Liima is een nieuw muziekproject opgericht door drie leden van de Duits-Deense post-popband Efterklang, in samenwerking met de Finse percussionist Tatu Rönkkö, die erom bekend staat van tijd tot tijd keukengerei te gebruiken als drumstel. Zet hem samen met Lesley-Ann Poppe in een aflevering van Komen Eten en het bestek klettert gegarandeerd. Op Liima’s debuutalbum ‘ii’ wordt er eveneens serieus geklopt met allerhande servies: de band gaat ongetwijfeld potten breken met deze eerste lp.
Vanaf de eerste noten van ‘Your heart’ wordt er een instrumentale muur van chillwave opgetrokken. De synthgeluiden doen denken aan keytars uit de eighties en versmelten samen met een afwijkende beat tot een Nosaj Thing/Blackbird Blackbird-achtig geheel. De stem lijkt in eerste instantie geen noodzakelijke bijdrage te leveren. Achteraf gezien blijkt daarentegen dat de vocals een cruciaal element van Liima’s muziek vormen. Ze zorgen ervoor dat Liima een poppy dimensie geeft aan het genre chillwave. De nadrukkelijk aanwezige autotune met kleurrijke echo doet denken aan hedendaagse Belgische post-popbands zoals Warhola en The Germans. Dat zorgt voor een variatie in de vocals die je scherp houdt tijdens de zweverige triptonen. De voortgebrachte sound doet je ergens rondzweven tussen de hoogste bergtoppen van het Andesgebergte en een duistere sterrenhemel. Zo weten we ineens waar die geit vanop de albumcover vandaan komt.
In song twee, ‘Amerika’, doet de keukenpercussie van Rönkkö zijn intrede en die verdwijnt vanaf dan nog amper van het toneel. Rönkkö’s percussie verbreedt de chillwave tot een soort elektronische wereldmuziek. Wanneer er vervolgens een veelvoud aan dromerige synths de kop op steken, komt het geluid ergens in de buurt van Shpongle’s psybient. Ook hier blijkt het een goede keuze om de stem niet volledig te laten opgaan in de complete chaos van spirituele electrogeluiden – aan het eind ontwaart er zich zo zelfs een streepje Hot Chip. Stil blijven zitten wordt zo een aartsmoeilijke opgave.
In ‘Trains in the dark’ komt er eveneens een vleugje Hot Chip bovendrijven, al horen we tevens jazzinvloeden à la STUFF., de indierock van The War on Drugs en… een panfluit. Het klinkt onwaarschijnlijk, zo een grote verscheidenheid aan muziekstijlen binnen één nummer: je moet ernaar luisteren om het te geloven. Wat nog moeilijker te geloven lijkt, is dat die combinatie verdomd goed werkt. De immense hoeveelheid weirde sounds hebben een bezwerende uitwerking: Liima vervoert ons van de diepste, donkerste grotten tot de geheimzinnigste bossen. Transcendentie komt nu bijzonder dichtbij. Het is een zeldzaam fenomeen: muziek die ons confronteert met het sublieme, de grootsheid van de aardse natuur. Dat maakt van ‘ii’ een album om te koesteren; het is als het ware subliima. Afsluiters ‘Black beach’ en ‘Change of time’ zijn een stuk minder rijk aan bevreemdende geluiden. Van alle songs beschikken zij daarentegen wel over het meeste hitpotentieel: de zanglijnen zorgen voor de nodige oorwurmen en de synths lijken zo uit de soundtrack van Drive te komen.
Ondanks het enorme register aan invloeden en referenties dat wordt opengetrokken tijdens de verschillende songs, blijft de sound gedurende de volledige langspeler constant. Het lijkt wel alsof de band alle luisterrijke muziek van vandaag heeft vermengd tot een uniek geheel en daaruit een eigen geluid heeft ontwikkeld. ‘Ii’ omvat een extreem inventieve sound met de nodige herkenbaarheid, iets dat broodnodig is om vernieuwende muziek te doen aanslaan. Het is niet toevallig dat zowel ‘Russians’, als ‘You took a train out of town’, songnummer vier en vijf, aan ‘Currents’ van Tame Impala doen denken; een van de invloedrijkste platen van 2015. Qua vernieuwing gaat ‘ii’ van Liima verder op dat elan, al klinkt het een stuk minder toegankelijk, net omdat de muzikale invloeden zo talrijk zijn.
Album verdeeld door Beggars.
Liima staat 8 april op het More Music festival in Brugge (info & tickets).