Na zeven stille jaren stelde Pieter-Jan De Smet zijn nieuwe plaat ‘Siren’ voor in Trix. Onder artiestennaam PJDS bracht de zanger popmuziek met een hoek af. Je zal het geweten hebben.
Archieffoto door Koen Cordier
‘Siren’ is een reïncarnatie die kan tellen. De zesde langspeler van De Smet bevat een collectie vlijmscherpe songs die bol staan van het experiment. Met Frederik Segers (gitaar), Mirko Banovic (bas), Teun Verbruggen (drums) en Gilles Vandecaveye (toetsen) in de rangen verzamelde De Smet een begeleidingsband rond zich die wéét waar het mee bezig is. In Trix vervoegde de Belgische blueslegende Roland Van Campenhout de rangen. De zeskoppige band stond bijgevolg ook live als een huis, en bracht een set die bol stond van de diversiteit.
‘Clean clothes’ was funk met een vleugje reggae, en in ‘Sister/Brother’ haalde De Smet zijn beste Josh Homme imitatie boven. De tegendraadse baslijnen van Banovic stuwden de songs vooruit, terwijl de snerpende gitaar van Segers als een hakbijl door de mix sneed. De Vlaamse Johnny Greenwood? Het kan zomaar. Ook Van Campenhout leek op het podium zijn smaakvolle, bluesy riffs losjes uit de pols te schudden. Toch was de hoofdrol weggelegd voor frontman De Smet zelf, die door de jaren heen nog niets aan charisma heeft ingeboet. Hij ontpopte zich meermaals tot de Belgische Bryan Ferry, met een nonchalance die hem alle eer aan doet. PJDS kent zijn klassiekers, zoveel is duidelijk.
Het meest radiovriendelijke materiaal van PJDS klonk net dat tikkeltje gepolijster, maar verre van geforceerd. Het funky ‘Imitation of a planet’ schuurde aan tegen Prince en Roxy Music, en kwam live een pak beter uit de verf dan op plaat. De prima samenzang van De Smet en co liet zelfs in falsetto geen steken vallen, en ook de complexe percussie van Verbruggen zorgde voor extra schwung en dansbaarheid. Ook ‘Brutes’ steekt er met kop en schouders bovenuit. De dreigende synthesizers en tegendraadse ritmes klonken lichtjes abstract, maar altijd ambitieus en op het randje. PJDS leek soms zelf op zoek naar de gestroomlijnde popsong, al het siert de band om voluit voor het experiment te gaan.
De hernieuwde veroveringstocht van PJDS staat momenteel nog in z’n kinderschoenen, al lijkt het een kwestie van tijd vooraleer De Smet en co meerdere potten breken. PJDS kneedt geluidssculpturen om tot songmateriaal dat tegen de stroom ingaat, nooit saai wordt en je doordeweekse popstructuur een klap rond de oren geeft. Graag meer van dat.
Trix programmeert binnenkort nog Ty Segall (26.05) en Elefant (31.05). Het volledige overzicht vind je op de website van Trix.