We zijn begin augustus, het Belgische festivalseizoen draait op volle toeren. Het is die tijd van het jaar dat er festival-gewijs zoveel op til is dat je door de bomen het bos niet meer kan zien. Hoe moet je als Belgische muziekliefhebber ontkomen aan deze extreme, vernietigende vorm van keuzestress en besluiten naar welk festival je gaat? Wel, onze raad luidt: kies dat festival waar je voor 3 schamele batterijtjes de spannendste Belgische bands van het moment tezamen met enkele welluidende internationale namen aan het werk kan zien. Kies ook dat festival waar je op de tiende verjaardagseditie voor 7 lege batterijen extra een gratis stuk taart en koffie getrakteerd krijgt. En kies zeker dat festival waarvan de opbrengst een stukje bos helpt blijven voortbestaan. Kies Absolutely Free Festival.
Foto’s Imke Van Steenkiste
Traditiegetrouw wordt AFF op gang getrapt door jong, aanstormend Belgisch talent. Wat dat betreft passen de Limburgers van Fornet (full disclosure: gitarist Johan Baeten schrijft voor Indiestyle) perfect in het plaatje: jonger en meer aanstormend ga je ze moeilijk vinden. Zes maanden geleden waren we nog getuige van de wedergeboorte van het postpunk-kwintet, op de gure zolderkamer van het Leuvense Rock Café. In vergelijking met toen hebben de gasten opnieuw grote stappen voorwaarts gezet; het hielp natuurlijk dat er dit keer wel überhaupt een geluidsinstallatie ter hunner beschikking was. We hoorden invloeden van onder meer The Fall, Ought en SUUNS, waarmee Fornet aan de slag ging om z’n eigen, tegendraadse ding te doen, met de drummer als drijvende kracht. In hun set van een halfuur zat er echter nog geen nummer dat boven de rest uittorent: of dat positief dan wel negatief te noemen valt, is voor discussie vatbaar. Uitkijken geblazen naar die eerste ep!
Dat Gent een broeihaard aan muzikaal talent is, wisten we natuurlijk al langer dan de dag van vandaag: UMM is alweer het zoveelste pareltje rechtstreeks afkomstig uit de Oost-Vlaamse hoofdstad. Aangevoerd door een charismatisch, vrouwelijk trio brengt UMM experimentele pop met een dromerig randje, wat resulteert in een complexe sound, waar live weliswaar nog wat aan gesleuteld kan worden. Wel vormde de Greenhouse-stage het ideale decor voor hun exotische, catchy popsongs, gekenmerkt door een engelachtige samenzang en laidback bas en gitaar; muziek om tot innerlijke rust te komen, of even goed om ingetogen danspasjes uit de schoenen te toveren. Tijdens het midden van hun set werd er plots een nieuwe zondvloed ontketend, als ware hun muziek een soort sjamanistisch regenritueel: benieuwd wat voor magie UMM in de toekomst nog met haar boeiende, hedendaagse sound zal kunnen bewerkstelligen.
El Yunque straight outta Barak heeft ondertussen een patent op waanzin en ontspoorde (muzikale) experimenten. Dat bewezen ze op ‘Baskenland’ en ‘Boxes’, hun twee opwindende en uiterst verontrustende albums gelost op minder dan een jaar tijd. Live slepen de Hasselaars je mee op een tocht doorheen de diepste krochten van de noiserock, met nu eens een Slint-achtige gitaarriff, dan weer wat losgeslagen jazzdrum-ritmes, en als orgelpunt de klarinetsolo tijdens ‘Dog park’, waarvoor Octo tentakels te kort komt om ook maar enigszins aan te kunnen tippen. ‘Putrock’ keek met open mond toe, het ene moment stevig headbangend, het ander moment compleet verstijfd, overmeesterd door verwarring en creatieve gekte.
De rare snuiters van Rhinos Are People Too komen uit Peer en ze betraden de Main Stage van AFF dan ook vastbesloten om de nodige peren uit te delen, ondersteund door hun eerste langspeler ‘Hello from the gutters’, die de hoge verwachtingen met verve wist in te lossen. De Rhinos brengen fuzzy popsongs, gekenmerkt door bizarre tonen die de leden elk uit hun respectievelijke instrumenten proberen te halen. Zelfs de stem van frontvrouw Loes Caels blijft niet van de nodige experimenten gespaard. Toppers op AFF waren het meer up-tempo ‘Laketown’ en de knaller van een afsluiter ‘Under the desert sun’. Het moge duidelijk zijn dat de band heeft nagedacht over deze muziek, véél nagedacht. Dat kan voor sommigen misschien een struikelblok vormen, maar wij vertoeven maar al te graag in het bevreemdende, filmische universum dat deze menselijke neushoorns met hun muziek weten op te roepen.
