Enkel de grootste middelen zijn goed genoeg om Les Nuits Botanique te verslaan. Volg ons vandaar ook op Instagram en Snapchat om volledig op de hoogte te blijven van onze avonturen. Lees hier het verslag van de eerste (volwaardige) dag en check hieronder wat we onder meer van Kaytranada en Anna Meredith op dag 2 vonden.
Buitenbeentjes genoeg vanavond in Le Grand Salon, waar zowel Marc Melià alsook Anna Meredith hun opwachting maakten. De Spaanse Brusselaar kreeg het publiek alvast in de juiste stemming met zeer filmische elektronische geluidsgolven die refereren naar Nils Frahm en James Blake. Hij manouvreerde zijn innemende soundscapes vakkundig langs al onze prikkelreceptoren. Het decor van de zaal, het zittend en muisstil publiek en de donkere ruimte creëerden de ideale context voor de minimalistisch opgebouwde composities. Vervolmaakt door de live aangestuurde visuals ontstond er een ingetogen maar enthousiaste bubbel van gelukzalige gemoedsrust. Melià kreeg het publiek volkomen stil en daar houden we wel van. (JVL)
De Schot Sam Gellaitry is een van de grootste SoundCloud-fenomenen van de laatste maanden en mocht dan ook al materiaal releasen via XL Recordings. De stijl van z’n set sloot duidelijk aan bij de invloeden die je in z’n muziek terughoort: hippe electronica à la Hudson Mohawke en Rustie, met de nodige zoetstof en een basis in hip-hop. Allemaal niet verkeerd, maar het publiek in de Chapiteau was duidelijk alleen gekomen voor Kaytranada en degradeerde zo de deuntjes van het tweede voorprogramma genadeloos tot achtergrondmuziek. (TK)
Vervolgens trokken we naar een lege Rotonde, waar Beverly voor een select publiekje toch het beste van zichzelf aan het geven was. Dat alleen al was misschien wel bewonderenswaardig, maar ook de fijne liedjes van de Amerikaanse band wisten ons respect af te dwingen. Over typisch diy-lo-fi-indierock-gitaartjes (die we kennen van bijvoorbeeld Waxahatchee) zong Drew Citron (ex-Ava Luna) de ene keer vrij dreamy en de andere keer wat pittiger fijne melodieën, die ons dan weer deden denken aan Fear of Men. Ooit zat Frankie Rose nog in Beverly, maar het duo toonde duidelijk ook zonder diens hulp een goeie show neer te kunnen zetten: waar veel gelijkaardige bands al snel live wat rommelig en ongeïnspireerd beginnen klinken, zorgden Drew en Scott dat de balans tussen chaos en orde immer in balans was. (TK)
Het hoogtepunt van de avond werd echter de supersympathieke Anna Meredith, die met haar ‘Varmints’ verrassend genoeg al een van de sterkere albums van het jaar uitbracht. Toch hadden we live pas helemaal het gevoel dat we op een glimps in de wondere wereld van 37-jarige Schotse artieste vergast werden: alsof ze ons meenam in een kleurrijk kinderverhaal kregen we een fantasierijke, majestueuze en unieke rondleiding doorheen de organische composities van de multi-instrumentaliste. Soms donker, soms licht; soms luid en soms stil; soms om te luisteren en soms om te dansen: het was een divers uitstapje dat we voorgeschoteld kregen, maar één dat zeker niet incoherent was en volop zijn eigen universum uitstippelde. Vooral de intensiteit waarmee ze haar materiaal bracht deed ons uiteindelijk van onze stoel vallen (of net recht veren). Een nummer als ‘Taken’ werd van een schattig nummertje omgetoverd tot een stevig dreunend stukje muziek dat dankzij een uitgebreide liveband dat militaristische trekje aanvulde met een rijk geluid. Verder zat er overal zoveel pit achter dat je wel begreep waarom de producer normaal gezien voor staande slash dansende publieken speelt. Conclusie: zo goed uitgewerkt kom je elektronische muziek maar zelden op een podium tegen. (TK)
In de tent was ondertussen de publiekstrekker van de avond Kaytranada aan z’n set begonnen. Van Soundcloudrevelatie tot colabs met Kendrick Lamar en Anderson Paak: het gaat snel voor de jonge Canadees. Misschien wel iets te snel, want hij gaf op voorhand aan behoorlijk moe te zijn. Wie had gehoopt dat het een live performance zou zijn kwam van een kale reis terug: Kay draaide z’n remixes en eigen beats vlotjes door elkaar, aangevuld met enkele klassiekers (‘Don’t mess with my man’ van Lucy Pearl werkt altijd). Heel leuk allemaal, maar zonder enige performance of visuele ondersteuning om z’n set van extra aantrekkingskracht te voorzien bleven we een beetje op onze honger zitten. Dit was een degelijke festivalset, maar in het kader van Les Nuits hadden we op net iets meer gehoopt. De beats waren op zichzelf gelukkig goed genoeg om iedereen anderhalf uur aan het dansen te houden, en geen haar op ons hoofd dat er aan twijfelt dat het op Pukkelpop niet opnieuw van dat gaat zijn. (MG)