A beginner’s guide to Modest Mouse

door Filip Tyskens

Heel af en toe zijn er van die groepen die zich de beproefde basisingrediënten van de rockmuziek toe-eigenen en er vervolgens een compleet uniek geluid uit brouwen. Het Amerikaanse Modest Mouse is er daar één van. Iets meer dan twintig jaar geleden maakte de wereld kennis met de groovende drums van Jeremiah Green, de melodische doch hakkelende baslijnen van Eric Judy en het twangy, distorted gitaarspel van Isaac Brock. Tel daar de lieflijk gebrulde oneliner-teksten van Brock bij, en je krijgt een combinatie om knettergek van te worden. Dat laatste bedoelen we in de goede zin, want eenmaal je je kleine teen waadt in de woelige wateren van Modest Mouse, is er niets meer om je te redden van de onderstroom. Je bent dus gewaarschuwd bij het beluisteren van onderstaande introductie tot Modest Mouse.

‘Dramamine’

Waarschijnlijk de beste introductie tot een band ever. Het eerste nummer op de eerste plaat ‘This is a long drive for someone with nothing to think about’, en meteen de perfecte staalkaart van die typische mix die we in de inleiding beschreven. De ritmesectie houdt een constante groove aan en geeft frontman Brock de ruimte om zijn tientallen variaties op twee riffjes los te laten. Zoals de titel al aangeeft gaat de plaat over de verloren tijd van het autorijden, en wanneer je de volgende keer achter het stuur kruipt zonder goed te beseffen waarom: dàt is het moment waarop ‘Dramamine’ zijn werk doet.

Tekstueel hoogtepunt: “I think I know my geography pretty damn well.”

‘Never ending math equation’

Onze planeet en het universum waarin ze rondtolt zijn altijd dankbare onderwerpen geweest voor Isaac Brock, en dit nummer is daar één van de mooiste voorbeelden van. Zijn zesjarige ik, lichtjes vanuit een vliegtuig en planten die dieren eten; allemaal zaken die Grote Vragen losweken in Brocks brein. Deze existentiële crisis wordt aanvankelijk begeleid door een sprankelend deuntje, om daarna in ware MM-stijl uit te barsten in een clinch tussen klagerige riffs en drumfills.

Tekstueel hoogtepunt/tongtwister: “The universe works on a math equation that never even ever really even ends in the end.”

‘The world at large’

Modest Mouse heeft duidelijk gevoel voor humor. Zo lieten ze hun vierde plaat ‘Good news for people who love bad news’ beginnen met een knal van een hoornintro, om tien seconden later gas terug te nemen voor dit introvert prachtlied. Het gebruikt quasi hetzelfde akkoordenschema als hitsingle ‘Float on’, maar dan in een veel trager tempo en met een minder optimistisch onderwerp. Als een echte Westerner bezingt Brock hoe het is je nergens echt thuis te voelen en dan maar met de seizoenen mee rond te trekken. ‘On the road’ in vierenhalve minuut.

Tekstueel hoogtepunt: “I like songs about drifters, books about the same/They both seem to make me feel a little less insane.”

‘Doin’ the cockroach’

Isaac Brock beeldde zich een heel foute, ultrablanke dansmove in en besloot daar vervolgens, dwars als hij is, een uiterst dansbaar lied over te schrijven. Wees niet bang als je aanvankelijk bang blijft stilzitten door de kwade “shut up!”, het is exact op twee minuten dat het feestje losbarst met een swingende instrumentale jam. In vergelijking met de rest van ‘The lonesome crowded west’ houdt de band zich hier in qua speelduur, maar deze outro mocht gerust heel de nacht verder spelen.

Tekstueel hoogtepunt: “I was in heaven/I was in hell/Believe in neither/But fear ’em as well”

‘Cowboy Dan’

‘Doin’ the cockroach’ zou trouwens altijd vergezeld moeten gaan van ‘Cowboy Dan’. Zo staan ze op plaat, en zo hoort het ook. Na het feestje is het namelijk tijd voor één van de mooiste en meest hartverscheurende slow burners die wij kennen. De band leidt je al marcherend in in de anachronistische avonturen van Cowboy Dan, neemt halverwege gas terug om de prachtige teksten ruimte te geven en gaat in de laatste minuten als vanouds helemaal wild. Er is nooit een mooiere song geschreven over een cowboy die al schietend de woestijn in rijdt om God te doden, geloof ons.

