Je zou bijna vergeten dat er in Gent ook iets anders wordt gemaakt dan noise- en jazz. Douglas Firs probeert de rijke singer-songwritertraditie eigenhandig weer op de kaart te zetten. Bony King-gitarist Gertjan Van Hellemont wordt in zijn eigen band bijgestaan door schoon volk Simon Casier (Balthazar, Zimmerman, Senne Guns), Christophe Claeys (Amatorski, Magnus, Balthazar) en Senne Guns (Admiral Freebee, Pomrad, Senne Guns). Dat de Gentse artiesten hun wortels in elkaar verstrengelen, is meer dan duidelijk.
‘Hinges of luck’ resoneert Van Hellemonts worstelingen met le temps perdu: “It’s funny how time gets its way with things and leaves others unchanged” (‘Too much & too fast’). Het album blikt terug op het verleden en vraagt zich af hoe het in godsnaam zo ver gekomen is. ‘Hannah’ stevent af op een schrijnend hoogtepunt, wanneer het huis van een oude geliefde opgezocht wordt en “Hannah does not live here anymore” na de deurbel klinkt. Het wegslippen van oude dromen en ambities vormt de centrale thematiek. Tijd is zowel de boosdoener als de heler op deze plaat. Je kan niet weten wat de toekomst brengt maar met “It’s allright” gooit Douglas Firs in ‘How can you know’ een geruststellend dekentje over die piekerende gedachte heen.
Deze derde plaat behoudt grotendeels de formule van voorgangers ‘The long answer is no’ en ‘Shimmer & glow’, en voegt er elektronische reisjes aan toe die verder wegzwerven van het country-aandeel van hitje ‘Caroline’. Douglas Firs wisselt deze keer akoestische fragmenten af met kortstondige intredes van een stomende elektrische gitaar. Dat stramien werkt, al worden zelfs de verrassende intermezzo’s na een tijdje ietwat voorspelbaar. Gelukkig sluipen er geregeld bevreemdende elektronische wervelingen in de nummers.
Die elektronische escapades zijn het prominentst in ‘Too much & too fast’, waar het refrein van aanzwellende en afnemende geluidsgolven ons in de verte aan het Dopplereffect van een voorbijrijdende ambulance doet denken. In ‘Montréal’ slaan die echter minder aan, gelukkig wordt wat als parkeersensoren klinkt gered door een breekbare outro. ‘Undercover lovers’ vliegt het hoogst boven de boomtoppen met een refrein waarin de bezwerende synths de vocals symbiotisch ondersteunen. Daar werken de hoge geluidstafereeltjes dan weer zonder probleem en horen we nadrukkelijk de invloed van Simon Casier.
‘Hinges of luck’ bezingt pakkend de druilerige melancholie van de steeds verloren strijd met de klok. Dat klinkt schrijnend en sussend tegelijk. Het geheel van prominente percussie en verrassend stevige intermezzo’s zit meestal goed, al zouden we enthousiaster zijn mocht Douglas Firs naast zijn grip op de tijd niet ook die op de elektronica verliezen.
Douglas Firs speelt 28 oktober een uitverkochte show in de AB. Op 18 januari wordt de nieuwe plaat voorgesteld in De Roma en de 31ste staat hij in Nest.