Header image

Een aalmoes voor de beroepsmuzikant

door Louis Van Keymeulen

In een tijdperk waarin streams het succes bepalen en algoritmes artistieke keuzes dicteren, is de weg naar een leven als beroepsmuzikant een hindernisbaan. Het lokale (en internationale) muzieklandschap heeft in de laatste jaren een ware metamorfose doorlopen. In 2022 schreven we reeds een stuk over hoe de coronapandemie hierop een enorme invloed heeft gehad. Menig muziekfanaat krijgt een eindeloze stroom aan releases gepresenteerd en, meer dan ooit, ondermijnen algoritmes en marketing het creatieve proces. Een winstgedreven muziekindustrie, en een overheid die subsidies snijdt, grissen iedere koperen cent uit hun portemonnee. Hopelijk hebt u na het lezen meer compassie voor de beroepsmuzikanten, die geen gebrek hebben aan kopzorgen.

In 1991 bracht My Bloody Valentine het album ‘Loveless’ uit. Hun creatieve visie voor de plaat was zo complex dat ze tijdens het twee jaar durende opnameproces 19 (!) studio’s versleten. De kosten waren zo immens, dat hun label, Creation Records, bijna failliet ging. In de jaren ’90 stonden indieartiesten onder immense druk. De platenlabels controleerden de studiotijd, distributie en promotie. Artiesten waren hierdoor grotendeels van hen afhankelijk.

Tijdens de opnames van de plaat ‘Loveless’ uit, bracht My Bloody Valentine tijd door in 19 verschillende studio’s, met als gevolg dat hun label, Creation Records, bijna failliet ging. Foto: optreden van My Bloody Valentine in New Jersey (2009) Allison H

 

Als modern tegenvoorbeeld heb je bijvoorbeeld Billie Eilish. Zij produceerde haar debuutplaat in slechts zes maanden, met Logic Pro X in de thuisstudio van haar broer. ‘When we fall asleep, where do we go?’ verkocht dertien keer zo veel als ‘Loveless’. Artiesten als Eilish staan onder een andere soort druk. Namelijk de manier waarop ze zichzelf promoten en hoe ze interageren met fans.

De technologische vooruitgang die we in de afgelopen jaren, of decennia, kenden maakte het voor creatievelingen eenvoudiger om muziek te produceren. Het werd gemakkelijker, toegankelijker en goedkoper. Anno 2024 is er geen gebrek aan jonge artiesten en producers die vanuit het comfort van hun IKEA-bedstee een carrière proberen uitbouwen.

 

Van muziekgolf tot vloed

De lijn tussen amateur- en beroepsmuzikanten wordt hierdoor alsmaar fijner. Als muziekliefhebber juichen we de toegenomen toegankelijkheid natuurlijk toe. Iedereen die zich wilt storten op muziekproductie zou de kans moeten krijgen. Creatief talent zullen we blijven stimuleren.

Toch biedt de gemakkelijkheid waarmee nieuwe muziek, vooral op streaming platforms, tegenwoordig uitgebracht wordt, geen garanties dat de muziek kwalitatief is of juist gepromoot wordt. Het overaanbod creëert een soort wall of noise waar jonge, begaafde artiesten zich moeten doorwurmen om gehoord te worden.

Door de technologische vooruitgang werd de lijn tussen amateur- en beroepsmuzikanten alsmaar fijner

We zullen nooit weten hoeveel talentvolle producers over het hoofd gezien worden vanwege het grote volume aan nieuwe releases, in plaats vanwege een gebrek aan talent. Dit fenomeen veroorzaakt een nieuw soort hypercompetitiviteit die er voorheen niet was. En die zich uit in een bloeddorstige strijd voor aandacht.

 

The struggle for streams

En die aandacht wordt gemeten in aantal streams. In het IFPI Global Music Report van vorig jaar, zien we dat streaming goed is voor 67% van de totale wereldwijd muziekinkomsten. Onze geliefkoosde cds en vinyls hebben maar een aandeel van 18%. Dezerdagen is een artiest voor zijn broodwinning dus als een marionet aan de touwtjes van de streamingalgoritmen gebonden. Hoeveel keer worden je nummers gestreamd, gesaved, gedeeld of geliket? In welke playlists duiken ze op, en hoe vaak worden jouw nummers overgeslagen?

Kortom, hoe geschikt is jouw creatief project binnen de lijnen van de stream-vriendelijke formule? De jonge artiest moet op beide knieën bidden dat zijn nummer niet binnen de eerste 30 seconden luistertijd overgeslagen wordt omdat die voor Spotify dan punten verliest. Het is met de loop van het digitale geweer aan de slaap.

