Het was alweer tien jaar geleden dat we nog nieuwe muziek van The Breeders hoorden, maar met ‘All nerve’ trachten Kim Deal en co. een comeback te maken die op z’n minst boeiender wordt dan die van Pixies. Vandaag de dag is het echter minder evident om iets origineel te doen met gitaren dan in de jaren ’90. En ja hoor, zelfs The Breeders trappen in de val van de nostalgie.
Een paar welgemikte gitaaraanslagen zijn niet genoeg om een song – laat staan een album – boeiend te houden. Zelfs niet als je Kim Deal heet. The Breeders maken op ‘All nerve’ geen aanstalten om doordacht of zelfs maar snedig te klinken anno 2018, zo getuigen flauwe opener ‘Nervous mary’ en tenenkrullende single ‘Wait in the car’. Krachttoeren die de bal volledig misslaan. De tienjarige break heeft niet voor herbronning gezorgd; de sleur die op ‘Mountain battles’ reeds aanwezig was, spookt ook op deze plaat nog rond. Oersaaie dieptepunten ‘Skinhead #2’ en ‘Blues at the Acropolis’ zijn daar een rechtstreeks gevolg van.
De zeldzame keren dat The Breeders wél buiten de lijntjes durven kleuren, zijn wisselvallig. Zo is ‘Archangel’s thunderbird’ – wat een titel ook – een rommelig allegaartje van klassieke rock-trucjes dat misschien mooi had thuisgehoord op een b-sidesplaat van The Hives. Niet op de comebackplaat van The Breeders. ‘MetaGoth’ pakt dan weer wel verrassend goed uit; het dreigende nummer doet de nineties-nostalgie alle eer aan met haar originele insteek en door merg en been snijdende gitaarlijnen. Het is op zo’n momenten dat Kim Deal haar kwaliteiten als frontvrouw volledig kan benutten. Haar vastberaden, bijna arrogante toon slaat nergens op de plaat zo goed aan als hier.
Zoals we in de bloedmooie vooruitgestuurde titelsong al konden horen, laat Deal zich op ‘All nerve’ echter ook van een gevoelige, doodeerlijke kant zien. Het is op die manier dat ze het album toch nog staande weet te houden. In tegenstelling tot de nostalgische krachttoeren waarmee The Breeders iets te vaak op zoek proberen gaan naar hun jeugdjaren uit de jaren ’90, komen knappe songs als ‘Spacewoman’ en ‘Walking with a killer’ zo veel oprechter en minder geforceerd over. Uit ‘Dawn: making an effort’ blijkt zowaar dat Deal en co. het voorbije decennium de popmuziek hebben gevolgd – invloeden van The XX en Beach House versmelten tot een parel van een nummer.
The Breeders klinken op ‘All nerve’ het interessantst wanneer ze niet hopeloos trachten terug te grijpen naar het verleden. Het viertal is ondertussen nu eenmaal wat ouder, en vandaag de dag is het o zo veel moeilijker om gitaarmuziek boeiend te houden dan tien jaar geleden. Het is pas wanneer ze er in slagen om zelf met die realiteit om te gaan, dat ze bewijzen nog steeds uitmuntende songschrijvers te zijn. Want ja, er staan wel degelijk enkele steengoeie nummers op ‘All nerve’.