Ooit maakte The Low Anthem belachelijk mooie ingetogen folkplaten. Wie echter maandagavond naar de Botanique trok met enkel ‘Oh my god, Charlie Darwin’ en ‘Smart flesh’ in het achterhoofd, was eraan voor de moeite. Zoals meest recente langspeler ‘Eyeland’ reeds deed vermoeden, kozen Ben Knox Miller en de zijnen ook live voor experiment. En dat kende wisselende successen.
Opgewarmd werden we door And The Kids. Het vrouwelijk viertal overtuigde het publiek met sterke indierocksongs. Af en toe kwam zelfs het vage concept ‘artrock’ in ons op, mede dankzij de muzikale kunde van de vier dames. De drumster ging creatief met haar trommels om, de toetseniste toonde zich een multi-instrumentaliste terwijl de zangeres met haar uitstekende stemgeluid nu en dan aan Anna Calvi deed denken. En dan was er nog de ronduit geweldige bassiste, wiens complexe maar immer catchy baslijnen de songs een extra dimensie gaven. Erg sterk.
Wanneer The Low Anthem precies opkwam is ons nog steeds een raadsel. De Rotonde van de Botanique was minutenlang verduisterd en de rookmachine maakte het nog moeilijker te ontwaren wat er zich op het podium afspeelde. Onze focus werd daardoor des te meer gelegd op de ingetogen soundscape, die plotseling werd bijgezet door volièregeluiden en een typemachine. Wat volgde was een iets te lange monoloog van violiste Florence Wallis. Het was bijgevolg een opluchting toen de eerste échte songs werden ingezet. Openingsduo ‘In eyeland’ en ‘The pepsi moon’ combineerden experiment en schoonheid op een subtiele manier terwijl de minimalistische elektronische beats het geheel afmaakten. Met ‘Ghost woman blues’ brachten de Amerikanen voor het eerst op de avond een klassieke Low Anthem-song, en dat was duidelijk naar de zin van het publiek. Millers engelenstem in combinatie met een sobere gitaar en bloedmooie melodie: het zal altijd blijven werken.
Wat daarna volgde was van een heel ander kaliber. ‘Boeing 737’ en ‘Ozzie’ klonken luider en heftiger dan je ooit van The Low Anthem zou verwachten. Helaas leende de akoestiek van de Rotonde zich daar niet optimaal toe. Het klonk allemaal een beetje rommelig, en het volume lag onaangenaam hoog. Er passeerden verder twee nieuwe songs de revue die in het verlengde lagen van de experimentele intro. Even vaak interessant als langdradig. Afsluiten gebeurde dan weer rustig met ‘Dream killer’. Enige bisnummer was ‘Charlie Darwin’, een hapje voor de fans die tijdens het concert op hun honger waren blijven zitten.
Het was zonder twijfel een interessant optreden van The Low Anthem. De band uit Providence wil duidelijk een andere weg inslaan nu ze op het gebied van folk zichzelf al meer dan bewezen hebben. Helaas klinkt dat op plaat interessanter dan live. Er is voor de erg getalenteerde muzikanten echter nog ruimte genoeg om verder te groeien. Wie weet is dit wel een overgangsperiode naar alweer een meesterwerk als ‘OMGCD’, hetzij in een iets andere stijl.
In de Botanique kan je binnenkort naar Okkervil River (8.11), Kevin Morby (10.11) en How To Dress Well (11.11). Alle info en tickets vind je op de site van de zaal.