Dit jaar kijkt de Indiestyle-redactie af en toe achterom met Indie2020. Vlak voordat Tomorrowland Around The World een nieuwe stap in dancefestivalbeleving zet, blikken we even terug op de explosieve opkomst van dancefestivals en het onvermijdelijke barsten van de bubbel.
Het heeft een relatief lange tijd geduurd vooraleer dance en meer bepaald dj-cultuur in zowel het media- als festivallandschap werden geaccepteerd voor de act en artiest die ze zijn. Tegenwoordig associëren we dancefestivals met gigantische podia die rijkelijk met lasers, confetti en vuurwerk kunnen strooien, bezoekers die de meest extravagante outfits dragen en escapisme in een droomwereld vol luxe. Rond de eeuwwisseling waren er echter al enkele lokale initiatiefnemers die zich jaar na jaar wisten te onderscheiden en via enkele stappen de eerder underground cultuur van het nachtleven naar de weides en de grote massa’s brachten, waarna de markt ontplofte.
Het Gentse nachtleven als bakermat
Eén van de eerste initiatieven dat los stond van discotheken, was I Love Techno dat opgericht werd in 1995. In een interview vertelt oprichter Peter Decuypere dat het succes van de eerste edities van I Love Techno (georganiseerd samen met concertpromotor Kris Verleyen van On The Rox) kwam door het fameuze uitgaansleven in Vlaanderen en later in Brussel, dat bekend was in heel Europa. “In clubs als de Boccaccio in Gent of de Cherry Moon in Lokeren werd vroeger weliswaar veel commerciële muziek gedraaid, maar op bepaalde uren mocht er geëxperimenteerd worden met andere elektronische muziek, zoals techno. Daarrond ontstond op zijn beurt dan weer een heel eigen cultuur, bijvoorbeeld de oprichting van platenlabel R&S. België heeft zeker een voortrekkersrol gespeeld op het gebied van techno, zeker toen we in Brussel met de Fuse begonnen”. Ook elders in Gent werden (rave)-initiatieven als Kozzmozz en 10 Days Off uit de grond gestampt om de nieuwbakken cultuur een plaats te geven. In de Vooruit dan nog wel. In die tijd was dat voor een rocktempel van dat allure not done, alhoewel er eigenlijk nergens elders écht plaats was voor dat soort concepten.
Hoewel dancemuziek zijn opmars begon te maken, werd het genre in de media vaak gemarginaliseerd en enkel in beeld gebracht bij een zoveelste rel. Het drugsmilieu en razzia’s in en naast de clubs namen naderhand de bovenhand van de muziek en dus liep het nachtleven in discotheken in zijn gekende vorm zijn laatste meters uit. Meer stedelijke nachtclubs en organisatoren van evenementen uit Brussel, Gent en Antwerpen namen de fakkel over. Zij gaven fonkelnieuwe gezichten zoals Aphex Twin en toen al gevestigde waarden zoals Richie Hawtin, Derrick May of Carl Craig een podium in België voor een geëngageerd publiek. Naast het concept van I Love Techno, dat na enkele edities compleet uit zijn voegen barstte, bedachten de broers Manu en Michiel Beers in Antwerpen een ander partyconcept namelijk Antwerp Is Burning. Het idee was dat je met één ticket toegang kreeg tot meerdere clubs. Het concept was zo populair dat het evenement het jaar daarop verhuisde naar Vorst Nationaal om in 2003 het Sportpaleis in te palmen. In die periode lag de nadruk duidelijk op indoor massa-evenementen met veel broertjes en zusjes van Antwerp Is Burning. Daarnaast experimenteerde in datzelfde jaar I Love Techno voor de eerste en enige keer met een ‘summer edition’. Ondanks het succes van die eerste editie, werd er geen vervolg aan gebreid.
