Stephen Malkmus ken je als leadzanger van nineties-legende Pavement, en als dat niet het geval is, zijn wij blij voor je: er staat je een ware goudmijn aan fantastische indierock te wachten. Anno 2018 is Stephen Malkmus niet meer de jonge stoner die hij ooit was en daar is hij zich maar al te bewust van. ‘Sparkle hard’ is moeiteloos zijn meest toegankelijke album post-Pavement, en voor het eerst doorspekt Malkmus zijn onnavolgbare woordenbrij met ironische verhalen, waarschijnlijk een gevolg van de americana-invloed.
Americana dus, een woord dat ons het laatste jaar al wat angstzweet opleverde (bedankt Justin). We kunnen iedereen echter al geruststellen. Op ‘Sparkle hard’ wordt er niet gewillig naar banjo’s en violen gegrepen en de zogenaamde Nashville Sound van de Amerikaanse country-industrie blijft ver weg. Openingsduo ‘Cast off’ en ‘Future suite’ hadden prima op het voorgaande ‘Wig out at jagbags’ gekund. Ze klokken in onder de drie minuten, leggen enkele meezingmomenten voor en laten je meermaals op verkeerde benen meespringen. Het doet ons deugd om te horen hoe Stephen Malkmus een typisch geluid ontwikkeld heeft dat niét meer nostalgisch aan Pavement doet denken, een zeldzaamheid bij vervolgprojecten uit klassieke bands. In datzelfde rijtje horen ‘Rattler’ en ‘Brethren’ thuis, met echter die ene toevoeging die plots gesmaakt wordt door blanke middenklassers: een dikke plamuurlaag autotune (niet waar, Julian?). Stephen Malkmus bewijst dat zingen door autotune lastig is, want het klinkt onvoorstelbaar onnatuurlijk in zijn handen. Laat het nu voor eens en altijd duidelijk zijn dat, ja, autotune helpt om niet vals te zingen, nee, het is geen gemakzuchtige oplossing. Op ‘Sparkle hard’ vormt het wel een welkome afwisseling en meteen ook het enige moment met wat experiment.
In ‘Refute’, het duet met Kim Gordon, vinden we dan wel onverdunde americana terug. Het is een heerlijke pastiche op liefde vinden in je cowboyboots on the road. Het was alweer te lang geleden dat we nog eens goed konden gniffelen met teksten in indierock. Hier en daar zijn er nog andere sporen rondgestrooid. Er is het uiterst mooie ‘Solid silk’ dat een eerste rustpunt vormt, prachtig ingekleurd door violen. Ook in hoogtepunt en vooruitgestuurde single ‘Middle america’ kan je met een vergrootglas wat country zoeken, maar wij horen vooral terug wat Stephen Malkmus met Pavement al bewees: geef hem een open, halftrage ballade en hij legt er het perfecte refrein bovenop (‘Range life’! ‘Major leagues’!). Achterin de tracklist zit nog ‘Kite’ verborgen, waarin Malkmus tegen een krautrockachtergrond zijn woorden neerlegt waar je ze net niet verwacht, om tenslotte twee gitaren scheurend te laten duelleren. Tijdloze klasse.
‘Sparkle hard’ is met andere woorden een puike toevoeging aan het oeuvre met the Jicks, waar ook onze mama nu fan van kan zijn. En toch missen wij de muzikale onvoorspelbaarheid van ‘Wig out at jagbags’, de plotse breaks en kortstondige gitaarsolo’s. Vooral op ‘Bike lane’, ‘Shiggy’ en ‘Difficulties’ is de basis wel aanwezig, maar missen we het vele bochtenwerk waardoor wij in de eerste plaats fan zijn geworden. Ondanks zijn voorspelbaarheid blijft ‘Sparkle hard’ toch prima troostvoedsel voor alle volgers, en zowaar een nieuw ingangspunt voor onwetenden.