Ook onze noorderburen waren gisteren vertegenwoordigd in Genk. Afgezanten van dienst: Dead Neanderthals, een luid en tribaal duo gewapend met enkel een sax en een drumstel. Meer hadden deze eigentijdse vikingen niet nodig om ons voor het eerst omver te blazen, en dat mag je in dit geval vrij letterlijk nemen. Een halfuur lang hoorden we een strijdkreet die dimensies als tijd en ruimte zonder moeite wist te overstijgen en de luisteraar meevoerde naar een eindeloze horizon van waar duizenden bloeddorstige neanderthalers als bezetenen onze trommelvliezen bestormden. Indrukwekkend, voor wie het nog kan navertellen.
Meer lawaai in de XPRMNT-tent kwam er van Uniform, een industrial noise-duo uit de VS. Met een minimalistische set-up van enkel een drumcomputer en gitaar waren de Amerikanen vastbesloten hun woede op het Genkse festivalterrein los te laten. De repetitieve, donderende beats sneden meteen alle wegen tot onze ademhalingscentra af, maar bleven iets te fel hangen in die herhaling en overstemden de rauwe gitaarsounds, waardoor deze bij momenten hun impact misten. Wat Uniform mistte aan onderscheidbaar songmateriaal, werd gelukkig ruimschoots gecompenseerd door hun energieke performance, en da’s waar het toch vooral omdraait bij dit soort acts.
De liefhebbers van de meer rechttoe rechtaan street punk konden gewoon op post blijven in de XPRMNT-tent voor Bad Breeding, Engels schorriemorrie uit het grijze gat Stevenage. De bas en gitaar piepte en kraakte, de drummer viel niet in te tomen en de zanger schreeuwde de longen uit z’n lijf: niets vernieuwends of speciaals, wel hardcore zoals het hoort, vol woede en niet zonder gevaar. Voor de opgedaagde punkers een act om duimen en vingers bij af te likken, die handen hingen bovendien intussen vol met de restanten van gratis stukken taart die de gulle batterijdonateurs onder hen hadden ontvangen.
Meer dansen en minder vechten dan, bij de Indisch-Canadese cult-weirdo King Khan en zijn band The Shrines. Khan had zoals steeds z’n beste kostuum uit zijn nochtans rijkelijk gevulde garderobe getoverd: een spannende leotard met bontkraag, met de fallus-vorm prominent in zicht en z’n tedere billen bloot. Aan enthousiasme ontbrak het de wereldse psychedelica-garage-soul van de King en z’n getalenteerde kompanen allerminst, maar het bleek toch moeilijker om dat enthousiasme ook op het publiek over te brengen. Daarbij hielp die liefdesballade ergens aan het begin ook niet echt veel. Toch wist Khan een plekje in ons hart te veroveren met z’n progressieve teksten die handelden over transgenders, seks en andere minder vanzelfsprekende thema’s binnen de popmuziek. King Khan for president! Al bekt President Khan & The Shrines toch wat minder goed.
Omstreeks half twaalf mocht The Notwist een geslaagde tiende editie van AFF voltooien. Waarom de Duitsers die spot kregen? Alvast niet omwille van enige podiumprésence of uitstraling tout court: de gebroeders Acher en co hebben meer weg van een ordinaire huwelijksband dan van rockmuzikanten die al meer dan twintig jaar meedraaien op het hoogste niveau. Maar het gaat bij de veertigers van The Notwist dan ook om Gründlichkeit, en dat demonstreerde het zestal gisteren met verve. Met oog voor detail en met veel doordachtheid leverden de Duitsers een set af die gerust langer dan een uur had mogen duren. De – ondertussen kenmerkende – vlagen electronica speelden gisteren opnieuw een indrukwekkende hoofdrol, en werden ook vlotjes gecombineerd met de iets zachtere en emotionele songs uit ‘The devil, you + me’ of ‘Neon golden’. Onwaarschijnlijk hoe The Notwist je op het ene moment bijna verplicht zakdoekjes aansmeert dankzij de schoonheid en de breekbaarheidsfactor van songs als het melancholische ‘Boneless’ of het jazzy ‘This room’, en hoe je je vijf minuten later quasi in een kolkende danstempel bevindt tijdens de repetitieve en opzwepende outro van een track als ‘Run run run’. Gisteren bewees The Notwist dat de Duiters op het einde inderdaad altijd winnen. (Johan)
Zo was ook editie 2017 van Absolutely Free Festival een welgemikt schot in de roos, met enkele verrassende revelaties en een aantal gevestigde waardes die wederom bevestigden. Het aftellen naar editie 2018 kan alvast beginnen. Hopelijk blijft de verjaardags-feature betreffende de gratis taarten ook bestaan.