Lord Huron is geen lid van het Engelse hogerhuis, maar een band uit Los Angeles. Oprichter Ben Schneider ging vroeger vaak kamperen aan Lake Huron, een van de Grote Meren, en verklaarde zich daar in zijn kinderlijke fantasie dan maar meteen heer en meester van. In 2012 debuteerde de groep met ‘Lonesome dreams’, dat aanstekelijke americana aan folkpop koppelde. In 2015 ging het viertal op dat elan verder, zij het nog iets toegankelijker dan voordien. ‘Strange trails’ leidde naar een open plek in het bos, waar het avondlicht weemoedig viel op een prachtig elfenbankje dat ‘The night we met’ heette. Dat had ook Netflix gezien, en met een plaatsje voor het nummer in ’13 reasons why’ werd Lord Huron weggerukt van z’n kampvuur aan het meer en op wereldtournee gestuurd.
Maar, tussen ons gezegd en gezwegen, ‘Strange trails’ bevatte toch ook een hoop inwisselbare nummers en een paar voorstudies van hun monsterhit. Dat zorgde er dan wel weer voor dat het album één verhaal vormde. Dat mag je best letterlijk nemen: Lord Huron laat steevast een hoop fictieve personages op zijn platen opdraven, die in de nummers allerlei avonturen beleven – voor ‘Strange trails’ werd zelfs een heus stripverhaal getekend. Voor derde langspeler ‘Vide noir’ wou de groep dat de fans vooral zélf op avontuur gingen. Net als onder meer alt-J deed bij ‘This is all yours’ konden toegewijden met een web-app op schattenjacht naar stukjes ‘Vide noir’.
Schneider bedacht naar eigen zeggen een goed deel van de muziek tijdens nachtelijke autoritten door Los Angeles. Dat is hoorbaar op ‘Lost in time and space’, dat zacht doorheen de zwoele zomernacht cruiset onder een hemel van fonkelende gitaren en synthesizers. Ergens moet daar ook een smaragdgroene ster hangen te blinken, want de zoektocht daarnaar is deze keer duidelijk het centrale albummotief: op de hoes prijkte al een gestileerde smaragd, “Follow the emerald star” fluistert een vrouwenstem uit lang vervlogen tijden ons toe in ‘The balancer’s eye’ en ook in de teksten duikt Bianca Castafiore’s favoriete juweel ettelijke keren op.
De nacht, de groene sterren: het past allemaal perfect bij de nevel van mysterie die over ‘Vide noir’ hangt. De sfeer van vrije ‘On the road’-wegen uit de opener wordt immers gauw ingewisseld voor die van groezelige wegrestaurants en spookachtige Louisiaanse moerassen. “I am only a nameless soul/Heading into a pure, black void” zingt Schneider in het sterke titelnummer, terwijl in het achtergrondduister onheilspellende gitaren klinken. Het beklijvende ‘When the night is over’ heeft iets unheimlichs over zich, en doet ons zo niet alleen qua naam aan ‘End of the night’ van The Doors denken. In het tweeluik ‘Ancient names’ en in ‘The balancer’s eye’ passeren dan weer bovennatuurlijke wijsheid en zelfverzonnen kosmogonieën de revue.
Bij nader inzien vormt ‘Lost in time and space’ een mooi bruggetje met de vorige plaat, want erna wordt de productie merkelijk korreliger en minder weids dan op ‘Strange trails’. Een beetje alsof de plaat loeihard werd afgespeeld op een krakkemikkige autoradio en vastgelegd werd met een tweedehands bandopnemer. Vaak werkt dat: het geeft cachet aan garagerockers ‘Never ever’ en ‘Ancient names’, met name het razende tweede deel. Maar wij dachten tegelijk: die stem van Schneider is te mooi, te warm en te troostend om veel door kille computers te jagen.
Het is niet al smaragd dat blinkt op ‘Vide noir’, dat net als op vorige platen weer behoorlijk wat overbodige bagage meetorst. Veel nummers hebben wel iets in hun mars, maar te weinig om memorabel te zijn. ‘Wait by the river’ kabbelt maar vergeet te klateren. Zoals ‘Back from the edge’ en ‘The balancer’s eye’ zijn er al veel tussen de plooien van de indie-geschiedenis verdwenen. Gewoon degelijk zijn ‘Secret of life’, dat weliswaar erg naar oude single ‘The world ender’ lonkt, en ‘Moonbeam’, dat op het eind wat licht mag binnenlaten op het album. ‘Emerald star’ – daar is ie weer – klinkt zelfs uitgelaten, en is een behoorlijke afsluiter van Lord Hurons derde verhaal.
Lord Huron weigert om na het commerciële succes een dozijn hits naar het recept van ‘The night we met’ te pennen, en dat verdient respect. Bovendien hebben wij een boontje voor artiesten die meer van een album willen maken dan louter een depot voor een nieuwe lading werk. ‘Vide noir’ klinkt mysterieuzer en nachtelijker dan zijn voorganger en bevat een aantal goeie nummers, maar weegt net te licht om echt te overtuigen. Zijn naam ten spijt blijft het muzikale House of Commons voorlopig Lord Hurons plaats.
Lord Huron speelt op 23.10 in de Ancienne Belgique.