Deze vrijdag brengt de iconische shoegazeband Slowdive voor het eerst sinds 1995 een nieuw album uit, en er zijn weinig comebacks waar we zo watertandend naar uit hebben gekeken als deze. Vooruitgestuurde singles ‘Star roving’ en ‘Sugar for the pill’ doen alvast het beste vermoeden en ook live bleek het Britse vijftal de voorbije jaren nog steeds in bloedvorm te verkeren. We spraken naar aanleiding van nieuwe zelfgetitelde plaat met zanger-gitarist-songschrijver Neal Halstead en drummer Simon Scott over het verleden, het heden en de toekomst.
Eerst en vooral: vanwaar kwam het idee om opnieuw samen te spelen?
Scott: De tijd was rijp. Via een gemeenschappelijke kennis kwamen we toevallig weer bij elkaar en het voelde juist aan.
Halstead: Ik gaf een soloconcert, en een vriend van mij die het concert promootte vroeg of Rachel (Goswell, zang/gitaar) niet wou komen om een paar nummers van Mojave 3 en Slowdive te zingen. Ze ging akkoord, en de rest van de band kwam kijken. Die avond begonnen we te praten over een nieuw album, met als grootste drijfveer de drang om nieuwe muziek te maken.
Het lijkt wel alsof meerdere tijdsgenoten plots hetzelfde idee hebben. Hoe verklaren jullie die shoegaze-revival?
Halstead: (peinzend) Wel, wij kwamen weer bij elkaar in 2014. Lush ongeveer in dezelfde periode, dan was er ook nog Ride… Het is echt heel bizar, ik heb geen verklaring ervoor (lacht).
Scott: Het is écht bizar.
De eerste grote comeback was misschien wel die van My Bloody Valentine.
Halstead: Zij zijn op zich nooit echt uit elkaar gegaan, het zit gewoon in hun aard om zo lang te wachten met het uitbrengen van een nieuw album.
Scott: Voor velen kwam hun nieuwe album als een verrassing, maar ik heb voelde het al langer aankomen.
Hebben jullie naar de nieuwe muziek van ‘oudere’ bands geluisterd’?
Scott: De nieuwste My Bloody Valentine vond ik wel redelijk goed, net als het nieuwe Lush-materiaal.
Halstead: Ik kon de nieuwe van The Jesus And Mary Chain wel smaken. Het is eigenlijk die groep die ons toen we veertien jaar oud waren zin deed krijgen om in een band te spelen. Onze gitaarsound hebben we voor een groot deel aan hen te danken. Het nieuwe album voelt dus best nostalgisch aan.
Jullie zijn uitgegroeid tot een van de grootse namen in het genre. Wat maakte jullie muziek speciaal?
Halstead: Ik denk dat er altijd twee kanten waren aan Slowdive: een toegankelijke kant en een meer experimentele. We hebben – vooral op Pygmalion – toch wel wat geëxperimenteerd met soundscapes en instrumentale composities, en ik denk dat we daarin wel verschillen met pakweg Lush of Ride.
Vandaag bestaan er Facebookgroepen die gewijd zijn aan het genre en waarin jullie door tienduizenden leden verafgood worden. Een erg groot deel van die fans was nochtans te jong of nog niet geboren toen jullie laatste muzikale wapenfeit ‘Pygmalion’ in 1995 uitkwam.
Scott: Toen we begonnen met Slowdive waren we zelf nog tieners die met onze gevoelens worstelden, en dat was voor een groot deel waar onze muziek over ging. Ik denk dat tieners van nu zich nog steeds kunnen herkennen in die songs van vijfentwintig jaar geleden. Het is trouwens geweldig om die steun van jonge mensen te voelen, dat motiveert ons des te meer om nieuwe muziek te maken.
Halstead: Onze muziek was inderdaad doordrenkt met teenage angst, en misschien was dat ook wel – om terug te keren op je vorige vraag – een van onze sterke punten.
Na Slowdive zijn jullie elk een heel andere richting ingeslagen. Simon, jij bent bijvoorbeeld de ambienttour opgegaan terwijl Neil eerder de folky kant opging. Waarom zijn jullie van de shoegaze afgestapt?
