Op basis van expliciete aankondigingen, hints en verlangens hebben onze redacteurs al even kunnen speculeren op hoe enkele (min of meer) gevestigde waarden 2018 muzikaal zouden inkleuren. Uiteraard staan daarnaast nog heel wat jonge talenten in de steigers die ons de garantie bieden op een boeiend muzikaal jaar. Een groot aantal artiesten kwamen in de afgelopen maanden met frisse, gewaagde of simpelweg steengoede ideeën op de proppen. Thomas en ikzelf kozen daaruit twintig interessante acts waarvan we overtuigd mogen zijn dat 2018 hún jaar zal worden, of die dat op z’n minst heel hard verdienen.
Anna Burch
Anna Burch mag er dan op haar artwork wel als een oversympathieke folkie uitzien, met nummers als ‘2 cool 2 care’ en ‘Asking 4 a friend’ toont ze zich vooral een gedurfde badass die verdachte edgy gitaarliedjes neer kan pennen. Die eerste song begint met lief en dromerig gitaargetokkel, maar bloeit al snel open tot een pittig staaltje indie rock dat onder het motto “I like you best when you’re a mess” scherp maar speels klinkt. Ook laatstgenoemde nummer heeft zo’n heerlijk verrassende opbouw. Wanneer Burch aan het einde nog een finale keer uithaalt over stevig dreunende gitaren merk je: deze dame heeft de kunde en het charisma om het nog ver te schoppen. Haar debuutalbum verschijnt dit voorjaar. (Thomas)
Bad Gyal
Geen enkele artiest werd in 2017 zo vaak het onderwerp van thinkpieces als Bad Gyal. De twintigjarige Spaanse moest zich hier en daar verantwoorden voor de mogelijke toeëigening van dancehall, al lijkt ze daar uiteindelijk vrij zorgeloos mee weggekomen te zijn. Hoe dan ook heeft La Reina de Trap Catalan misschien wel hét best werkende geluid voor deze tijd gevonden: een mix van auto-tune trap en dancehall, met een stevige internetfeel en clubvibe. Of ze ooit nog zo’n onwaarschijnlijk overrompelende hit als ‘Fiebre’ gaat kunnen uitbrengen is twijfelachtig, maar met nummers als ‘Jacaranda’ (volgens FACT de beste song van vorig jaar) en de steun van een indrukwekkende schare producers oogt de toekomst voor Alba Farelo bijzonder rooskleurig. (Thomas)
Choir Boy
Het alter ego Choir Boy speldde Adam Klopp zich op als een geuzennaam nadat die term hem tijdens zijn tienerjaren als bespotting naar het hoofd werd geslingerd. Wat voor de toenmalige punker als een belediging klonk, blijkt eigenlijk een meer dan passend etiket, niet het minst door zijn prachtige, fragiele engelenzang. Klopps kristalheldere stem werd op ‘Passive with desire’, de eerste worp van dit zestal, gedrenkt in romantische droompop die z’n roots heeft bij de new-wave en synthpop van een dertigtal jaren geleden. De Amerikanen drukten vorig jaar die stempel stevig door op de mierzoete, spokende singles ‘Sunday light’ en ‘Madeline’. Nostalgici en tere zieltjes: hou deze band in het oog. (Pascal)
Clairo
De “boy, that escalated quickly”-meme is zo hard van toepassing op Clairo. Met een snelheid die in pre-sociale media-tijdperken nooit voor mogelijk werd gehouden, ontplofte ‘Pretty girl’ op YouTube en ver daarbuiten. Hoe een lofi-popliedje met een webcamclip zo viraal kan gaan? Daar kan enkel een vreemdsoortige catchiness iets mee te maken hebben. De negentienjarige Amerikaanse is gelukkig veel meer dan een one-hit-wonder. ‘Flamin’ hot cheetos’ – een nummer “about a guy that sucks” – heeft alles weg van een snelle demo maar is dan ook weer zo verslavend met zijn onderkoelde delivery. Wordt vervolgd in 2018, wanneer Clairo ongetwijfeld omnipresent gaat zijn. (Thomas)
Closer
