Sophie Allison was slechts twintig toen ze twee jaar geleden haar debuut ‘Clean’ uitbracht. Daar kon ze ons nog niet helemaal overtuigen omdat ze iets te vaak in hetzelfde verhaal bleef hangen. Op ‘Color theory’ maakt liefdesverdriet plaats voor andere mentale monsters en wordt alles een tint grauwer. Of dat zich muzikaal vertaald in een boeiender verhaal is nog maar de vraag.
Allison heeft voor haar jonge leeftijd al behoorlijk wat persoonlijke demonen verzameld. Die worden op ‘Color theory’ bezongen met haar ongelofelijke stem. In ‘Bloodstream’ en ‘Night swimming’ is ze op haar beste momenten een genetisch evenwichtig verdeelde nakomeling van Clairo en Phoebe Bridgers. Depressie en zelfpijniging komen doorheen het album in verschillende gedaantes terug. In ‘Royal screw up’ is de zelfkritiek – al is ze als comic relief bedoeld – een brutale verbale geseling over haar eigen gebreken die verbloemd wordt door de lichtzinnige gitaarriedels.
Die luchtige muzikale benadering is verder ook een rode draad doorheen het album. Helaas neemt die door een pijnlijk gebrek aan variatie veel weg van de potentiële intensiteit die overal onder de oppervlakte borrelt. In ‘Bloodstream’ is het bijna frustrerend hoe het nummer niet openbreekt en zelfs als de tekst er extra duister tot uitnodigt met ‘Crawling in my skin’, blijft het allemaal aan de oppervlakte dobberen. Daardoor komt ze met haar kleurrijke theorieën op het einde van het album bij ons niet verder dan een afgewassen en uitgerafelde versie van die draad.
Misschien zijn we te ongeduldig en is het oordeel streng maar dat is alleen omdat we het potentieel van Soccer Mommy niet onderschatten. Haar soms pijnlijk mooie stem zorgt wel degelijk voor instabiele knieschijven maar haar lyrische directheid wordt muzikaal nog niet sterk genoeg ondersteund om ons op de knieën te krijgen. Het is afwachten tot Sophie Allison het echt aandurft om haar talent uit te buiten en ons alle uithoeken van het emotioneel spectrum laat zien.