Grimes, Purity Ring, Blue Hawaii én Braids, wat hebben ze gemeenschappelijk? Ze brouwden allemaal hun elektronicamengsels in de stad Montréal die zo zijn strepen in de hipste der muziekvelden verdient.
Op hun tweede plaat ruilt Braids, of beter nog “vlechtjes”, de gitaren van hun debuut ‘Native Speaker’ in voor “natuurlijke” elektronica, zoals het trio het zelf noemt. Aan de engelenstem van Raphaelle Standell-Preston die bij momenten iets Björky heeft en de drums wordt niet veel geprutst, maar de rest komt wel degelijk uit machientjes.
Het album is zowat opgedeeld in twee helften. In het eerste deel hoor je de nummers dreamy en redelijk upbeat openbloeien (flourish), terwijl het tweede deel hun eerste plaat in herinnering roept met triestere en vooral lange nummers van 6 à 8 minuten (perish). De enige gitaar vinden we nog in de uitstekende afsluiter ‘In Kind’, een buitenbeentje, want het is ook het enige nummer dat een titel in twee woorden krijgt.
In het algemeen gaat het trio meer voor soundscape dan voor hook, waardoor het een ietwat moeilijkere luisterbeurt wordt dan de gemiddelde synthpopplaat. Moeilijker betekent echter niet altijd slechter.
Braids speelt binnenkort in Brussel (Botanique, 06.09, info & tickets) en Amsterdam (Muziekgebouw Aan ‘t IJ, 10.09, info & tickets).
Album verdeeld door Konkurrent