In 2015 werden wij betoverd door Natalie Prass’ prachtige debuutalbum. Ingekleurd door arrangementen van Matthew E. White bezong ze haar gebroken hart met sprookjesachtige stem. Vervolgalbum ‘The future and the past’ was naar eigen zeggen af in 2016, tot Natalie Prass zag dat ze het Amerika rondom haar fout had ingeschat met de verkiezing van Donald Trump. Wij wachtten dus in spanning op twintig minuten snoeiharde punk, of toch minimaal enkele woedende uithalen van Prass en haar blazersorkest. Helaas, Natalie Prass klinkt niet boos, en evenmin teleurgesteld in de wereld. Het verkiezingsjaar verwerkt ze liever met glitterende eightiespop – denk aan een mix van r&b en funk zoals die ooit werd uitgedragen door Janet Jackson.
Wij hebben onze scepsis inzake popmuziek al even ingepakt en weggestuurd nadat onder andere Beyoncé en Lorde ons duidelijk maakten dat pop bovenin de eindejaarslijstjes kan thuishoren. Nog steeds in goede luim luisterden wij dus met plezier naar de éénakkoordenfunk van het vooruitgestuurde ‘Sisters’, alsook naar de single ‘Short court style’ met z’n extreem aanstekelijke gitaarlijntjes. Wij hadden dus vertrouwen in ‘The future and the past’, maar laten deze twee songs nu meteen ook de eenzame sterkhouders zijn. Niet dat het een en al baggeren geblazen is, wel dat de inspiratie ver zoek lijkt. Neem nu tracks als ‘Oh my’ en ‘Never too late’, beiden schoolvoorbeelden van goed geproducete eightiespop die echter steriel aanvoelen door een accuut gebrek aan persoonlijkheid.
Bij wijlen doet Natalie Prass haar uiterste best om onze aandacht bij zijn nekvel te grijpen. Zo is er het uitgesponnen ‘Ship go down’, dat voor het eerst wat welkome dynamiek toevoegt en ons eindelijk nog eens verleid met Prass’ engelenstem die naturel tussen de lijnen laveert. Meteen erachter staat grootste pijnpunt ‘Nothing to say’, dat ons met zijn duwende basdrum en gospelkoortje doet denken aan een net iets delicatere versie van die laatste 30 Seconds To Mars, en dat is een heel slecht teken. Vooral wanneer de laatste minuut tot in den treure gevuld wordt met het matige mantra “Everybody’s talking / but they don’t know”, moeten wij zo hard hoofdschudden dat onze koptelefoon tegen de grond gaat.
‘The future and the past’ wordt nog enigszins gered door het afsluitende duo, waarbij ‘Far from you’ ons herinnert aan waarom we in de eerste plaats fanboy waren geworden, met zijn zacht aanzwellende instrumentatie en delicate teksten. En dan is er afsluiter ‘Ain’t nobody’ dat ons dansend naar huis funkt mét nog eens een echt refrein. Als totaalpakket maakt ‘The future and the past’ ons nog steeds hoopvol voor de toekomst, maar vooral nostalgisch naar het verleden van Natalie Prass.
Natalie Prass speelt maandag 19 november in de Botanique.