Iedereen die in zijn/haar/hun leven ooit al eens naar een concert ging, heeft zich minstens een keer geërgerd aan een medemens. Ik ging in 2019 naar 53 zaalconcerten en 4 festivals en dat bracht onvermijdelijk ontmoetingen met sociaal incapabele gevallen met zich mee. Een specifieke gebeurtenis zette mij aan om mijn omgeving te vragen naar ervaringen die de beleving van optredens tenietdeden.
Toen ik in november naar Charli XCX ging kijken in de AB is mijn emmer der kwaadheid overgelopen. Aanvankelijk was ik aangenaam verrast door de hyperinclusieve sfeer waarmee de grote zaal overladen was. Een kleurrijke bedoening van mensen die duidelijk allemaal lang uitgekeken hadden naar deze avond. Daar bracht een groep mannen die schijnbaar enkel aanwezig was om een oogje in het zeil te houden voor hun Charli-adorerende kinderen verandering in. Toen een man de groep drags – die er geweldig uitzagen – opmerkte, maakte hij zich los van zijn gezelschap. Als de situatie niet zo ernstig en ronduit eng was geweest had ik waarschijnlijk een David Attenborough imitatie afgestoken. Zijn aanwezigheid was zo agressief dat het veel weg had van een roofdier dat elk moment zijn prooi kon aanvallen. Zolang ik ook in de foyer zat heeft hij zich specifiek op een persoon gefixeerd door ‘stiekem’ foto’s te nemen en (letterlijk) onophoudelijk te staren. Weg veilig gevoel van inclusiviteit. Ik was zo kwaad. Op mezelf omdat ik bevroor op het moment zelf terwijl ik had moeten tussenkomen. En op die man omdat hij wat honderden andere mensen samen hadden gecreëerd met een vingerknip liet verdwijnen.
De toestand in concertzalen is deel van een groter probleem. Dat gekke submaatschappijtje van de muziekindustrie is zo vaak gemakkelijk te extrapoleren naar de grote boze samenleving. Het laatste publieksonderzoek van de AB toont aan dat ‘de concertganger’ het demografisch profiel van de Belgische bevolking redelijk goed weerspiegelt. Je zou denken dat – net als in het dagelijkse leven – mensen wel een minimaal niveau van fatsoen etaleren als ze zich in een concertzaal begeven. Maar sommigen zijn duidelijk in de waan dat de duisternis van een concertzaal een soort anonimiteit met zich meebrengt. Net zoals mensen achter een computer de slechtste kant van zichzelf kunnen oproepen, laten ze manieren al eens graag thuis voor een optreden.
De drie voornaamste antwoorden op mijn oproep waren varianten op overmatig gsm-gebruik, mensen die komen om te praten en fysiek of verbaal grensoverschrijdend gedrag. Die eerste twee groepen zijn heel vervelend en nefast voor de beleving. Maar ik maak me vooral zorgen om de hoeveelheid van reacties die binnen de derde groep onder te brengen waren. Een onderzoek van Plan International België toonde aan dat 14.4% van jongeren tussen 16 en 24 jaar oud op een festival al te maken kregen met seksuele intimidatie. Een derde van de slachtoffers zijn mannen maar de meerderheid zijn dus vrouwen. In totaal was een op de zes vrouwen binnen deze leeftijdscategorie al eens lastiggevallen op een festival.
Het is belangrijk dat zo’n gedrag niet weggewuifd wordt als ‘erbij horend’. Wat voor de een als onschuldig gezien wordt, is voor het slachtoffer misschien traumatisch genoeg om niet meer naar optredens te gaan of erger en voor een dader mogelijks een stap naar meer ernstige vergrijpen.
Ik ben er mij bewust van dat een optreden in de grote zaal van de AB niet te vergelijken valt met eentje uit de undergroundscene. Daar lijkt over het algemeen een meer gemoedelijke sfeer te hangen. Een concert in Trix is er geen in de Kinky Star, en een festival is geen zaalconcert. Ook ben ik me er bewust van dat ik heel erg wit, cis en able ben (en dat de meeste mensen die op mijn oproep gereageerd hebben dat ook zijn). Bijgevolg is dit slechts een heel nauwe aanklacht voor de manieren waarop concertgangers zich soms lomp kunnen gedragen tegenover anderen. Maar kunnen we het er over eens zijn dat het voor iedereen aangenamer zou zijn mocht er op deze plaatsen wat beter voor elkaar gezorgd worden? Als we er wat minder van uitgaan dat we de enige zijn die van een optreden staan te genieten?