De eerste danspassen op vers gemaaid gras
Zowel Pukkelpop als Dour waren er als alternatieve jongerenfestivals als eersten om dj’s een eigen festivalpodium te geven. Programmator Eppo Janssen blikt in een interview terug: “Dat vond ik een heel spannend moment. Mijn vader speelde dat thuis veel maar voor mij bleef dance bepekt tot new beat, tot ik Underworld en Biosphere en Tekton Motor Corporation en zo hoorde. Chokri en zijn bende gingen naar London naar de bekende clubs en werden daar gepakt door al die beats. Voor mij was dat verfrissender dan al die new beat of wat ik op de radio hoorde.” Na de toevoeging van de Dancehall enkele jaren daarvoor, wordt er met de Boiler Room in 1998 een tweede podium gewijd aan dance-muziek. Niet veel later zullen namen als Orbital, Underworld, Green Velvet, Andy C, Richie Hawtin… Zelfs bovenaan het affiche staan. Dj’s zouden echter nooit échte rockers kunnen zijn als ze niet op dezelfde podia zouden spelen als hen, dacht Decuypere, en ging aankloppen bij Herman Schueremans. Werchter stond toen vooral nog steeds bekend als het festival van de grote (rock)namen. In de toenmalige Pyramid Marquee passeerden Moby, Fatboy Slim, Basement Jaxx en Luke Slater toen wel al eens de revue. Toen in 2001 Laurent Garnier – op zijn aanraden – mocht invallen voor een afzeggend Guns n’ Roses op Rock Werchter, was de eerste steen om dj’s ook op grotere podia op te stellen gelegd. Niet veel later mochten ook de eerste Belgische dj’s het hoofdpodium afsluiten; 2manydjs sloten als vervanger voor David Bowie in 2004 het hoofdpodium af en begonnen hun set met het iconische ‘Rebel rebel’.
Met betrekking tot dance-festivals zelf werd Antwerp Is Burning, na verkocht te zijn aan ID&T, omgedoopt tot Sensation (White), een reeds bestaand concept van het bedrijf. Daarnaast werd het concept achter Mysteryland overgenomen en neergeplant in Boom en omgedoopt tot Tomorrowland. Het verschil tussen de twee lag dat de focus van de broers Beers meer lag op beleving en de artiesten. Elders verkaste Laundry Day in 2005 van de Kammenstraat naar ‘t Eilandje, dat naar verluidt dat jaar zo’n vijftig duizend bezoekers mocht verwelkomen en dus het grootste openlucht dj-festival van het land was.
Festivalbeleving overstijgt muziek
Met de oprichting van Tomorrowland was er een nieuwe speler in het festivallandschap gekomen die zich op zijn eigen manier trachtte onderscheiden van de rest. Bij de eerste edities probeerde men vooral te werken met de charmes die recreatiepark De Schorre uitstraalde. Niet veel later – vanaf 2008 – zal men ook het hoofdpodium letterlijk en figuurlijk gaan gebruiken als uithangbord. “Op de klassieke festivals staan de vedetten op het podium, bij Tomorrowland speelt de happening zich voor het podium af. De consument is de ster en de dj op het podium zorgt louter voor het kader. Dat past in de maatschappelijke tendens naar empowerment. Als consument deel worden van een grotere groep of ervaring: daar draait het om.” duidt marketing -en communicatiespecialist Fons Van Dyck in een interview. Het festival koppelt naarmate edities vorderen een stuk hedonisme en escapisme aan (dance)-muziek. Het festival innoveert waar andere festivals qua comfort en beleving zijn blijven stilstaan. Het weet hier in België maar eigenlijk over heel de wereld de focus van muziek of liever dance-festivals te verschuiven naar een belevingsfestival. Het gebeuren moet een ervaring op zich worden en drie dagen lang mag men zich in een droomwereld wanen. Zeker met de komst van sociale media speelt het kader een enorme rol van hoe de beleving en het samenhorigheidsgevoel kan worden gepercipieerd. Van marketingbudgetten is na enkele jaren geen sprake meer omdat de mond-tot-mondreclame vanzelf werkt.
