‘Ardipithecus’ is de benaming voor de oudste mensachtige botten die men op deze aardbol vond. Het is tevens Willows knipoog naar haar persoonlijke archeologische graaftocht naar dieperliggende verhalen in haar hoogsteigen kathedraal. Een mooi streven, alleen spijtig van de magere vondst.
Het debuut van Willow Smith valt wel heel plots uit de lucht. Na een knipperlichtrelatie met Soundcloud en een ep ‘3’ in 2014 verdween ze van de radar. Nu werpt dochter van Will Smith haar mantel der stilte af en tovert er haar eerste werk van onderuit. Dat er weinig diepzinnige waarheden in haar vijftienjarige lijf te vinden zouden zijn was vooraf te voorspellen. De hele plaat is doordrenkt van de tieneronzekerheden en highschool-waarheden. Maar laat leeftijd alstublieft geen excuus zijn voor kwaliteit. Deelnemen is niet altijd een verzachtend excuus voor winnen.
Het zou fout zijn om te ontkennen dat er sinds ‘Whip my hair’ en ‘Fireball’ niet enige positieve vooruitgang geboekt is. Met een stemkleur balancerend tussen Björk en Sia lijkt haar vocale pad gepolijst. Het keurslijfje van een Rihanna-kloon ontgroeid, omarmt ze nu grillige geestdrift en diepe dissonantie tijdens de queeste naar haar meest treffende timbre. Helaas weergalmt haar stem over een troosteloze woestijnvlakte van rudimentaire mixen. Enkel ‘Natives of the windy forest’ verrast. Fan zijn van een tiental Fruityloops-geluidjes hoeft trouwens niet te betekenen dat de muzieklijn zich per nummer tot die selectie moet beperken. Idem dito wat de teksten betreft. “What the heck is happening?”, vraag ze zich af in ‘Cycles’, en dat is tegelijk de voornaamste vraag die we ons van haar eerste tot haar laatste adem stellen. Willow verpakt zinnen zoals “I’m just a teenager, I still have so much to learn” en “What am I doing here? I want to go home” als steekhoudende statements. Alsof ze zich bij voorbaat met haar leeftijdsjoker wil verontschuldigen voor haar loze larie, in een diarree aan rechtvaardigingen.
‘Ardipithecus’ staat ook synoniem voor evolutie. Een kruipend wezen dat zich tot rechtopstaand schepsel ontpopt siert de cover. De evolutieleer zoals je hem nooit eerder zag: Willow in al haar tienerfacetten. Helaas is het een voorbarige conclusie om te denken dat ze de rechtop wandelende fase ondertussen bereikt heeft. De kiem van haar eerste song ‘Summer fling’ mag dan wel dateren van drie jaar geleden, het einde van haar evolutiecyclus is nog niet in zicht.
Willow is niet de enige vijftienjarige die pretendeert om geschiedenis te schrijven op haar leeftijd. Tachtig procent van die probeersels eindigt in een stoffige kast vol herinneringen uit vervlogen tijden, waarvan je achteraf blij bent dat je het niet op de wereld hebt losgelaten. Tenzij je dochter of zoon van bent natuurlijk; dan resulteert die ambitie in een daadwerkelijk debuutalbum. Bij ‘Ardipithecus’ wordt vooral pijnlijk duidelijk dat het tweede scenario zelden beter is.