Zonder echt de grote hits te hebben zoals pakweg Arctic Monkeys op vrijdag, heeft The National jaar na jaar de festivalladder beklommen met zijn uitzonderlijke liveshows, en zo zijn ze hier nu aanbeland als headliner. Begrijp ons niet verkeerd, wij vinden The National een uitzonderlijk sterke band die met zijn unieke sound niet alleen ons, maar ook al onze ouders bereikt, zonder daarvoor per se compromissen te sluiten.
Openen deed The National met ‘Nobody else will be there’ van de ijzersterke laatste toevoeging aan hun discografie. Slepend, maar prachtig slenterden ze zo uit de startblokken, om meteen erna toch een versnelling hoger te schakelen. ‘The system only dreams in total darkness’ is live zowaar aanstekelijk, een zeldzame eigenschap voor The National, zeker wanneer de gitaarsolo, nog zo iets zeldzaam voor hen, alles opebreekt. Meteen erna was er een het staalharde tempo van ‘Don’t swallow the cap’, alsof ze duidelijk wilden maken dat ze zeker niet enkel slaapliedjes maken.
Met ‘Walk it back’ en ‘Guilty party’ leverden ze de sceptische festivalfeester toch weer wat voer om hen slaapverwekkend te noemen, maar wij vinden slaapverwekkend best prima als het om zo een ontroerend kwaliteitsmateriaal gaat. Vervolgens gingen Matt Berninger en kompanen even terug in de tijd met ‘Afraid of everyone’, ‘Bloodbuzz Ohio’ en één van de favorieten van elke liefhebber: ‘Slow show’. Wij zijn nog steeds niet overtuigd door de repetitie in ‘Day I die’, en ook live scheurt het nummer niet zo hard als we zouden willen. Geef ons dan maar liever ‘Graceless’, met zijn pompende motoriek en zijn finale climax die zanger Matt Berninger zo uitstekend ligt. Naar goede gewoonte leek frontman Berninger namelijk weer de juiste rode wijn geconsumeerd te hebben om ons, al wandelend door het publiek, toe te schreeuwen met volle overtuiging. Hun ultieme klassieker ‘Fake empire’ deed ons hart weer smelten vanaf de eerste noot, maar wij waren toch licht teleurgesteld in de chaotische liveversie, met enkele valse starten om ons schijnbaar te plagen.
Afsluiten deed The National, zoals altijd eigenlijk, met een snoeiharde opeenvolging van ‘Terrible love’ en ‘Mr. November’ om daar nog een akoestisch ‘Vanderlyle crybaby geeks’. Akoestisch als in, zonder versterkte zang zelfs, voor een weide. Maar daar knelt het schoentje voor ons. Hoe zeer ‘Vanderlyle crybaby geeks’ ook een prachtig warm staaltje publieksbespeling is, ze doen het al werkelijk acht jaar. Wij vonden het de eerste maal ook indrukwekkend hoe Matt Berninger zonder angst het hele publiek doorwandelde, maar de tweede keer was de magie al weg, en nu acht jaar later is de gewenning compleet.
The National heeft er één van de beste opeenvolgingen aan albums op zitten in recente muziekgeschiedenis. Van ‘Alligator’ tot vandaag hebben ze genadeloos sterk gepresteerd, maar hun liveshow zit nog steeds vastgeroest op die ten tijde van ‘High violet’. In een ideale wereld zouden wij nooit kritisch moeten zijn op een band van het niveau van The National, maar wij kunnen niet anders dan denken dat ze al die herhaling zelf toch allicht beu moeten zijn. Als ze binnenkort opnieuw in de buurt passeren, zullen wij er ongetwijfeld opnieuw staan mét frisse hoop dat er dan eindelijk wel wat veranderd is.
Foto’s door Andre Joosse.