Een groot deel van onze redactie doet het deze maand wat rustiger aan omdat de blokperiode weer volop aan de gang is. Dat had je misschien al gemerkt aan de relatieve rust op onze site. We vroegen een paar van onze schrijvers om in hun pauze eens neer te schrijven welke muziek hun studeerprestaties naar een hoger niveau weet te tillen.
Daan Leber: Wie de richting die King Krule/Archy Marshall insloeg op ‘A new place 2 drown’ wel kon appreciëren, moet zeker eens dieper graven in het oeuvre van deze artiest. Onder de naam Edgar The Beatmaker maakt hij vooral ingetogen hiphopbeats. Hij is verder mede verantwoordelijk voor de instrumentatie van het Zuid-Londense hiphopcollectief Sub Luna City. Rappers Rago Foot, Jadasea en Black Mack nemen plaats achter de microfoon om hun raps te brengen. Vooral de manier waarop zij dat doen maakt hun album ‘City rivims MK1’ een uitstekende blokplaat. Hun stijl roept meteen vergelijkingen op met Earl Sweatshirt. Hoewel die zijn beats wel wat kunnen afleiden tijdens het studeren, is dit geen probleem bij Sub Luna City. De stemmen dienen vooral om een flow toe te voegen aan de eerder kale instrumentals. Ze verdrinken dan ook diep in de mix, waardoor het geheel je in een perfecte blokroes brengt.
Ambient doet het daarnaast steeds goed in de examenperiode. Zelf leg ik vaak soundtracks van films op tijdens het leren. De lange duur en de vaak subtiele muziek zorgen ervoor dat de aandacht niet te veel wegglipt. Vooral het werk van Trent Reznor en Atticus Ross valt aan te raden. De twee werkten samen voor onder meer ‘The girl with the dragon tattoo’, ‘The social network’ en ‘Gone girl’. Hoewel alle drie de albums aan elkaar gewaagd zijn, schieten vooral ‘Gone girl’ en ‘The social network’ erbovenuit. Die eerste zorgt voor een enorm spannende sfeer, die zich pas langzaam toont. Voor een iets rustigere toon is ‘The social network’ ideaal. ‘In the hall of the mountain king’ is zonder twijfel het hoogtepunt van de soundtrack bij de “Facebookfilm”. Alhoewel, misschien kan door die opzwepende instrumentatie de concentratie net omslaan in meetrommelen op de bureau.
Arnout Coppieters: Studeren met muziek, je bent ervoor of tegen. De radio biedt tegenwoordig weinig soelaas, bovendien leidt dat gezever tussendoor alleen maar af. Dus wordt de moderne student al snel richting zijn eigen muziek geduwd. Vereiste nummer één voor een blokplaat is dat ze je niet uit je concentratie brengt. Niet te agressief of aanvallend dus. Een nummer dat je al te snel kan meezingen is ook niet echt optimaal. Laaf je dus maar snel aan de helende werking van The Notwists ‘Consequence’. De zoetgevooisde stem van Markus Acher interfereert niet met je al te fragiele concentratiemodus, de met electronica gemengde gitaren creëren een cocon van geborgenheid waarin je al die kennis moeiteloos lijkt op te nemen. Dergelijke nummers doen wensen dat ik wat vaker mocht studeren. Denk ik.
Filip Tyskens: Doorheen de verschillende blokperiodes heb ik me bekwaamd in het tolereren van zoveel mogelijk genres tijdens het studeren. Waar ik in mijn eerste jaar enkel troost vond bij rustige gitaren, kan er nu al eens een blackmetalband als Deafheaven opgezet worden. ‘New bermuda’ is namelijk zo’n plaat die even geniaal blijft als je hem maar met halve aandacht beluistert, en hij blijkt tevens zeer geschikt als emotioneel kompas tijdens de examenperiode. Hoe Deafheaven in één nummer van radeloosheid over sluimerende hoop naar nietsontziende woede gaat, doet velen waarschijnlijk denken aan een namiddagje met die ene moeilijke cursus die pas voor het eerst openging rond de kerstdagen. Als ontspanning even luchtdrummen met de blastbeats van Daniel Tracy heeft overigens ook nog nooit iemand kwaad gedaan.
Thomas Konings: Eigenlijk kan ik niet studeren met muziek, maar soms moet het toch. Omdat muziek een verslaving is, of natuurlijk omdat de bib-buren hun aanwezigheid veel te luidruchtig laten opmerken. Hoe het ook zij: deze examenperiode heb ik Vex’d ontdekt, het gewezen samenwerkingsverband van de spannende producers Kuedo en Roly Porter. Hun album ‘Cloud seed’ is perfect in de blokperiode om verschillende redenen. De dubstepbeats zorgen niet alleen dat je strak een bepaald PPU (pagina’s per uur) kan aanhouden, maar brengen je ook in een trance waardoor je voor een keer niet door de minste beweging afgeleid wordt. Hoewel de plaat zich zo ergens ondersteunend in de achtergrond weet op te stellen, treedt ze bovendien ook genoeg op de voorgrond om een sterke indruk na te laten; een van grauwe taferelen en ongure buurten. De langspeler combineert het melodische van Kuedo’s ‘Severant’ en het industriële van Roly Porters solowerk en is zo duister, mooi en avontuurlijk tegelijk.
Gilles Dierickx: Een goeie blokplaat? Dat komt voor mij in de buurt van een fragiel evenwicht tussen sfeervolle begeleiding, die focus geeft, en een – af en toe noodzakelijke – punch in da face. Er is een man die die balans perfect beheerst, zijn naam is Bert Dockx. Ook ‘City same city’ van ’s mans Flying Horseman en ‘3’ van z’n garagejazzrocktrio Dans Dans kwamen snel in aanmerking, maar de knoop werd uiteindelijk doorgehakt met het tweede album van die laatste band. ‘I/II’ uit 2013 verschaft een dik uur aan studiesoundtrack, en gaat van zachte nummers als ‘Au hasard’ over ambient-toestanden à la ‘Some are’ tot écht stevig materiaal (‘Muskiet’). De harmonie die uitgaat van het samenspel tussen Dockx, Frederic Jacques en Steven Cassiers brengt tegelijk ook harmonie in eender welke leerstof, beloofd. Enkel leg je beter niet de vinylversie op – en ik spreek uit ervaring. Logischerwijze eist zo’n dubbele langspeler namelijk dat de plaat een aanzienlijk aantal keren moet worden omgedraaid, wat de concentratie wel eens kapot wil prikken. Los daarvan: uiterst geschikt.