Over een paar dagen gaat Pukkelpop van start en eigenlijk kunnen we met z’n allen maar over één ding praten: de komst van Rihanna. Pop luisteren was lange tijd uit den boze, maar is dankzij een combinatie van hernieuwde interesse, vooruitstrevende artiesten en accelererend kapitalisme weer helemaal oké volgens ‘s werelds belangrijkste tastemakers. Dat heeft ervoor gezorgd dat we donderdag niet moeten doen alsof we een guilty pleasure gaan checken, maar ronduit mogen toegeven fan te zijn.
Dit is een van de redenen waarom RiRi een perfecte headliner is voor deze Pukkelpop: de tijdsgeest is er helemaal klaar voor. En als er één festival de pop in z’n naam mocht waarmaken, dan is het toch dat van Chokri. Al jaren worden opkomende popacts geprogrammeerd in de Dance Hall, Marquee en de Castello, nu heeft het festival eindelijk de stap gezet om ook een grote vis te programmeren. Terwijl Roskilde drie jaar geleden Rihanna al liet headlinen en Glastonbury al een tijdje resoluut voor mainstreamartiesten koos (Beyoncé, Kanye West, Adele), liepen de conservatievere festivals (op Les Ardentes na) in ons land wat achter. Hopelijk betekent deze Pukkelpop een verandering op dat vlak.
Toch zijn er nog elementen die deze boeking zo belangrijk maken, te beginnen bij de pukkel van Pukkelpop. Hoe graag we als alternatieve-muziekliefhebbers het festival ook willen claimen, de belangrijkste doelgroep van het gebeuren blijft jongeren. En die hebben meer dan ooit nood aan een persoon als Rihanna om het slechte voorbeeld te geven.
Terwijl de maatschappij regeltjes oplegt hoe we ons voorbeeldig moeten gedragen en de meeste popsterren (we kijken jouw kant uit, Taylor Swift) zich daarnaar conformeren, draagt de Barbadiaanse zangeres een bevrijdende boodschap uit die zegt dat excessen moeten kunnen. Dat is misschien niet altijd zo geweest, maar de good girl gone bad heeft zich wel steeds meer het imago van een anti aangemeten; een soort stoerdere Lady Gaga die normafwijkend en regel-doorbrekend gedrag stimuleert. Denk maar aan de video voor ‘Bitch better have my money’ of nummers als ‘S&M’.
De invloed van Rihanna op dat vlak is dan ook niet te onderschatten: het is niet zomaar dat ongeveer elke hedendaagse dj minstens één nummer van de muzikante in zijn/haar/hun set steekt, aangezien clubs ook dé plek zijn om te ontsnappen aan de druk en gedragscode van de buitenwereld. Festivals zouden gelijkaardige plaatsen moeten zijn, maar die rol lijkt steeds meer in gedrang te komen; bijvoorbeeld door steeds strenger wordende controles op alle vlakken. Gelukkig hebben we RiRi nog om vanuit het establishment een fuck you richting haar omgeving te geven.
Da’s ook iets dat de zangeres verworven heeft dankzij haar sterrenstatus en het maakt haar een boeiendere artieste: die vrijheid om haar goesting te doen. Om vier jaar geen album uit te brengen, om geen interviews te hoeven doen, om een plaat uit te brengen zonder echte banger. Daardoor is ‘Anti’ misschien ook wel een hoogtepunt in haar discografie geworden. Het lijkt alsof er geen verplichtingen waren om knallende radiohits te schrijven (die zijn er gelukkig wel) of om trends te volgen (geen vieze brostep op het album zoals op ‘Unapologetic’).
De Barbadiaanse heeft haar roots nooit verloochend, maar deed ze nooit eerder zoveel eer aan als op ‘Work’. Hoewel ze al ‘Intro’ van The xx samplede, maakte ze daarnaast van indie nooit beter pop dan met ‘Same ol’ mistakes’, en zong misschien wel nooit zo goed als op ‘Higher’. Daarnaast heb je nog de sluwe oorwurm ‘Kiss it better’, het heerlijk donker geproducete ‘Needed me’ en het Beyoncé-achtige retro popliedje ‘Love on the brain’. ‘Anti’ is lang geen volmaakt album, maar bevat wel een reeks uitzonderlijk sterke singles die bijna geen enkele andere artiest dit jaar kan voorleggen. En dan heeft ze nog die uitzonderlijke back catalogue. Komt wel goed op Pukkelpop, denken we dan: Rihanna is niet enkel de relevantste headliner sinds Björk, ze heeft ook hits om een urenlange headlineset te vullen.