Hieronder volgt een lijst voornemens/nieuwjaarsbrief/concertreglement die voor veel muziekliefhebbende concertgangers misschien voor de hand liggend is. Maar het is een ongecensureerd beeld van wat mensen meegemaakt hebben. Laat ons van 2020 samen een gezelliger concertjaar maken. Deze personaliseerbare – vink maar aan wat van toepassing is – lijst met goede voornemens mag trouwens via deze link aangevuld worden als je denkt dat er nog dingen missen.
Liefste …,
In 2020 wil ik weer hier en daar een optreden meepikken. En daarbij wil ik me iets meer dan gewoonlijk naar mijn medemens schikken.
Daarom beloof ik dit jaar:
❏ braaf mijn muil te houden tijdens optredens.
❏ ook tijdens het voorprogramma.
❏ niet het quasi volledige optreden te filmen of van elk nummer een foto te nemen.
❏ en al zeker niet met 100% helderheid.
❏ met mijn flits? Haha nee gekkie (boomers, vraag even aan de kindjes hoe je dat uitzet)
❏ niemand ongewenst aan te raken.
❏ nee ook niet ‘per ongeluk’ aan iemands kont zitten aangezien dat keihard opvalt. Altijd.
❏ mijn hoofd tussen niemands benen te steken om die omhoog te steken, want die is zo klein.
❏ zeker niet te staan verkondigen hoe geil de gitariste wel niet is, om haar dan te proberen aanraken terwijl ze op het podium staat.
❏ niet mijn t-shirt uit te doen voor onbestaande redenen.
❏ en mijn kruis tegen niemand aanschuren.
❏ ook om niet heel de frontrow in te nemen met mijn dikke camera die ik net gekocht heb.
❏ zeker niet als de artiest al duidelijk heeft gemaakt dat die het niet apprecieert.
❏ niemand vragen om zich te verantwoorden waarom ze daar zijn.
❏ en al zeker niet als ik een man ben die vindt dat ik meer recht heb om vooraan te staan dan een jonge vrouw.
❏ ook niet te dreigen met overgeven in iemands nek als ze hun frontrow plekje niet willen afstaan.
❏ bewust te zijn van de moshpit/crowdsurfetiquette.
❏ waardoor ik dus snap dat die niet dienen om mijn frustraties in te droppen.
❏ en ik dus mijn ellebogen netjes bij me houd.
❏ dat ik mij ga verdiepen in de fysische wetmatigheden inzake zwaartekracht zodat ik snap dat crowdsurfen in m’n eentje geen supergoed idee is.
❏ geen vrouwen die perfect in staat zijn zichzelf te verdedigen in de pit, toch te gaan verdedigen.
❏ niet romantisch te staan wiegen met mijn s/o op totaal geen romantische muziek.
❏ laat staan heel het optreden lang te muilen. Echt niet.
❏ geen drankbekers op de grond te bombarderen tijdens een optreden van pakweg Nils Frahm.
❏ niet geïrriteerd te zijn door mensen die drank zijn gaan halen en zich een weg terug banen door het volk.
❏ ook niet door mensen die enthousiast staan te genieten van het optreden. HOE DURVEN ZE.
❏ niet als een agressieve boor door het publiek naar voor te hossen terwijl ik iedereen rondom mij beledig om onbekende redenen.
❏ als ik per se een setlist wil ga ik dat gewoon keivriendelijk vragen in het vervolg.
❏ niet als een ongelofelijke creep ‘stiekem’ foto’s nemen van iemand die er anders uitziet dan mezelf.
Je kapoen,
…
Ik kan niet beter besluiten dan met de woorden van Silke Bergans: “Het ging hier al over mosh-etiquette, maar op grotere “commerciële” concerten stoor ik me al vaak aan het algehele gebrek van etiquette en beleefdheid. Mensen denken dat ze boertig mogen voorsteken bij het aanschuiven, anderen flagrant omver mogen lopen in hun weg, die ze als bulldozer door de concertzaal afleggen – want zij hebben toch wel 50 euro betaald voor hun ticket en gaan er nekeer goed van genieten hé. (De typische Vlaming die denkt dat ie meer mag dan een ander? Of die bang is dat een ander misschien sneller een pintje bediend krijgt of betere plaatsten bemachtigd in de zaal?) Zonder besef dat de sfeer en gezelligheid vaak een pak aangenamer is als iedereen gewoon vriendelijk is, je bent er samen om te genieten van je favoriete artiest, dat schept toch meteen een band?”