Vroeger, in een tijd voor Facebook en Instagram Stories, was er het fenomeen ‘poëzieboekje’. Iedereen op school had een boekje met lege bladzijden die werden gevuld door vrienden met een gedichtje of tekening naar keuze. Zelf was ik niet zo erg goed in tekenen, dus zette ik meestal mijn lieve mama aan het werk om dat in mijn plaats te doen. Maar daar gaat het nu even niet over. Jullie zien het misschien al aankomen, maar wat volgt is de vergelijking van de nieuwste Gorillaz-plaat met zo’n ouderwets poëzieboekje. Dat Damon Albarn en Jamie Hewlett wel fan zijn van samenwerken met andere artiesten wisten we al, en daar getuigen vorige albums van Gorillaz ook van. Vooral ‘Plastic beach’ had al een paar interessante featurings (Bobby Womack, Snoop Dogg, Lou Reed). Met ‘Humanz’ dingen ze mee naar het wereldrecord voor meeste medewerkers op één plaat. Ik tel zo’n 22 officiële featuring artists, en daar horen nog een hoop samenzweerders bij die niet in de titels van de songs vermeld zijn (Noël Gallagher en Jean-Michel Jarre op ‘We got the power’ bijvoorbeeld).
Zoveel mensen op één tracklist, dat kan niet anders dan een kakofonie worden. Dat is evenwel niet per se een probleem, zeker niet als Damon Albarn orkestleider is. In poëzieboekjes zijn niet alle tekeningen en gedichtjes even mooi of goed uitgewerkt. Ook niet in dat van Gorillaz. Toch heeft het samen wel iets, zo’n allegaartje aan stijlen en stemmen. Opvallend is dat de meest doldwaze nummers de beste zijn. ‘Momentz’, met niemand minder dan De La Soul, is voor mij een van de favorieten. Een heftig stuiterplaatje dat doet lachen, dat is leuk. Ook het vreemde ‘Out of body’, dat het de moeite waard maakt om naar de iets langere deluxe editie van het album te luisteren, is zo’n interessante novelty song. Het is echter vaak zoeken naar coherentie op ‘Humanz’. Het lijkt meestal eerder om muzikale schetsen te gaan dan om afgewerkte liedjes. Binnen het format van de langspeler is dat echter niet verwonderlijk. Ik ga er dan ook van uit dat Gorillaz net hun best hebben gedaan om een zo divers mogelijk album af te leveren, of dat nu goed luisterbaar is of niet.
‘Let me out’ is een van de weinige echt goed gebalanceerde nummers. De stemmen van Albarn, Pusha T en soulzangeres Mavis Staples passen perfect bij mekaar. Hier krijg je echt het gevoel van een hechte samenwerking tussen de drie partijen. Ook ‘Charger’ met Grace Jones is een smakelijke track, waarop duidelijk wordt dat ‘featuring’ niet altijd een zangpartij moet betekenen. Het beklijvende ‘Hallelujah money’ is verer ook nog steeds een pareltje, hetgeen voor negentig procent te danken is aan de hypnotiserende stem van Benjamin Clementine. Opener ‘Ascension’ met Vince Staples is een goede stamper, maar niet heel erg memorabel en ‘The apprentice’ valt best te pruimen, zij het vooral door het aandeel van Zebra Katz aan het einde.
Ik ben er redelijk zeker van dat ik het idee achter ‘Humanz’ snap: Gorillaz wilden een langspeler maken met allemaal verschillende artiesten om een heerlijk amalgaam aan menselijke diversiteit samen te brengen op één album dat alle facetten van popmuziek samenbrengt. Dat zou kunnen uitmonden in een werk dat werkelijk iedereen goed vindt. Er is niets mis met dat idee, maar dan kunnen we ‘Humanz’ moeilijk als een Gorillaz-album beoordelen. Deze plaat is een soort ‘Man bijt hond’, waarbij iedereen een micro onder de neus geduwd krijgt om zijn of haar ding te doen. Zo wordt de verzameling nummers bijna té divers, en dat is er net een beetje cool aan. Net zoals bij een poëzieboek is deze release er één waar je doorheen kan bladeren. Met geslaagde en minder geslaagde creaties is het in ieder geval een interessant amalgaam van menselijkheid. En dat is leuk als concept, maar als lp blijf het moeilijk. Voor mij hebben Gorillaz al voldoende coherente platen afgeleverd om hiermee weg te komen. Ik denk daarenboven dat het Albarn en Hewlett niet zo erg veel kan schelen of we deze plaat al dan niet goed vinden, zij hebben zich er ongetwijfeld mateloos mee geamuseerd. En dat is ook wel wat waard.