De derde dag van Dour is intussen in volle gang. Hier lees je alvast de eerste reviews van vrijdagmiddag, hieronder belichten we een paar Belgische bands die tussen al het internationale geweld meer dan hun mannetje stonden. Check hier en hier alvast respectievelijk de verslagen van donderdagmiddag en donderdagnacht.
Hoe vaak je Robbing Millions (foto) ook ziet, hun optredens zullen nooit vervelen. Dat bewezen de Brusselaars andermaal op Dour Festival, waar ze net na het avondeten een matig gevuld Le Labo inpalmden. Het blijft mooi om te zien hoe de jongens zich keer na keer weten op te laden om een energieke en intense set neer te zetten, net zoals het ook fijn is om horen dat het geluid van de band ook op festivals steeds erg snedig is. Vrijdag trakteerden Lucien, Gaspard en co ons op een extra doortastende performance die onder flitsende lichten en met stevig gitaarwerk de serieuze kant van hun sound meer dan anders in de verf zette. Heerlijk was het het heen en weer stuiteren tot Robbing Millions je op het verkeerde been zetten, om vervolgens weer vrolijk verder te gaan. Misschien wel een van de meest onderschatte bands uit onze scene – als we dat tenminste mogen afleiden uit de lage opkomst. (Thomas)
Ondanks het wel erg vroege uur kon opener It It Anita rekenen op een tweehonderdtal enthousiastelingen. Het Luikse noise-gitaargeweld bleek dan ook de ideale manier om wakker te worden: snoeihard, soms rechttoe rechtaan, dan weer complex maar met genoeg ruimte voor sfeer en zelfs stilte. De gebalanceerde set bestond zowel uit oud werk van de ep’s als van hun eerste langspeler en eindigde – zoals we ondertussen al gewoon zijn – met een drummer en wat gitaren in het publiek. Er werd geheadbangd, ogen werden uitgekeken en voor velen werden muzikale grenzen verlegd. It It Anita was alweer uitstekend, maar we hadden dan ook niets anders verwacht. (Frederik)
Charlotte Adigéry – aka WWWater – is nog niet zo lang bezig maar in maart toonde ze zich reeds erg volwassen toen ik haar zag in Het STUK. Des te impressionanter was haar set in La Petite Maison, waar ze slechts vier maanden later nog eens enorme progressie bleek gemaakt te hebben. Als een atypische en eigenzinnige diva deed ze met haar inventieve pop moeiteloos talloze benen dansen die nog vermoeid waren van de nacht voordien. Uitdagende ritmes, even zwoele als speelse zang en het professionalisme van percussionist Steve Slingeneyer en toetsenist Boris Zeebroek – die ze leerde kennen tijdens het Belgica-project van Soulwax – vormden een coherent geheel van sterke songs die eigenlijk veel te vroeg gepland stond. Als Charlotte tegen dit tempo blijft vooruitgaan wordt ze nog een hele grote, zeg dat wij het gezegd hebben. (Frederik)