Het zwaardere werk wordt in dit lijstje vertegenwoordigd door Closer, een indie hardcore-band met leden van Real Life Buildings. De eerste twee nummers die de groep op het internet zwierde, zijn niets minder dan indrukwekkend. Met stevige tempowissels die je wel vaker in het emowereldje tegenkomt en het soort geschreeuw dat pubermoeders tergt, zet het trio een intens sfeertje neer. Toch zijn ‘Gift shop’ en ‘Hardly art’ (let op die briljante overgang van het eerste naar het tweede!) voor mij meer dan frustratie of woede: ze laten ook een soort diepere neerslachtigheid horen die dankzij de hoekige instrumentatie uitdagend klinkt. (Thomas)
Club Night
Tiny Engines heeft er met Club Night sinds vorig jaar opnieuw een uiterst interessante signee bij. Met hun ep ‘Hell ya’ cementeerde het collectief uit Oakland zich tot één van go-to bands voor wie kampt met een energiedipje. Hun tot aan de nok gevulde liedjes zijn stuk voor stuk kleurrijke, hyperintense krachttoeren die barsten van energie. Duizelingwekkende chaos maken de Amerikanen zo eigenhandig synoniem voor prettige indierock, die door gemanipuleerde en schreeuwerige zang een extra scherpe, maar toch aanstekelijke touch krijgt. We kunnen niet wachten om te horen hoe ze die explosiviteit zullen vertalen naar een album. (Pascal)
Coucou Chloe
Voor de dansvloer-splinterbommen van de toekomst ben je bij Coucou Chloe aan het juiste adres. Dat bevestigde de producer al met haar uitstekende ep’s ‘Halo’ en ‘Erika Jane’, waarop bezwerende en agressieve electronica je genadeloos om de oren slaan. Vlijmscherpe producties paart de Franse steevast met haar eigen buitenaardse, monotone vocals die de snoeiharde bangers een mysterieuze bijklank geven en van elk nummer het equivalent van een wazig nachtje uit maken. Daarnaast kan Coucou Chloe evenwel zalven met eerder fragiele, doch spannende ambient in nummers als ‘Touched’ of ‘The letter’, die dan weer een geschikte soundtrack bieden voor de morning after. (Pascal)
IAMDDB
IAMDDB, ofwel “I am Diana Debrito” staat voor een gezonde afwisseling tussen bravado raps en zwoelere r&b-nummers. Ze omschrijft haar muziek zelf als “urban jazz”. Zo natuurlijk als ademen, flowt de 21-jarige rapper-zangeres uit Manchester gracieus over harde trapbeats, waarvan op recentste tape ‘Hoodrich volume 3’ de beste voorbeelden te vinden zijn. Ook over meer laidback r&b-productie houdt de Britse zichzelf sterk overeind. Dat kwam dan weer meer naar voren op de eerder uitgebrachte tapes ‘Vibe, volume 2’ en ‘Waeveybby, volume 1’. De bovengenoemde tapes werden overigens alledrie op minder dan één jaar tijd uitgebracht, we kunnen enkel hopen dat Diana in 2018 die verhouding tussen kwaliteit en productiviteit aanhoudt. (Pascal)
Klein
Na de twee ep’s die ze in 2016 uitbracht in eigen beheer besteeg Klein met ‘Tommy’, haar eerste wapenfeit voor Hyperdub, vorig jaar de troon als koningin van de- en reconstructie. Doorheen de ep verweeft de Britse producer dikke lagen aan bewerkte zang-, piano- en gitaarmelodieën met flarden uit gesprekken en berekende stiltes. Hier en daar scheert daarbij ook een verloren breakbeat genadeloos langs je oren. Het geheel is een onvoorspelbare, vormloze brij aan geluid waaronder meters diep catchy pop- en r&b-invloeden aan de grondslag liggen. Wie zoekt naar een uitdagende (maar o zo lonende) luisterervaring: Klein is er voor je. (Pascal)
Lanark Artefax