Tegelijkertijd zorgen enkele artiesten ervoor dat dancemuziek naar de radio en hitlijsten wordt gebracht met meer popgetinte dancebeats en daarmee een breder publiek laat kennismaken met elektronische muziek. Dj’s als Tiësto en David Guetta zullen één van de eersten zijn medio jaren 2000 die de weg plaveien en ervoor zullen zorgen dat bezoekersaantallen mee zullen stijgen met de florerende producties van dance-festivals. Aan de andere kant zorgde Daft Punk voor een culturele schok met het uitbrengen van ‘Discovery’ en hun legendarische liveshow die onder andere de weide van Pukkelpop in 2006 zal aan doen. Hun podiumdesign was ongezien zette een precedent voor hoe een podia (niet alleen met betrekking tot dance-festivals maar ook klassieke) met verder kan en zal evolueren. Het festival zal de jaren nadien inzetten op hoe een tent zoals Boiler Room er ook aan de binnenkant aantrekkelijker kan uitzien met het toevoegen van lasers, led-verlichting -en schermen, vlaggen etc. Die elementen werden op Tomorrowland voor een eerste keer volledig tot het maximum getrokken bij de afsluitende en tevens fameuze liveshow van Moby in 2009 die volledig voorzien was geprogrammeerd vuurwerk.
De kapitalisering van een larger than life-droomwereld
Dancefestivals schieten als paddenstoelen uit de grond. Begin jaren 2010 zien veel ondernemers een opportuniteit om munt te slaan uit de groeiende populariteit van dance muziek in de charts al dan niet vaak in combinatie met het concept van Tomorrowland daar in geïntegreerd. Elke gemeente met een relatief groot natuurdomein heeft bij wijze van spreken na verloop van tijd zijn eigen dance-festival van de kust tot in de uithoeken van Limburg. Het lijkt voor een aantal jaren wel een oorlog te zijn voor welk festival zich het best – via sociale media – weet te profileren als ‘het paradijs’ op aarde. Aftermovies worden een begrip op zich en festivals zullen de consument op een zo uniek mogelijke manier trachten te overtuigen om drie dagen lang op hun weide te laten vertoeven. Wie slaagt, breidt het volgende jaar uit met vergrotende trap.
Het aanbod verruimt in sneltempo en geeft evenwel de kans aan concepten om zich te specialiseren. Waar Tomorrowland, Summerfestival of Laundry Day een tiental podia aan de consument reiken, zetten elders organisatoren zich stevig vast om hun deel van de markt te behouden en zich te specialiseren in één subgenre. Uit Nederland komen hardcore -en style en techno overwaaien terwijl Elements Festival in Brugge destijds van zijn locatie gebruik maakte om Britten naar België te lokken voor een portie dubstep en drum-‘n’-bass.
De toekomst ligt elders
Het valt moeilijk te zeggen wanneer de zeepbel precies begon te spatten omtrent dance-festivals maar het was wel merkbaar toen er van het ene jaar op het andere festivals moesten stoppen of verkleinen omwille van een marktverzadiging. Waar hoofdzakelijk Tomorrowland als vaandeldrager kon terugvallen op hun internationale bezoekers moesten anderen, zelfs andere grote spelers, creatief omspringen met een markt die stilaan uitgekeken geraakte op het wereldje. Daydream Festival verkaste in 2017 naar naar Nederland en gebruikte het kapitaal dat men had vergaard in zijn hoogjaren om in Mexico een dochterfestival op te richten. Summerfestival hield het, nadat ze enkele jaren daarvoor waren verkast naar Linkeroever, voor bekeken en droeg zijn plek over aan Elrow.
De zeitgeist van de nillies is niet meer dezelfde als die van nu of enkele jaren geleden. Jongeren groeien niet langer op met pompende house, maar met hiphop. Laundry Day veranderde enkele jaren geleden daarom resoluut van concept. Men begon evenwel hiphop en live bands/artiesten te programmeren naast de gebruikelijke house en techno en zette de hardere muziek bij het huisvuil. De organisatie pakte daarnaast uit met 360 graden concept; gedaan met toeters en bellen, tien tenten en een gigantisch hoofdpodium. In 2018 werd er een complete rebranding gedaan en werd Laundry Day Fire Is Gold. Er zou net zoals vroeger weer meer focus komen op randzaken zoals fashion, sport etc. maar nu met hiphop als centraal uitgangspunt. De laatste jaren heeft Dour zijn focus evenwel verlegt van veelal alternatieve indie en elektronische muziek te programmeren naar hiphop in de hoogste regionen van zijn affiche. En het wérkt, hiphop leeft. De vraag is of we net zoals met elektronische muziek nu met hiphop ook een explosie zullen krijgen van dat soort festivals. Als het moet zoals men het bij Vestiville heeft aangepakt, dan liever niet.