De imposante concertzaal van de Gentse Vooruit was zaterdag het toneel van de elfde editie van Oost-Vlaams muziekconcours Oost.Best!, waar acht uitverkoren bands het konden schoppen tot opvolger van Intergalactic Lovers, Hong Kong Dong of Absynthe Minded.
Foto’s door Bart Salembier
Hermànn herinnerde ons eraan waarom noise-gerelateerde herrie niet mag ontbreken op een Gentse muziekwedstrijd. Het vi.be-bio’tje van de heren vat het geheel compact samen als “meestal luide dissonante herrie, af en toe mooie tedere herrie”. Nu eens kwamen het gitaargerammel en de dreunende percussie als agressief vallende dominoblokjes op je af. Even later bouwde Hermànn echter met snijdende en aanstekelijke riffjes een heerlijke spanningsboog en hoorden we dat de zanger naast een demonische punkstem ook nog iets wat lijkt op degelijk functionerende stembanden in zijn keel heeft zitten. Het trio had Shht-frontman Michiel meegebracht, die op het eerste zicht zonder reden wat op het podium rondhuppelde en jongleerde met appels en flesjes water. Op het laatste nummer nam Michiel echter de toetsen voor zijn rekening én herpositioneerde hij de muts van Shht-collega Nathans toen het headbangen de bovenhand kreeg. Naast steengoed gitaarwerk voegde Nathan ook een parlando-bijdrage toe, wat net als de breekbare drumsolo een onverwachte fragiliteit opwekte. Zo gevarieerd kan herrie dus klinken.
Main Coon was de enige louter instrumentale band die de finale haalde. Het viertal combineerde vrolijke rock-psychedelica met urgente gitaarmuren in de lijn van voorganger Hermànn. De nummers liepen naadloos in elkaar over en bleven boeien dankzij de vele aanstekelijke motiefjes. De intrede van elektronica klonk in eerste instantie bevreemdend, maar kreeg uiteindelijk toch een plaats in het geheel. Main Coon klonk alsof ze de beste introdeuntjes uit de muziekgeschiedenis aan elkaar hebben gelijmd tot een harmonieus geheel. Waarom de groep ondanks de knap opgebouwde spanning dan toch niet zozeer opviel tussen de andere deelnemers, lag vermoedelijk net aan de moeilijkheid om de nummers duidelijk van elkaar te onderscheiden.
Na twee acts gitaargeruis, zorgde band nummer drie voor een emotionele uitlaatklep. RAMAN. klopte aan bij blues, zonder echter het rock-‘n’-roll- element te verwaarlozen. Met een timbre dat niet bij zijn leeftijd past en al helemaal niet uit een Gentse achterbuurt lijkt te komen, liet Simon Raman zijn stem beheerst over hoogtes en laagtes rollen. Daar voegden de muzikanten nog eens een innemende afwisseling van rauwe emotie, akoestische en onverwachte hoekige instrumentale intermezzo’s aan toe. Achteraf vroeg je je af wat de groep in hemelsnaam nog op een provinciale muziekwedstrijd doet.
De zanger van Low Land Home haalde een oude generatie artiesten (Leonard Cohen, Tom Waits …) even naar de Vooruit. Door de elektronica en toegevoegde vrouwelijke vocals werd het geheel hip genoeg om menig radiostation te overtuigen. Helaas verloor Low Land Home ons daarbij een beetje. De mooi opgebouwde spanning werd soms abrupt afgebroken, waardoor we meer dan eens op onze honger naar een geanticipeerde climax bleven zitten. ‘The fall’ was dan weer wel vakkundig opgebouwd met fijne synth-motiefjes en de intrede van de contrabas, al mocht die nog meer naar de voorgrond. Toch steunde het nummer voornamelijk op die aanstekelijke en simpele pianolijntjes. Waar die echter wegbleven, bleek het geheel nogal ingetogen. Hopelijk gooit de groep in de toekomst een schep of tien intensiteit over de formule heen.
Creatif Mindz deed de intensiteitsmeter wél exploderen met een assertieve dosis ‘tuxedorock’. Met een pak en das rond hun gigantische persoonlijkheid klonken de 17-jarige jongens even glad als hun kinnen. En dat is in dit geval positief. Dat het resultaat ietwat generisch klonk, werd meer dan gecompenseerd door de onvervalste rockshow die de jongens -de dag voor hun examen geschiedenis- op poten hebben gezet. De show zou in het water vallen als Creatif Mindz muzikaal niet zo sterk was. Dat waren ze echter wel, ze konden zich die gigantische uitsloverij van vervlogen rock-‘n’-roll-tijden prima permitteren.
Oproer trok die arrogantie-factor door. De stemkleur van frontman Dries introduceerde een zwoele atmosfeer die ergens onder vuile lakens met Pete Doherty en Alex Turner huisde. De toetsen zorgden samen met de variatie in stemgebruik voor een gevarieerde set. Waar eerder een zekere sensualiteit heerste, kwam er in ‘Dolores’ een hitsig punk-gehalte tevoorschijn. Net als voorganger Creatif Mindz slaagde de band uit Aalst erin om het publiek op een karakteristieke manier te bespelen. Op het laatste nummer nam Dries de synthesizer in één hand om er met de andere hardhandig op te beuken en sloot zo krachtig hun optreden af.
Met een bezetting van twee artiesten stond de kleinste band van Oost.Best! op de planken. Met je ogen dicht klonk Tien Ton Vuist als een voltallige rockband, met je ogen open zag je energie voor tien. Toch was het duo niet eigenwijs genoeg om ons bij de keel te grijpen. Er ontbrak net dat tikkeltje genialiteit waardoor de band een beetje verloren liep in het al sterk vertegenwoordigde rock-landschap van de avond. Naar het einde toe voegden Tijl en Nikki vuilere garage-elementen toe aan de set en kreeg onze keel het iets harder te verduren. Jammer dat ze die lijn niet eerder introduceerden.
Gilman bewees dat je ook pittig kan klinken zonder de decibelmeter omver te schoppen. Het vijftal bracht toegankelijke en doordachte indiepop. Ondanks de toegankelijkheid van de nummers, gaf Gilman een bijzondere dosis karakter aan het genre. Het eerste nummer begon braaf, maar eens ‘Langstrump’ met zijn effectieve pianoloopjes en sterk refrein de revue passeerde, was er geen schroom meer te bekennen en maakten we een mentale flashback naar de tienerweemoed van The Fray’s ‘How to save a life’. Het enige minpuntje was het sporadisch gebruik van een vrouwelijke autotune over Sanders stem, zonder duidelijk meerwaarde.
Winnaars:
- RAMAN.
- Hermànn
- Creatif Mindz
Indiestyle top 3:
- RAMAN.
- Hermànn
- Gilman