Een van de beste ep’s van 2017 werd gemaakt door de Schotse producer Lanark Artefax. Nadat hij eerder al materiaal uitbracht op Lee Gamble’s label UIQ, betekende ‘Whities 011’ de verdiende echte doorbraak. Op dat werk laat hij in vier nummers zijn buitengewone talent zien. ‘Flickering debris’ is melancholie op z’n ongewoonst, verpakt in mind-bending electronica maar daarom niet minder effectief. ‘Touch absence’ varieert dan weer met uiteen gevezen clubmuziek – futuristisch en wonderschoon. En ‘Voices near the hypocentre’ klinkt als sputterende trance uit een ander universum. Lanark Artefax klinkt steevast raar en innemend tegelijk, dat moet zowat de voornaamste constante in zijn werk zijn. (Thomas)
Lauren Auder
De naam Lauren Auder heb je hier de afgelopen jaren misschien al zien passeren. Onder meer met het door Kassett geproducete nummer ‘Stigmata’ veroorzaakte de Franse artiest al wat oproer op het wereldwijde web. 2018 lijkt wel het jaar van de voorwaarts denkende jonkie te worden: na een eerste single eind vorig jaar op True Panther zou er dit jaar op hetzelfde label een eerste echt volwaardige release van Auder verschijnen. ‘The baptist’ doet er alvast stevig naar uitkijken dankzij zijn grandioze instrumentatie en prachtige zang – heel anders dan de intieme hypnagogic pop van vroeger werk maar minstens even goed. (Thomas)
Malibu / DJ Lostboi
Malibu is verantwoordelijk voor een van de mooiste momenten op ‘Mono no aware’, de ambientcompilatie van PAN die het tot in de top 20 van onze albumlijst van 2017 schopte. De enigmatische producer wekt aan de hand van traag opbouwende composities en collages emoties op die nog intenser worden door haar zachte stem, hetzij gefluisterd (‘Held’) of met etherische autotunezang (vrijwel alles). Met haar zijproject DJ Lostboi laat ze die hunkerende emotie ook botvieren. In oktober bracht de Franse onder die naam ‘Got lost’ uit, een verzameling innemende loops en herwerkingen van liedjes van onder andere DJ Sammy en Lil Uzi Vert. Zowel haar werk onder Malibu als onder DJ Lostboi staat garant voor een perfecte sehnsucht-soundtrack met een verstillende schoonheid. (Pascal)
Nilüfer Yanya
Een tiplijstje voor 2018 publiceren zonder er Nilüfer Yanya in te vermelden, het zou de reputatie van Indiestyle misschien niet zo ten goede komen. De Britse artieste is duidelijk zowel bij pers als publiek een van dé nieuwe chouchous. Haar geluid past dan ook perfect bij de tijdsgeest: er is de laidback city-vibe van King Krule en hippe hiphoppers, dan heb je een prachtige stem die overloopt van authenticiteit en geëngageerde teksten, en tot slot kan je niet naast Yanya’s oor voor intelligente popmelodieën. Oefen alvast maar op het schrijven van die naam, je zal hem de komende maanden nog veel nodig hebben. (Thomas)
Palm
De artrockers uit Philadelphia hebben met ‘Trading basics’ uit 2015 al een album op hun naam, maar lijken nu na hun ‘Shadow expert’-ep en de opmerkelijke eerste singles voor hun tweede lp ‘Rock island’ – die volgende maand uitkomt – meer op het voorplan te treden. Volledig terecht, want het speelse karakter van dit autodidactisch gezelschap is een meer dan waardevolle toevoeging aan de indierock-scene. De band viert in zijn muziek onvoorspelbaarheid met een heerlijke rush aan inventieve structuren die doen denken aan het betere werk van Battles en Animal Collective. (Pascal)
Rina Sawayama
Hoe meer 2017 vorderde, hoe meer het genie van Rina Sawayama opgepikt leek te worden. Eind oktober volgde de echte sprint naar de kopgroep van de beloftencategorie in de vorm van ‘RINA’, een uitstekend mini-album gevuld met bangers. De Japanse-Britse muzikante laat daarop horen hoe plezierig popmuziek wel niet kan zijn. Acht nummers lang demonstreert ze met haar Britney-stem en ambitieuze producties (waar Clarence Clarity een hand in heeft) dat je geen hele muziekfabriek nodig hebt om een indrukwekkende hitparadesound neer te zetten. R&b-pop van het vorige decennium krijgt op ‘RINA’ een nieuw likje verf, barst van de ideeën en maakt een onwaarschijnlijke brug tussen mainstream en underground. (Thomas)