Scott: Zo had ik het nog niet eerder bekeken. Toen we begonnen schrijven aan ons derde album ‘Pygmalion’ kwam Neil op de proppen met loop- en drummachines. Dat was absoluut mijn ding niet, en een van de redenen waarom ik de band verlaten heb. Toen ik echter het album voor het eerst te horen kreeg, was ik erg onder de indruk. Ondertussen bestaat zowat al m’n solowerk uit loops en drummachines (lacht).
Halstead: Na ‘Pygmalion’ vormden Rachel en ik Mojave 3 en begonnen we inderdaad meer folky muziek te maken. Mijn solowerk dat daarop volgde bestond vaak puur uit mezelf en een akoestische gitaar. Het is een heel andere manier van muziek maken, maar het voelde gewoon aan als het juiste ding om te doen op het juiste moment.
Simon; heb je achteraf gezien spijt dat je niet meegewerkt hebt aan ‘Pygmalion’?
Scott: Ach, het is wat het is. Als buitenstaander vond ik het een geweldig album, maar misschien had ik het helemaal anders gepercipieerd als ik er zelf aan meegewerkt had.
Halstead: (lacht). Door de pers is het helaas helemaal afgebroken.
Met jullie vierde album keren jullie terug naar de overweldigende gitaren. Voelt dat goed?
(Knikken beiden instemmend): “We love it.”
Scott: We zijn ook erg blij met het resultaat. Toen we drie jaar geleden weer bij elkaar kwamen hadden we een idee van een album in ons hoofd, en het is precies dat album dat we gemaakt hebben.
De opnames van het album hebben twee jaar geduurd. Heeft dat te maken met perfectionisme, of gewoon met het feit dat jullie andere dingen te doen hadden?
Halstead: Beide. Zoals Simon al zei hadden we echt wel een idee in ons hoofd en dat wilden we zo goed mogelijk in muziek vertalen, iets wat niet zomaar lukt. Bovendien hebben we tussendoor opgetreden en waren we met andere projecten bezig. Rachel had bijvoorbeeld Minor Victories, ik had mijn solotour…
Het nieuwe album is zelfgetiteld. Is daar een reden voor?
Halstead: We zien het inderdaad een beetje als statement, zo van “Kijk, wij zijn Slowdive. We zijn terug en dit is onze muziek.” Want ondanks de vele jaren die tussen deze en de vorige plaat zitten zijn we nog steeds dezelfde band, iets wat vaak niet zo gezien wordt bij een reünie.
Op ‘Slowdive’ gaan jullie wel degelijk terug naar de originele sound van ‘Just for a day’ en ‘Souvlaki’. Van de sound van ‘Pygmalion’ vind je quasi niets meer terug.
Halstead: Op ‘Pygmalion’ zijn we en beetje buiten onze grenzen getreden, wat een heel leuke ervaring was, maar vandaag keren we terug naar de meer vertrouwde Slowdive. Hoewel er ook nieuwe elementen op terug te vinden zijn. Op ‘Pygmalion’ was het vooral ik die het voortouw nam, maar het nieuwe album is weer volledig samen als band gemaakt en beleefd.
De eerste single ‘Star roving’ klonk als een typische Slowdive-song, tweede single ‘Sugar for the pill’ was dan weer eerder verrassend dankzij de eighties-synths en Neils opvallend hoge zanglijnen.
Halstead: Vind je dat zo hoog? Op m’n solowerk heb ik nóg stukken hoger gezongen hoor (lacht). Maar inderdaad, in de Slowdive-periode had ik die kant van mijn stem nog niet echt ontdekt.
Scott: Het is leuk om te horen dat je de sound verrassend vindt, want we willen zeker niet exact herhalen wat we in het verleden gemaakt hebben.
Wat mogen we verwachten van jullie comeback; een one-time-thing of iets op langere termijn?
Scott: Je bent nog niet meteen van ons af.
Halstead: Het voelt aan alsof we de draad gewoon terug hebben opgepikt, en dat voelt zo leuk dat het echt wel de bedoeling is geworden om bij elkaar te blijven. Er zijn bovendien al plannen voor nog een nieuw album.
Wanneer zien we jullie nog eens op een Belgisch podium?
Scott: Er staat nog niets officieel vast, maar hou in het najaar zeker de kalender in het oog (knipoogt).