Met ep ‘Sobs’ balanceren de Kopenhaagse jonge snaken achter Blaue Blume op een slap koord tussen twee torenhoge verwachtingen die ze zichzelf opleggen. Er is enerzijds het doel om tijdloze popmuziek te maken voor de massa, met refreinen die je thuis laten meezingen en op festivalweides laten brullen. Anderzijds willen ze alles net iets anders dan hun collega’s. Ze zetten je nooit op het verkeerde been maar laten je toch even twijfelen wat links en wat rechts is. In die zin lijkt de prima pop van Zweedse buren Little Dragon nooit ver weg, en is ‘Sobs’ een ideaal voorprogramma voor ‘Season high’.
Zelfs op een slap koord valt te dansen, en dat bewijst Blaue Blume meteen in opener ‘Macabre’. De donderende drums lijken gelicht uit hetzelfde mapje eighties samples dat Anohni ter beschikking heeft, en de zwalpende leadgitaar trekt de song naar stadiumniveau. En dan moet de onbeschrijfelijke stem nog binnenkomen, alsof de trillende onzekerheid van Antony Hegarty getransplanteerd is in de zelfzekere falsetto van Cocteau Twins. De spielerei met maatsoorten in de brug doet ons eraan denken zeker ons juiste been te zoeken, en wanneer alles na drie minuten voorbij is, kunnen wij maar een iets concluderen: wereldnummer. Drie minuten, dat is trouwens de maximale looptijd voor nummers in Eurosong. Wij zouden weten wat gestemd.
Terwijl wij onze vingers nog aflikken, gaat Blaue Blume theatraal verder koorddansen met ‘Ebony’. De clichés worden opgestapeld, inclusief de vocale clubgeluiden die alomtegenwoordig zijn sinds Major Lazers ‘Lean on’, maar op wonderbaarlijke wijze maken ze geen duik naar het asfalt en is het eindresultaat een uitstekende, dramatische poptrack. Op de afsluitende helft van de ep wacht Blaue Blume echter een bijna fatale kennismaking met de zwaartekracht. Inspiratie is ver zoek, en meermaals verwarren ze herkenbaarheid in popmuziek met het volgen van platgetreden paden.
Wikipedia vertelt ons dat Blaue Blume een metafoor uit de Duitse literatuur is en staat voor inspiratie, lust, liefde en het streven naar het oneindige. Pretentious, moi? Zolang de popwereld niet naar hun hoofd stijgt, is ‘Sobs’ gewoon prima, zowel bij de kerstdis als bij de eerstvolgende treinrit.