Sadaf
Op de vorig jaar verschenen ep ‘SHELL’ leerden we Sadaf – na onder meer een eerdere shout-out van Björk – echt kennen. De Iraans-Amerikaanse muzikante presenteerde zich op dat werk als een van de meest onbevreesde muzikanten in het circuit. Zoals wel meer goede kunst weerspiegelen de negen nummers op de release het klimaat waarin het gemaakt is: ‘SHELL’ klinkt op z’n minst apocalyptisch, chaotisch en nerveus; vol tegenstellingen en met een gezonde dosis nonsense of nihilisme. Sadaf weet de rommel echter zo te structureren dat het meer weg heeft van een beklijvend, geïmproviseerd testament van onze tijd, dan van een willekeurig opgestapeld hoopje geluiden – indrukwekkend! (Thomas)
Sassy 009
Liefdesoverpeinzingen in dansbare liedjes gieten kunnen we tegenwoordig bezwaarlijk een origineel concept noemen, het afschrijven doen we echter allerminst. Er zijn immers genoeg mogelijkheden om dat om te toveren tot iets dat fris klinkt, en laat dat nu precies zijn waar dit triumviraat uit Oslo voor gaat. Met hun ep ‘Do you mind’ onderschrijven Johanna, Teodora en Sunniva dat mission statement dubbel en dik met hun trance-y electropop. Op de ep gieten ze hun romantische visies en frustraties in hun eigen stijlvolle en ijzig koele synthpop die het best gedijt in de donkere uurtjes. (Pascal)
Smerz
Noorwegen represent in deze lijst, zo blijkt. Collega Hanne Craye vermeldde Henriette Motzfeldt en Catharina Stoltenberg reeds in ons electronica-overzicht van het afgelopen jaar, maar het Noorse duo verdient het even hard om hier nog eens getipt te worden. Met de re-release van hun debuut-ep ‘Okey’ via XL Recordings en een spervuur aan singles was 2017 voor de de lofi-electronica/r&b-formatie een boerenjaar. Smerz houdt met koele synths, botte kicks en catchy, repetitieve zanglijnen sensualiteit en apathie in harmonisch evenwicht. Door de ruwheid heen windt het duo je probleemloos om z’n vinger zonder aan spanning in te boeten. Dat maakt van Smerz een van de boeiendste electronica-acts om in de gaten te houden. (Pascal)
Sopico
Het is toch wel opvallend hoe grote beloften er vaak niet alleen op muzikaal vlak uitspringen, maar er ook qua visuals vaak bovenuit steken. Enter Sopico, de Franse mc die het hippe internetpubliek leerde kennen door zijn virale, akoestische Colors-sessie. Met zijn indrukwekkende video’s begeeft de rapper zich op het niveau van PNL en Lomepal, en ook zijn songmateriaal moet niet zo hard onderdoen voor die twee. Melancholisch, zij het niet op een hippe cloud rap-manier, heeft de hiphopper zo zijn eigen, eigentijdse stijltje gevonden dat zowel ruw (‘Ciel bleu’) als gelikt (‘Arbre de vie’) goed uit de verf komt. (Thomas)
Yaeji
Twee ep’s. Meer had Kathy Yaeji Lee niet nodig om zich op één jaar tijd te kronen tot een van de spannendste namen in het house-universum. Haar muziek als zuivere house bestempelen zou echter een te enge omschrijving zijn. Hoewel ze het genre in zijn puurste vorm alle eer aandoet met überaanstekelijke nummers als ‘Guap’ of ‘Raingurl’, treedt de Koreaans-Amerikaanse even doeltreffend buiten die grenzen. Haar house-invloeden balanceert ze eigenzinnig uit met lome hiphop die zich even natuurlijk beweegt in dezelfde clubosfeer. Lee’s fluisterzang/rap – zo lieflijk in het Engels als in het Koreaans – geeft die benevelde clubmuziek een intiem karakter. (Pascal)