Mew is zo’n band die jammer genoeg bijna twee decennia lang te alternatief bevonden werd voor het mainstream publiek, en tegelijkertijd te gelikt oogde voor het alternatieve circuit. Het falsetto stemgeluid van frontman Jonas Bjerre maakt van de groep dan ook een typisch love it or hate it-gezelschap. In thuisland Denemarken wordt de band nochtans op handen gedragen en verkopen ze menig stadion uit, terwijl de rest van de wereld zich vooral de hitsingles ‘Comforting sounds’ en ‘The zookeeper’s boy’ vaag herinnert. Tijdens de passage op Les Nuits Botanique twee jaar geleden bleek echter dat de Denen nog steeds een zekere populariteit genieten bij ons.
Nu zijn ze dus terug met hun meest compacte en toegankelijke album tot nog toe. ‘Visuals’ is tevens de opvolger van de (middelmatige) comeback-plaat ‘+/-‘. De band wentelt zich nog steeds in een herkenbare mix van dromerige popmuziek die gepaard gaat met de nodige bombast, courante new wave-inslagen en een glansrol voor de gouden stembanden van Bjerre.
De sprookjesachtige openingstrack stelt meteen twee grote veranderingen aan de kaak: naast een achtergrondrol voor de gitaren zijn de zo kenmerkende, complexe ritmes teruggeschroefd naar een absoluut minimum. Een spijtige zaak, vermits net die progressieve rockaccenten van Mew een unieke, genre-overschrijdende band maakten. Deze euvels vallen wellicht toe te schrijven aan het vertrek van oprichter/gitarist Bo Madsen, die tijdens de ‘+/-’-tour van 2015 reeds de handdoek in de ring wierp. Gelukkig zijn de zweverige synthesizertapijten nog steeds om van te snoepen en compenseren deze een beetje voor het gemis.
In ‘Candy pieces all smeared out’ verkent Mew voorzichtig nieuw terrein, wat bijgevolg leidt tot interessante stukken halfweg de plaat . Op ‘Ay ay ay’ laat Johan Wohlert zijn bas nog eens grommen als vanouds, terwijl de met blazers geïnjecteerde single ‘Twist quest’ de perfecte popsong aspireert. Perfectie is iets wat de band wel vaker nastreeft in hun discografie, getuige de consequent gepolijste, doch gedetailleerde arrangementen. De tegendraadsheid is hier echter ver te zoeken en wat overblijft op ‘Visuals’ is een wel erg zoet bezinksel. Bij momenten klinkt het Deens drietal zelfs zo stroperig dat we een acute ontregeling van onze suikerspiegel dreigen op te lopen (vooral het openingsnummer en ‘Shoulders’ zijn de ergste boosdoeners).
De hoogdravende afsluiter ‘Carry me to safety’ laat ons ietwat teleurgesteld achter, want we weten dat de groep beter kan presteren dan dit . Zeker wanneer je klasse-albums als ‘Mew & the glass handed kites’ en ‘No more stories’ als referentiepunt hebt. Misschien zit het vertrek van Madsen er voor iets tussen, of is het eerder een bewuste keuze? Mew gaat alleszins voor een wel erg gladde aanpak – en dat levert een leuk album op, maar zeker niet meer dan dat.
Mew stelt ‘Visuals’ voor op 20 mei in de Trix Club (info & tickets).