Ter ere van de wereld die naar de knoppen gaat, heeft Dan Deacon een nieuw album gemaakt. Eentje waar je alleen maar vrolijk van kan worden. Deacon wil dan ook een positieve boodschap de wereld in sturen. ‘Kom in opstand’, ‘Doe er iets aan‘. Het verwondert dan ook niet dat de Amerikaan al een optreden gaf voor de Occupy-beweging. Onlangs verklaarde hij nog dat hij opgroeide met de muziek van Beck, Nirvana en Sonic Youth, toen het cool was om nergens iets om te geven. Hij vindt dat de tijden veranderd zijn en dat het tijd voor change is.
Op ‘America’ laat Deacon ons ook zien waar de Verenigde Staten, waar hij geboren en getogen is, naar zijn mening voor staan. Na zijn Europese tour besefte hij dat hij een Amerikaan is en dat ook altijd zal blijven, tot welke subcultuur hij ook behoort, wat voor leven hij ook leidt. Een grote verandering in zijn hoofd, die geleid heeft tot dit album. Amerika staat voor een prachtig landschap, vervuiling, een DIY scène, het kwade en voor de wildernis.
Zeer interessante filosofie achter het album, maar natuurlijk moeten de nummers er ook nog staan. En jawel, dat doen ze. ‘America’ is echt een avontuur om te beluisteren. Grootse muziek wisselt af met intiemere, schone klanken met herrie en elektronisch met klassiek. Saai kan je de plaat zeker niet noemen. Opener ‘Guilford Avenue Bridge’ is al meteen een opgefokte drumgedreven song, waarop huppelende en schurende electronica een paringsdans uitvoeren. In ‘True Thrush’ horen we Deacons stem voor het eerst en is ze zelfs quasi verstaanbaar. Vaak zit ze diep in de mix verscholen, met bakken echo en reverb er overheen. ‘True Thrush’ is top pop die zoals elk lied op het album bestaat uit verschillende laagjes. Heerlijk om bij de zoveelste luisterbeurt toch nog nieuwe dingen te ontdekken.
‘Lots’ is een kopstoot van jewelste. Het nummer doet in de verte denken aan Sleigh Bells door de zang, alsof geroepen door een megafoon, en het grootse, hyperactieve lawaai. Om het helemaal af te maken lijkt er nog een lieflijk koor op de achtergrond te zingen, het contrast kan niet beter zijn. Na zoveel noise is het met ‘Prettyboy’ dan ook tijd voor een rustpunt. Deacon heeft de voorbije jaren klassieke composities gemaakt, en dat heeft ook z’n invloed gehad op dit album. ‘Prettyboy’ zou zo gebruikt kunnen worden als filmmuziek en doet denken aan The Cinematic Orchestra. Ontroerend mooi.
Na ‘Crash Jam’, dat biedt wat je verwacht van een song met die naam, begint deel twee van de plaat, het USA-gedeelte. Eén grote brok muziek, verdeeld in vier stukjes. In het eerste deel kregen we allemaal pop, nu ja, gebalde stukjes muziek die stuk voor stuk als single zouden kunnen dienen. In deel twee is de muziek minder gebald en krijgt hij als het ware meer lucht, is hij meer uitgestrekt. ‘USA II’ heet ‘The Great American Desert’, toepasselijk, want dat beeld schiet wel eens door je hoofd als je naar de USA-tetralogie luistert. In deel één hoorden we schoonheid en lawaai nog apart, werden akoestisch en elektronisch nog een beetje gescheiden, in het USA-deel krijgen we het allemaal tezamen op ons bord. En het smaakt verrukkelijk. Epische proporties worden aangenomen, maar het stoort allesbehalve. ‘USA’ is een enorm fijne, spannende trip die met ‘Manifest’ op gepaste, grootse wijze ten einde komt.
Wat een avontuur. Dan Deacon is voor durvers.
Dan Deacon live zien kan binnenkort Eindhoven (Area 51 Skatepark, 22.09, info & tickets), Amsterdam (Bitterzoet via Paradiso, 23.09, info & tickets) en Brussel (Botanique, 24.09, info & tickets).
Album verdeeld door V2