Vakbond van muzikanten en geallieerden protesteren bij het hoofdkantoor van Spotify in San Francisco (2021) Foto: Patrick Perkins

 

Over de rampzalige manier waarop populairste audiostreamingdienst Spotify zijn artiesten betaalt, hadden we nog niets gezegd. Die bedraagt gemiddeld zo’n 0,003 euro per stream. Het algoritme bevoordeelt vooral (pop)artiesten die al een grote fanbase hebben opgebouwd. De uitzonderingen op de regel zijn de rebellen die doorgebroken zijn zonder zich te conformeren. Maar at the end of the day, moeten jonge experimentele Frank Zappa’s die meer belang hechten aan muzikale expressie dan winst, ook hun huur en boodschappen betalen.

Algoritmes zijn ontworpen om luisteraars op het platform te houden. Op die manier sturen ze de creatieve richting van artiesten in bepaalde mate. Dit kan leiden tot de homogenisering van muziek. De niche en underground zal altijd blijven bestaan. Toch zien we globaal een bepaalde trend. Nog meer dan vroeger wordt bij popsongs bijvoorbeeld de lange opbouw achterwege gelaten en zijn de catchy hooks al binnen de eerste 30 seconden te horen. Laat staan dat artiesten er nog eens een slowed down-, en sped up-versie van bij online gooien. Het platform probeert hier sinds dit jaar aan tegemoet te komen door, hou je vast, AI een ‘daylist‘ te laten cureren. Een playlist gebouwd rond je eigen streaminggedrag.

Algoritmes sturen steeds meer de creatieve richting die artiesten inslaan. Dit kan leiden tot de homogenisering van muziek.

De minutenlange progrock build-up met invloeden van Mongools-Tuvaanse keelzang zal niet snel de soundtrack van een TikTok worden. De wil van de beginnende muzikant om zich creatief te ontwikkelen gaat nu, nog meer dan vroeger, gepaard met de schrik om niet gehoord te worden. “You’re encouraged to release short songs, make the hooks quick, and cater to a fleeting attention span. It’s stifling for artists who want to explore more complex ideas.”, dixit James Blake.

 

Bemoedigend beleid

De homogenisering van muziek wordt ook op andere manieren in de hand gewekt. Als onverwacht gevolg van een kapotbespaarde cultuursector bijvoorbeeld. Dit geldt natuurlijk niet voor heel de planeet, of de mainstreamkleppers, maar voor lokaal talent. De discussie over de balans tussen commercialiteit en creativiteit is van alle tijden. Door de toenemende druk is ze nu actueler. Willen jonge muzikanten hun creativiteit en passie ten volle ontwikkelen, of schakelen ze hun muziek noodzakelijk bij om toch maar op de radio of in een playlist terecht te komen?

“You’re encouraged to release short songs, make the hooks quick, and cater to a fleeting attention span. It’s stifling for artists who want to explore more complex ideas.”
– James Blake

De dalende overheidssteun zou voor sommigen een catalyst kunnen zijn om muziekproductie te beperken tot een hobby. Waarom zou je kiezen voor het risicovolle bestaan als beroepsmuzikant, als het beleid deze keuze ontmoedigt? Dit probleem overstijgt de muziek en zie je binnen meerdere kunstvormen. Noch kunstenaars of artiesten (van welk medium dan ook), noch de liefhebbers ervan, zullen ontkennen dat we beter kunnen doen qua investering en ondersteuning van opkomend cultuurtalent. Na de pandemie In 2020 draaide de Vlaamse regering een deel van de besparingen alleszins terug. De sector reageerde positief maar enigszins terughoudend. “Dit is het minimum om te kunnen doorgaan“, reageerde acteur Michaël Pas. Her en der zie je bovendien dat een pak nachtclubs (in Duitsland, Ierland, Engeland etc.), maar ook andere cultuurhuizen, de deuren hebben moeten sluiten. Subsidies zijn vaak broodnodig om lokaal talent dat extra duwtje in de rug te geven.

In een verzadigd muzieklandschap moet jong talent zich niet alleen muzikaal onderscheiden, maar ook op het gebied van PR. Illustratie: Igor Omilaev

Muzikant of marketeer

Je zou kunnen denken dat de overheid geen rol zou mogen spelen. Als je die denkrichting volgt zou de beroepsmuzikant tegenwoordig zichzelf op eigen houtje succesvol moeten kunnen maken. Dat argument kan je echter ontkrachten als je kijkt naar hoeveel factoren in hun nadeel zijn. In een verzadigd muzieklandschap moet lokaal talent bijvoorbeeld niet alleen muzikaal, maar ook PR-gewijs uitblinken.

