De neiging is groot om een soort evolutie te zoeken in de sound van Deerhunter, of te traceren hoe de band doorheen de tijd veranderde. Werd het viertal beetje bij beetje minder wispelturig? Nee, niet echt, en getuige daarvan is vorige album ‘Monomenia’. Wordt de groep dan misschien steeds commerciëler? Nah, eigenlijk ook niet, daarvoor klinkt deze ‘Fading frontier’ dan weer niet mainstream genoeg. We moeten er ons bij neerleggen dat de Amerikanen eigenzinnig hun ding blijven doen, en eigenlijk maakt dat elke nieuwe stap in hun muzikale carrière boeiend om volgen.
Een constante in het oeuvre van Bradford Cox lijkt wél zijn werkwijze. Ook nu weer komen de teksten veelal voort uit een stream of consciousness en is het dus zowel aan de luisteraar als aan de frontman zelf om betekenis te geven aan de woorden. Het is makkelijk om je in te beelden dat de groepsleider zich in een soort trance brengt om z’n schrijftechniek toe te passen en misschien beïnvloedt die manier van zijn ook steeds de klankkleuren van het project. Hoe het ook zij, de zesde plaat van de mannen uit Georgia wordt gekenmerkt door het element dat al het beste werk van Deerhunter bezit: een dagdroom die je met allerlei psychedelische tierlantijntjes in vervoering brengt.
Misschien heeft dat bijna buitenaardse geluid wel bijgedragen aan de perceptie van Bradford Cox als een soort mythische figuur. Zijn persoonlijkheid, karakter en mentale toestand blijven in ieder geval een belangrijke factor voor de muziek. In alle interviews verklaarde de controversiële artiest geestelijk in goede vorm te zijn en dat vertaalt zich duidelijk in dit album: niet vaak klonken de heren uit Georgia zo opgewekt en bijna zorgeloos. Vooruitgestuurde single ‘Breaker’ deed misschien nog vermoeden dat het kwartet daardoor wat de slagkracht van pakweg ‘Nothing ever happens’ zou missen, maar uiteindelijk wordt dat euvel meer dan succesvol opgevangen door de rijke melodieën en sterke structuren van de negen nummers. Zonder hun scherpe kantje te verliezen komen de indielievelingetjes hier gezellig over door hun liedjes lekker warm in te duffelen met een oranje-bruin wollen jasje.
Wat de songs dan wel weer delen met die klassieker ‘Nothing ever happens’ zijn de sterke instrumentale outro’s. Bij elk schrijfsel krijg je het gevoel dat de trein waar je opspringt na het eindstation nog een paar minuten langer mag denderen. ‘Breaker’ schakelt een versnelling hoger wanneer een dromerige geluidsmuur over de duetzang neerdaalt en ‘Duplex planet’ heeft minder dan drie minuten nodig om je met een stuwende combinatie van snaren en klavecimbel-klanken op weg te zetten naar hemelse oorden. ‘Take care’ danst eerst op zoete en magische fluisterzang om daarna in een oktoberstorm als een plastic zak opgetild te worden, terwijl funky buitenbeentje ‘Snakeskin’ met een drafje opbouwt naar een stomend slot waarin de band haar noisy roots ondergedompeld worden in dat gemoedelijke, maar niet gezapige, sfeertje dat het nieuwe materiaal tekent.
Zo kan je over elk individueel lid van ‘Fading frontier’ wel uitweiden. Met deze langspeler weet Deerhunter immers de aantrekkingskracht van het oude materiaal te vertalen naar een heerlijk herfstige esthetiek, die bovendien ingevuld wordt met aangename doch scherpe songs. Zesendertig minuten lang slagen Bradford en co er zo in om je beste gezelschap te zijn tijdens boswandelingen en regenbuien.
Deerhunter website
Album verdeeld door Beggars