Het palmares van Woods wordt beetje bij beetje indrukwekkender. De vijfkoppige band die tussen americanafolk, rock, psychedelica en vreselijk meeslepende popdeuntjes zweeft, is met tien langspelers op twaalf jaar tijd haast niet meer weg te denken uit het kwalitatieve-indiecircuit. Na de evolutie van rauwe en teergevoelige lofi-songs richting meer grootstedelijke en doordachte albums, was onze vraag bij de nieuwe plaat ‘Love is love’ dan ook de volgende: zet het Amerikaanse Woods de trend van de laatste platen succesvol voort of keren bezieler Jeremy Earl en zijn kompanen terug naar een primitiever geluid?
Die vraag doet ertoe omdat de opzet van Woods’ nieuwste worp in een andere context geplaatst dient te worden dan hun vorige reeks albums. ‘Love is love’ is opgenomen in de maanden na de verkiezing van de huidige president van de Verenigde Staten, en dan verwacht je misschien al gauw een album dat stikt van de protestsongs aan het adres van de eigen natie en vooral aan dat van The Donald. Maar Woods is geen doorsnee groep – verre van. De titeltrack en opener van de relatief korte plaat geeft meteen al mee dat dit werk een soort van meditatie wordt over liefde in onzekere tijden van angst en polarisatie. Daardoor groeit de plaat uit tot een bijzonder moedig en tegelijkertijd ook broodnodig project. Het is ook een boodschap die ondersteund wordt door de bruisende gitaarlijnen, Earls zeemzoete vocals en de Afrikaanse jazzfeel, een invloed die we eerder al op ‘City sun eater in the river of light’ hoorden.
Is deze plaat dan zomaar de volgende in het rijtje? Niet helemaal. ‘Lost in a crowd’ getuigt bijvoorbeeld ook van heerlijke folkinvloeden à la ‘Bend beyond’, aaibare en zachte instrumentatie die de duisternis van de tekst wat weet te verzachten en sterke songwriting die zowel vredevol als intelligent klinkt. Naast die robuuste en tegelijkertijd ontspannen popsongs moet Woods het ook hebben van lang uitgesponnen jamsessies die uitmonden in heerlijke, trippy en avontuurlijke nummers die soms wel tien minuten steeds interessant weten te blijven en de ijzersterke symbiose van het vijftal onderstrepen. ‘Spring is in the air’ is er zo eentje van, een titel die in het huidige klimaat waarschijnlijk even cynisch als oprecht is: er is aan de ene kant de situatie in de VS, maar anderzijds ook een steeds krachtiger wordende boodschap van hoop. De track blijft weliswaar verrassend eenzijdig, met voornamelijk de focus op subtiele psychedelica-elementen in de achtergrond en een terugkerende blazersmelodie als voornaamste constante. Wat ons betreft is dit het moment waarop de donkere realiteit het enigszins wint van de intentie die de heren van Woods met deze plaat hadden – het nummer klinkt zo nu en dan alsof het noodlot heeft toegeslagen. Een begrijpelijk gevoel.
De afsluiter lijkt dan weer een soort van reprise, een laatste contemplatie op de liefde. ‘Love is love (sun on time)’ onthult opnieuw vlagen van reggae en African jazz in combinatie met de bekende druggy wahwah-sixtiesvibe. Geboren gitaarkunstenaar Jarvis Taveniere mag op dat sterke nummer net op het nippertje ook nog eens zijn talent tentoonspreiden, iets wat meer dan welkom was. Hoopgevende en levendige songs als ‘Bleeding blue’ bulken van de karakteristieken van Woods’ kenmerkende geluid, terwijl andere tracks op ‘Love is love’ het meer moeten hebben van sombere tonen die allerlei even akelige gebeurtenissen wereldwijd lijken te representeren. Want hoewel Woods enigszins een l’art-pour-l’art-aanpak beoogde, is ‘Love is love’ evenzeer een politieke plaat. Het is ook nogmaals een album dat de grootstad New York ademt, en dat als helende kracht werkt. Oftewel: iets met ‘a crack’ en ‘the light’.
Woods weet een tijdsdocument neer te zetten waarin escapisme nooit veraf is. Qua lengte en opzet mag je ‘Love is love’ zeker als the odd one out zien in de discografie van de groep. Het is een soort synthese van de twee gezichten die de band heeft. Geen baanbrekend werk, wel het zoveelste bewijs dat Woods blijft meedraaien in hun categorie en wereldwijd nog steeds ondergewaardeerd wordt.