangrijk dat een band, die toen al op een zeker commercieel succes kon rekenen, deze issues durft aan te kaarten, ook al zijn ze, zoals ik eerder gezegd, op sommige vlakken dan weer minder progressief (groeipijnen?). In ieder geval, het lijkt me een vrij politiek album, maar ik kan het wel smaken. (Nona)

Beats, rhymes and life (1996)

De plaats opent met dezelfde sound van de vorige, maar verfrist dan toch met het repetitieve ‘Get a hold’. Daarna vervalt de plaat in eenzelfde mellow brij die niet echt binnenkomt. Ik vind het oké, niet top. (Fien)

Dit studioalbum is één van mijn favorieten, de beats zijn over het algemeen duister en donker maar werken verslavend. De rappers aan het woord spreken over rapbattles en over het feit dat ze als het ware on top of the foodchain zitten. 1996, het jaar waarin ze dit album uitbrachten, was ook een duister en gevaarlijk jaar voor hiphop. Het zat op zijn hoogtepunt met de beef tussen East Coast en West Coast i.e. Biggie en Tupac. Deze vete had invloed op verschillende hiphopartiesten en is duidelijk te merken in dit album.De groep klinkt hier veel donkerder en agressiever. Productioneel is dit een upgrade ten opzichte van de voorganger. (Frans)

De plaat opent sterk met ‘Phony rappers’, maar heeft daarnaast weinig om het spreekwoordelijke (rappers)lijf. De nummers lijken allemaal sterk op elkaar, waardoor het een nogal saaie luisterbeurt wordt. (Kobe)

Ik ben minder fan van dit album. Op de vorige albums klonk het echt alsof de leden deden wat ze deden omdat ze het graag deden, maar dit album is veel serieuzer, minder speels. ‘1nce again’, een van de singles, vond ik wel echt, zoals je dat in tienermeisjes-op-Twitter-jargon zegt, een bop. Het is gewoon echt een heel goede single en als ik het vandaag op de radio zou horen, zo ik het waarschijnlijk wel shazammen. (Nona)

The love movement (1998)

‘The love movement’ begint met ‘Start it up’ en ik ben fan (althans van het nummer). Ik snap nu ook de insteek van de rappers: liever zacht en traag, dan hard en snel. De tekst is hier wel opmerkelijk van mindere kwaliteit, die was op ‘Midnight marauders’ veel verfijnder en ritmischer, maar misschien ligt dat aan het liefdesthema. De platen van ATCQ worden precies ook altijd langer en langer, en god wat was het saai op bepaalde momenten. (Fien)

Rode draad is hier liefde. Songs als ‘Against the world’ en ‘Hot 4 you’ tonen duidelijk de romantische vibe van dit album. De beats zijn easy-breezy en licht, de songs zijn meeslepend, zacht en rustgevend. De jazzy vibe die we zo goed kennen is terug duidelijk te horen en ik ben grote fan van dit album. Dit was oorspronkelijk de afsluiter van hun discografie, en voor veel fans van de groep die ik ken voelde dat ook zo aan. ATCQ liet met dit album horen dat zij hun muziek schrijven met liefde, en dat al deden van bij het begin. De groep gaat met dit album terug naar zijn roots en I’m all for it! (Frans)

Dit “album” voelt eerder aan als een slappe verzameling van lege songs en droge beats. Het scherpe hoekje dat ATCQ zo interessant maakte, is hier in geen velden of wegen meer te bespeuren. (Kobe) 

Dit album verkent, zoals de titel laat blijken, het thema liefde. Ik vind het een zeer sterke zet voor een band als ATCQ, om zich te wagen aan een conceptalbum over liefde, in de machowereld van de hiphop. Over het algemeen moet ik zeggen dat ik meer fan ben van de oudere albums, maar bepaalde liedjes sprongen er voor mij op dit album ook wel echt uit. Mijn persoonlijke favoriet is ‘The love’. Alle aspecten aan het nummer vallen als puzzelstukjes in mekaar; de teksten klinken oprecht en zijn vaak onverbloemd, de intstrumentals zijn knap en ook ritmisch staat dit nummer me erg aan. Geen slecht album, maar ik ben meer fan van hun oudere sound. (Nona)

We got it from here… Thank you 4 your service (2016)

Van laagjes gesproken: ruim aanwezig. Ik snap waarom het tweede nummer ‘We the people…’ zoveel beluisterd wordt op Spotify, voor mij ook de favoriet van de plaat. Meer dan de andere platen goochelen ze met samples, geluiden en snippets. De productie is duidelijk gefinetuned, en dat maakt de muziek op vele plekken ook goed. (Fien)

