Local Natives, de band die in 2009 furore maakte met ‘Gorilla Manor’ en met dit album zelfs bijna een cultstatus verwierf in indieland, is terug met een langverwachte tweede. De spruit kreeg de titel ‘Hummingbird’ mee, telt elf nummers en werd opgenomen met Aaron Dessner (The National) achter de knoppen.
Zoals bij bijna elke tweede plaat, kan een vergelijking met het debuut moeilijk uitblijven, en dan komt natuurlijk de hamvraag. Is ‘Hummingbird’ een “waardige” opvolger van ‘Gorilla Manor’? Met andere woorden, kunnen we hier spreken van een ‘Gorilla Manor II’? Laat het antwoord op deze vraag alvast duidelijk zijn: neen. Geen herkauwde thema’s op deze jongste boreling, maar ook geen voortzetting van de vrolijke toon die hun debuut overheerste. Local Natives klinken op hun tweede langspeler opmerkelijk duisterder dan voorheen. Laten we vergelijkingen dan ook maar meteen achter ons laten. ‘Hummingbird’ is anders, daar kunnen we nu eenmaal niet omheen, en dient bijgevolg ook zo beluisterd te worden.
Toch is de herkenning nooit echt veraf. Zoals bij de slagzin “You and I, we were always strong” waarmee het nummer ‘You & I’ opent, bijvoorbeeld. Meteen worden we omvergeblazen door die hongerige, bijna troosteloos gezongen frasen, die we nog vaker tegen zullen komen. Ook ‘Heavy Feet’, doch iets ingetogener, laat ons verder dagdromen. Wij kunnen niet anders dan in gedachten mee te jammeren en klappen. Niet veel later laten we ons overspoelen door het fijne ‘Breakers’, de eerste vooruitgeschoven single van ‘Hummingbird’.
Zoals we al zeiden zijn Local Natives op hun tweede album ook getransformeerd naar een serieuzere band, met zwaarmoedige lyrics en een donker sentiment dat doorheen de liedjes zindert en na het luisteren nog even in de kleren blijft hangen. Het ene moment word je nog driftig meegesleurd door ‘Wooly Mammoth’, om daarna de hartenpijnen van zanger Kelcey Ayer na de dood van diens moeder te delen in ‘Colombia’. Bijna even neerslachtig en van zoete melancholie doordrongen is ‘Three Months’, maar ook ‘Black Balloons’ draagt – ondanks de typische loepzuivere samenzang en tamelijk vrolijke melodieën – diezelfde smartelijke stempel.
De elf nummers die ‘Hummingbird’ rijk is, zijn zo gepasseerd. Eén voor één kabbelen ze aan een vlot tempo voort, terwijl wij gewillig meedrijven met de stroom. Hierdoor komt de magistrale gelaagdheid van elk afzonderlijk lied – maar ook het gehele album – pas na enkele luisterbeurten goed en wel aan de oppervlakte drijven. ‘Hummingbird’ is zonder twijfel zo’n plaat waar je telkens je ze beluistert weer een beetje meer in groeit.
We krijgen dus een geheel andere Local Natives te horen in dit tweede meesterwerkje. Ze klinken duidelijk volwassener, onmiskenbaar desperaat en met momenten zelfs een beetje desolaat. Toch betekent dit album geen radicale ommezwaai, dit zijn nog steeds ontegensprekelijk Local Natives die we horen. We horen dezelfde melancholie terug, alleen ditmaal niet meer in de figurantenrol die ze in ‘Gorilla manor’ toegewezen kreeg, maar prominent aanwezig op de voorgrond.
Met ‘Hummingbird’ hebben Local Natives de trekken van hun gelaat nu duidelijk omlijnd en hebben ze zich voorgoed in ons muzieklandschap gevestigd. Niet langer als band die doet denken aan een hele trits andere groepen, wel als vaste waarde, met een eigen geluid, een eigen watermerk. Onze platenkast is weer eens een parel rijker.
Local Natives staat binnenkort op het podium van Le Grand Mix in Tourcoing (07.03, info & tickets), TRIX in Antwerpen (8.03, info & tickets) en op Where The Wild Things Are-festival in Zeewolde (9.03, info & tickets).
Album verdeeld door PIAS