Florence Welch heeft rust geïntroduceerd in haar leven. Ze ontdekte dat grote feesten, award shows en rode lopers geen bron van geluk zijn en gaf boeken, fietsen en quality time met vrienden en familie een kans. Meteen na haar ‘How big, how blue, how beautiful‘-tournee stortte ze zich – tot ieders verbazing – meteen op nieuw materiaal. Het resultaat is een product van zelfvertrouwen, een helder, drugsvrij hoofd en evenwicht. Dat levert op sommige momenten nieuwe hoogtepunten op in haar discografie, aangevuld met enkele lauwe passages.
‘Hunger’ was nooit bedoeld als nummer voor deze plaat. Het was een gedicht aan haarzelf en de grootste aanwijzing van de inhoudelijke koerswijziging. Romantische liefdesperikelen maken plaats voor een meer allesomvattende en diepgaande liefde. De liefde voor jezelf, je eigen lichaam en de vergaande gevolgen als die er niet is. De problemen en pijn zijn er nog steeds maar ze zijn omhuld door hoop. Florence heeft ingezien dat persoonlijke gebreken niet op te lappen zijn door anderen. Ze neemt het heft in eigen handen en wilt met dit soort eerlijke nummers taboe doorbreken en gesprekken katalyseren.
Patti Smith ziet ze als een groot voorbeeld hierin en zij wordt vereerd met de ode ‘Patricia’. Teksten met een sprekende verbeelding blijven ook hier een vaste waarde. De poëtische omschrijving van Patti als haar north star verbleekt zelfs bijna wanneer je het bijzonder sterke ‘Sky full of song’ van dichterbij bekijkt. ‘Big god’ is het ultieme bewijs dat Florence nog steeds in staat is om nummers te maken die op drie minuten tijd gevoelens los te wrikken waarvan je niet eens wist dat het mogelijk was om ze te hebben. Deze perfecte balans tussen zachtheid en explosiviteit is een te koesteren zeldzaamheid. Een laatste hoogtepunt is ‘The end of love’ waar ze teder de overgang maakt naar die eigenliefde.
Welch blijft een natuurkracht in het muzieklandschap maar net als orkaan Florence in 1953 heeft ze op dit album geen allesvernietigende kracht. We wensen haar niets anders toe dan geluk maar zoals ze zelf zingt in ‘No choir’: “happiness is an extremely uneventful subject“. ‘High as hope’ graaft niet zo diep als ‘How big, how blue, how beautiful’ en is niet zo opzwepend als ‘Ceremonials’. Hopelijk neemt ze in het vervolg iets meer tijd om creatief op te laden. Nu klinkt het helaas te vaak alsof haar inktpatroon bijna leeg is.
Florence + The Machine speelt 7 maart in een uitverkocht Sportpaleis.