Je kan maar zien dat het bloed dat aan de schrijverspen hangt, ook aan de smartphone of het toetsenbord hangt. De sociale media posts schrijven of filmen zichzelf niet. Ben je zelfs aan het proberen als er geen promo van jouw nieuwe single doorheen menig TikTok-doomscrollingsessies verschijnt? Iets wat James Blake recent nog hekelde op zijn, ironisch genoeg, Instagram. Nooit eerder was dit zo nadrukkelijk de verantwoordelijkheid van een beginnende artiest.

Het is een catch-22. Jonge artiesten moeten op voorhand al succesvol zijn om de aandacht van platenlabels te trekken.

Marketing was doorgaans de verantwoordelijkheid van platenlabels en agentschappen. Vandaag de dag zijn hun rollen veranderd. Ooit was het deel van hun vak om opkomend talent te scouten en om mee aan hun weg naar de top te timmeren. Zij zagen hoe jong geweld een jeugdhuis of café op stelten zette om hun vervolgens een contractje onder de neus te schuiven

Ook op dit niveau heeft streaming en sociale media de focus doen shiften. Agents en labels schuimen nu TikTok en Instagram af om zij die al een fanbase te hebben op te pikken. Denk aan Lil Nas X, Shawn Mendes of Doja Cat. In de plaats van het beste van jezelf te geven op de planken, moet je nu vooral hopen om viraal te gaan. Je zou kunnen spreken van een catch-22. Jonge artiesten moeten bijna op voorhand al succesvol zijn om de aandacht van platenlabels te trekken.

Support your local scene!

Het wetenschappelijk tijdschrift Psychology Of Music beschreef ooit plankenkoorts en faalangst als de meest voorname stressoren bij beroepsmuzikanten. Maar het moderne muzieklandschap eist nog een aanvullende tol op hun geestelijke gezondheid. Onder andere de financiële instabiliteit en de voortdurende druk om relevant te blijven vereisen een stevige mentale weerbaarheid. Herinner je je nog de periode toen onder meer Florence Welsch, Charli xcx en Halsey zich uitspraken tegenover hun labels omdat er van hen werd verwacht een TikTok-dansje te bedenken voor hun nieuwe muziek?

“Art is born out of suffering… the good songs come from the bad things happening.”
– Nick Cave

Men zegt soms dat hopeloze tijden een nodige voedingsbodem zijn voor kunst. Al kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat we de aspiranten tekortschieten. Daarom sluit ik af met het volgende verzoek.

De covid-periode was ontegensprekelijk rampzalig voor onze cultuursector. Maar laten we het venijn dat in de staart zit niet negeren. Als zelfverklaarde muzieksnobs zijn we het aan onszelf verplicht om jonge en opkomende artiesten en bands harten onder de riem te steken. Als je nog geld over hebt na het kopen van een pak friet op Werchter, sponsor de lokale bands. Ga nog eens naar het jeugdclub waar je in jaren geen voet hebt binnengezet en koop eens een T-shirt of cd’tje. Heb je connecties in de muziekindustrie? Wandel door de deur bij een agentschap en steek een lofzang af over hoe de nieuwe punkers van achter de hoek een studiosessie waardig zijn. Steun initiatieven voor crowdfunding en gemeenschapsevenementen die lokale artiesten in de spotlight zetten.

In 1997 richtte Luc Waegeman de Kinky Star in Gent op. Sindsdien werd het de bakermat voor veel bands die later succesvol werden.

 

We moeten ons laten horen voor beter beleid. Er is politiek nodig die beroepsmuzikanten koestert en een bloeiende, diverse muziekscène in ons land waarborgt. Zolang de industrie profijt boven talent begeert, en de overheid talent negeert, doen wij een duit in het zakje. Het tijdperk van de fysieke media mag voorbij zijn. Het doet geen kwaad om een artiest die je plat geluisterd hebt op Spotify, rechtstreeks te steunen.

 

Tot slot

De lange weg die de muzikant moet volgen om van zijn passie zijn beroep te maken is zwaar. Maar, ondanks de negatieve toon in dit opiniestuk, willen we hen allesbehalve ontmoedigen. Sterker nog, we willen tonen dat we ons bewust zijn van de uitdagingen die hen treffen. Dus voordat je de gitaarlessen inruilt voor een andere job, onthoudt dat hoe het muzieklandschap er ook uitziet; de steun is er zeker, uit alle hoeken. Alleen mag ze wat vocaler zijn.