Dachten dat we na de set van Hudson Mohawke op Pukkelpop “Wat gaat dit in een concertzaal geven?”, dan kregen we dankzij TRIX gisterenavond de kans om ook daadwerkelijk een antwoord op die vraag te formuleren. Met zijn hele installatie, inclusief een overuren draaiende rookmachine en prachtige lichten, trok de Schot in het gezelschap van twee bandleden naar Antwerpen.
Hudson Mohawke speelde in de Trix te Antwerpen. Jasmijn Decuyper nam foto’s, Thomas Konings schreef een verslag.
Terwijl de muzikant bekend geworden is met hyperactieve, opruiende producties, omvat zijn eigen werk grotendeels minder uitbundig materiaal. Op weg naar het optreden luisterde ondergetekende naar Elysia Crampton, en daardoor vielen ineens gelijkenissen tussen die twee artiesten hun songs op. Net als Cramptons muziek bestond die van HudMo immers uit een complexe constitutie van verschillende emoties en bovendien leek het doel niet altijd de dansvloer vullen, maar net een soort van trance creëren met een larger-than-life-sound die af en toe zelfs bijna spiritueel en een beetje exotisch klonk. Nummers mochten dan vaak wel gelukzalig beginnen, meestal werd al snel duidelijk dat er onder het oppervlak meer gevoelens aan het spelen waren. Als de Brit eerst een glitchy geluid op poten zette, dan werd het daarna in een overdadig refrein vaak vervaagd tot een impressionistisch tafereel dat een zekere melancholie naar boven bracht. Essentieel hierin bleek die gigantisch overkomende geluidszee waarin het met de ogen toe makkelijk verdrinken was, hoewel ze bij momenten toch ook weer te log klonk.
Het publiek leek echter vooral gekomen om een feestje te bouwen en dat besefte de Kanye-collaborator ook wel. En dus passeerde af en toe ook een smakelijke banger de revue. Liedjes uit het TNGHT-tijdperk pasten dan wel niet perfect in de set, ze zorgden wel voor stoom aflatende momenten en kregen bovendien een levendige uitvoering. Waar die nummers tijdens een dj-set stilaan afgezaagd worden, wist Mohawke ze met denk aan z’n drummer en een frisse lading samples nieuw leven in te blazen. Naar het einde toe, wanneer z’n bandleden de coulissen al in waren, speelde Ross Birchard nog met jungle- en happy hardcore-invloeden om de mensen in party mood verder de avond in te loodsen.
Zo schipperde de Schot tussen moody, anti-minimalistisch materiaal en extravertere feestsongs. Beide stijlen wisten te overtuigen, en HudMo maakte meteen duidelijk live meer in z’n mars te hebben dan een imposante lichtshow.