Tekstueel hoogtepunt: “Well Cowboy Dan is a major player in the cowboy scene/He goes to the reservation, drinks and gets mean/I didn’t move to the the city, the city moved to me/And I WANT OUT DESPERATELY”

‘Tiny cities made of ashes’

Op hun derde plaat ‘The moon & Antarctica’ vond Modest Mouse het perfecte evenwicht tussen een groot studiobudget en hun avontuurlijke ingesteldheid, met onder andere dit funky resultaat. Uit deze drie minuten en tweeënveertig seconden blijkt tevens hoe cruciaal de ritmetandem Green/Judy altijd geweest is binnen de band. Green toont zich een meester van de hi-hat, terwijl Judy ongestoord de show steelt met een constante groove. Je zocht nog bewijs dat bassisten altijd hun cool bewaren terwijl de zangers/gitaristen zich schor spelen? Check ‘Tiny cities made of ashes’.

Tekstueel hoogtepunt: “I just got a message that said ‘Yeah hell is freezing over’/I got a phonecall from the Lord saying ‘Hey boy get a sweater, right now.”

‘3rd planet’

We vragen ons nu al geruime tijd af wat het beste nummer van Modest Mouse is, en waarschijnlijk zullen we dit nooit weten, maar er zijn genoeg redenen om toch ‘3rd planet’ te verkiezen. Ten eerste is er de tekst. Alle favoriete thema’s van Isaac Brock (de oneindigheid van het universum, onze connectie met de natuur) worden nergens zo treffend verwoord als hier (check het hoogtepunt hieronder, dat veel te lang is omdat we niet konden kiezen). Ten tweede is er de muziek, die de meer ingetogen kant van de band toont en ten derde zijn er die enkele noten die het refrein komen versterken vanaf 2:23; klanken die altijd zullen blijven hangen in de overgang tussen de ruimte en planeet Aarde (de derde planeet vanaf de zon, snap je?).

Tekstueel hoogtepunt: “Baby cum angels fly around you, reminding you we used to be three and not just two/And that’s how the world began/And that’s how the world will end”

‘The whale song’

Modest Mouse is een band van weinig videoclips, maar àls ze er een maken zorgen ze dat het voor een zes minuten durende, grotendeels instrumentale jam is. ‘The whale song’ is een van de beste songs op ‘No one’s first and you’re next’, een verzameling b-kantjes. De typerende jankende gitaarlijnen zijn nergens zo prominent aanwezig als hier, terwijl ze laag per laag opbouwen naar een overdonderende apotheose. Misschien niet meteen geschikt om mee in slaap te vallen, maar dichter bij een om hulp wenende walvis is rockmuziek nooit gekomen.

Tekstueel hoogtepunt: “I know I am a scout/I should’ve found a way out/So everyone can find a way out”

‘Missed the boat’

Door zijn gebrul, woordspelletjes en voorliefde voor ‘den drank’ vonden wij Isaac Brock altijd al een beetje de kapitein Haddock van de rockmuziek. Bijgevolg viel dan ook te verwachten dat Modest Mouse met een door zeemansavonturen geïnspireerde plaat op de proppen zou komen, en ‘Missed the boat’ is zonder twijfel één van de sterkste songs op ‘We were dead before the ship even sank’. Bijgestaan door de sprankelende gitaarlicks van Johnny Marr (jep, die van The Smiths) en backings van James Mercer (jep, die van The Shins) schreef de band één van hun lieflijkste liederen.

Tekstueel hoogtepunt: “Well nothing ever went quite exactly as we planned/Our ideas held no water but we used them like a dam”

‘Spitting venom’

Modest Mouse is op zijn best wanneer ze over de grens van zes minuten gaan. Enkele mooie voorbeelden zijn ‘Teeth like God’s shoeshine’, ‘Other people’s lives’ of ‘The stars are projectors’. Wij kozen voor ‘Spitting venom’ omdat de band hiermee toonde dat ze zelfs op de plaat die hun status bij het grote publiek moest bevestigen de luisteraar nog steeds durfde overdonderen met lang uitgesponnen outro’s en gierende gitaren. Ah ja, en die riff op 1:27, die vormt ook al reden genoeg.

Tekstueel hoogtepunt: “Cheer up baby it wasn’t always quite so bad/For every bit of venom that came out, the antidote was had”