Het recentste studioalbum van ATCQ is misschien wel het meest volledige album tot op heden. Bij het aanhoren van de beats en lyrics heb je het gevoel dat de groep als geheel op een hoger niveau zit. De instrumentals zijn hedendaagser maar je hoort nog altijd de oldschool hiphop vibe van de 90’s. In de 90’s was de groep the pinnacle of mellow hiphop maar op dit album zitten de leden op hun eigen piek. Ze spitten hun bars en geven als het ware de mic door in een cirkel. Songs als ‘The space program’, ‘Solid wall of sound’ en ‘Mobius’ zouden evengoed op ‘The low end theory’ uitgebracht kunnen worden. Maar met de kwaliteit van productie en mastering in de 21ste eeuw, samen met de oldschool hiphop essentials van ATCQ, staat dit album hoog op elke muzikale hiërarchie. De muziek spreekt elke muziekliefhebber van elk genre aan. Er is voor ieder wat wils. Dit is de benchmark voor kwaliteitsvolle hiphop in 21e eeuw. (Frans)

Dit album toont aan waarom ATCQ zo’n gevierde groep is; de chemie tussen de leden is fantastisch, hun invloeden kennen geen grenzen en hun sound is simpelweg uniek. Op hun laatste plaat passeren Kanye West, Kendrick Lamar en zelfs Jack White de revue. Een muzikale afscheidsbrief klonk zelden zo fantastisch. (Kobe)

Het laatste album van ATCQ werd uitgebracht in 2016, bijna twintig jaar na hun vorige. Je moet het album echt zien in de context van de periode waarin het is uitgebracht (2016; de verkiezing van Donald Trump tot president van de VS en andere politieke bloedbaden). Het is dan ook heel politiek getint. Wat ik vooral positief vind, is dat de band, na eerdere homofobe statements, in het nummer ‘We the people’ lijkt terug te komen op dat standpunt. Het is een protestnummer waarin het gaat om verbondenheid, eerder dan om verschillen. Toch is het nummer doordenkt van cynisme. Verder is het album muzikaal ook gewoon echt heel sterk; de band past zich aan aan een nieuw tijdperk en blijft toch trouw aan haar wortels. Een knappe prestatie, want vaak zijn dit soort reünie-albums eerder zwak. (Nona)

Conclusie

Ik snap waarom ATCQ zo’n touchstone is voor andere hiphop. Mijn favorieten waren gegarandeerd ‘The low end theory’ en ‘Midnight marauders’, al kan ik bepaalde singles van het laatste album ook smaken. Maar om heel eerlijk te zijn, ligt het genre me gewoon niet. Voor mij slaat de balans tekst-muziek hier iets te veel naar tekst en daardoor kan ik moeilijk focussen op wat er gezegd wordt. Al is die tekst net wat ze als band zo kwalitatief maken, vermoed ik. Valt het op dat ik bij alle albums bijna niets over de tekst heb geschreven? Zonder twijfel beter dan gangsta rap, maar ik vrees dat als het na al die uren kwalitatieve hiphop niet lukt, dat het nooit zal pakken. Wel gewonnen respect voor de perfecte mix aan samples. Merci, A Tribe Called Quest. (Fien)

De rappersgroep van de East Coast gold als de top van mellow hiphop in de 90’s en diezelfde statement staat vandaag nog steeds. Met de uitgave van hun laatste studioalbum heeft ATCQ opnieuw maar eens laten zien dat eenvoud en talent de perfecte formule is voor geweldige, meeslepende, dansbare hiphop. ATCQuest is een naam die het hart, waaronder dat van mijzelf,  van de ultieme oldschool hiphophead heeft gestolen. (Frans)

Ik ben fan! ATCQ is een énorm dynamische en creatieve groep met een diverse discografie. Vooral hun eerste drie albums steken er voor mij met kop en schouders bovenuit. De hype rond hun naam is dubbel en dik verdiend en hun invloed op de muziek- en hiphopindustrie zal nog lang blijven nazinderen. (Kobe)

Ik kan besluiten dat het beluisteren van deze discografie voor mij best een eye opener was. Ik had voorheen een heel ander beeld van het hele hiphopgenre, maar ik ben waarlijk aangenaam verrast. Ik durf zelfs voorzichtig te zeggen dat ik nog eens naar deze muziek zal teruggrijpen. (Nona)