Petite Noir is een uniek figuur in het hedendaagse muzieklandschap. Sowieso zijn er al niet veel Afrikaanse muzikanten waarvan het werk ons bereikt, laat staan Zuid-Afrikaanse. Als we dan toch geluid te horen krijgen uit het zwarte continent dan wordt dat vaak gemaakt door bands of artiesten die binnen een bepaalde, voor ons bizarre stijl opereren, denk maar aan woestijnrock of de hiphop van Jack Parrow en Die Antwoord. Soms krijg je dan ook het gevoel dat die projecten enerzijds vaak als een circusact opgevoerd worden (zie Omar Souleyman) of anderzijds een “world”-label toebedeeld krijgen, waardoor ze anders behandeld worden.
Dat is eigenlijk een discussie die we hier niet moeten voeren, maar die zeker een overpeinzing waard is. Yannick Ilunga (echte naam van Petite Noir) is volgens deze gedachtegang een uitzondering in die zin dat zijn muziek veel meer gemeenschappelijk heeft met westerse pop en rock dan die van de eerder aangehaalde collega’s. Waarom we in de Botanique zo makkelijk kunnen connecten met zijn muziek is een andere vraag. Komt dat door de muziek van groepen als Talking Heads en Vampire Weekend die ons al in contact heeft gebracht met Afrikaanse ritmes? Of heeft het iets te maken met de roots van de globetrottende singer-songwriter die zelfs in Brussel liggen (daar werd hij namelijk geboren)?
Naar een concert van Petite Noir gaan blijkt dus heel wat vragen op te roepen, al weet het optreden gelukkig ook andere zaken te evoceren. Dankzij een broeierige Witloof Bar mag de sound live wat krachtiger zijn en zelfs een beetje rammelen, en dat blijkt eigenlijk niet zo’n slechte zaak. De Zuid-Afrikaan heeft immers ook een band rond zich verzameld en die kan dankzij zijn volle klank helemaal uit de verf komen. De gitaren krijgen daardoor een prominente rol in de show, wat we na de set van gisteren enkel kunnen toejuichen. Ook de diversiteit in de riffjes doen deugd: de ene keer zorgt het voor een twisted indierock-feestje, de andere keer primeren vooral plezierige, maar steeds een beetje donkere afrovibes. Daarnaast kan je ook niet naast de sterke, donderende Kele-zang, die waar nodig netjes overloopt in de vocals van een backing.
Het optreden an sich neemt dan weer te weinig die grootse vorm aan, hoewel Ilunga precies weet hoe hij de zaal moet bespelen. Wanneer hij zich nadrukkelijk als performer opwerpt, schakelt de set een tandje hoger. Dat heeft waarschijnlijk ook iets met zijn sterke timing te maken. Net wanneer de boel op ontploffen staat, weet het brein achter de songs immers een katalysator-functie op zich te nemen. In het middenstuk ontbreekt dat vuur een beetje, waarschijnlijk ook omdat liedjes als ‘MDR’ zich minder lenen tot uitspattingen en ook gewoon minder interessant zijn. Maar uiteindelijk hebben we al vaker acts in de Witloof Bar zien sukkelen om boven zichzelf (beter gezegd: hun opgenomen karakters) uit te stijgen en toont Petite Noir vaak genoeg en met verve dat hij daar wel toe in staat is.
De Botanique programmeert binnenkort onder meer nog Oscar, Oneohtrix Point Never en Alex G. Check hun site voor een volledige kalender en tickets.