Vandaag kan je Absolutely Free Festival op de voet volgen via Indiestyle. Onze redactie verkast een dagje naar de tuin van het gebeuren en brengt vandaar uit rechtstreekser dan rechtstreeks verslag uit van het reilen en zeilen op de wei.
Je moet het ons vergeven, maar na het vele kwaliteitsvolle geweld op het XPRMNT-podium viel de set van I will, I swear een beetje licht uit. We waren al gewend geraakt aan bands die hun materiaal in je gezicht smijten, in plaats van tot drie keer toe vriendelijk te vragen of er alsjeblieft misschien als jullie willen zo vriendelijk zijn een ep’tje kan worden gekocht. Uiteraard wisten we waar we aan begonnen en hadden we onze verwachtingen bijgesteld. Deze band probeert een heel een ander soort intensiteit te brengen dan hun hardere tegenhangers. Daarom is het spijtig dat deze verwachtingen toch niet werden ingelost en dat we te veel op onze honger bleven zitten wat betreft kippenvelmomenten. Er stonden zes muzikanten op het podium, en toch klonk het merendeel van dit optreden te leeg of te weinig origineel. De songs zaten professioneel in mekaar, daar niet van, maar misten het gewicht om de vooravond (doorgaans het meest magische moment tijdens festivalavonden) om te toveren tot iets memorabels. (Filip Tyskens)
Het zou een beetje oneerbiedig zijn om El Yunque onder de overkoepelende term “geoorloofd lawaai” te brengen. De grootste reden daarvoor is dat er achter de ontzettend intensieve performance een idee, of beter, een gevoel schuilging. Dat gevoel, en ook tevens de ongelooflijke chemie tussen de verschillende bandleden bleek achteraf moeilijk onder woorden te brengen. Het was echt een moment, en wanneer het plaatsvond besefte je – gelukkig – dat dit één van die performances was die je niet snel gaat vergeten. De vier gingen allemaal niet alleen fysiek, maar ook mentaal tot het uiterste. De muziek viel misschien nog het best onder post-rock te labellen, hoewel de jongens het met nog veel grotere woede- en emotie-uitbarstingen speelden dan gewoon is in het genre; echt sluitend is het dus niet. Eigenlijk hoefde dit optreden ook totaal niet onder een bepaalde noemer gebracht te worden. El Yunque was El Yunque: een hypnotiserende band die de donkerste oorden van de muziek ontgon en iedereen zowel met performance als met het muzikale met verstomming sloeg. Jammer van de paar onderbrekingen door enkele technische problemen, het brak de sfeer een beetje. De groep was overigens niet op haar best wanneer ze instrumenten naar de verdoemenis speelde, maar net wanneer alles tot rust kwam na de uitbarsting: de momenten waarop de vier bandleden uitgeput blikken kruisten en de uitgerekte opbouw naar een volgend kookpunt startten. Dat ging gestaag, net op ideale snelheid. El Yunque, onthou de naam, en ga ze snel mogelijk live bekijken. (Anthony Brynaert)
Op de XPRMNT-stage was het de beurt aan Onmens om zich tegenover het publiek te bewijzen. Het werd vrij snel duidelijk welke richting het concert zou uitgaan. De frontman schreeuwde al snel de hele tent bijeen en de haast vulkanische electronica bleef maar doordrammen. We wisten dus al na een tien minuten hoe de resterende dertig minuten zich zouden gaan afspelen. Song na song kregen we hetzelfde geschreeuw te horen en werd de electronica extatischer. Af en toe gaf het duo blijk van hun muzikaliteit wanneer er eens een onverwachte én vooral goeie twist voorbij kwam, maar dat gebeurde veel te sporadisch. Bekeken vanuit journalistiek oogpunt was dit dus geen topconcert, toch was het duidelijk dat het aanwezige publiek het naar z’n zin had. De band werd consequent op (luid) applaus onthaald en de kopjes bewogen synchroon op en neer. En we zijn er vrij zeker van dat het duo muziek maakte vanuit dat doel, waar ze dus wel in sloegen. (AB)
Toen we halfweg het optreden bij Peter Kernel aan kwamen waaien, zagen we de kopjes op de voorste rij komisch op en neer dansen. Het zou niet lang duren voor we door het trio in dezelfde groove gevangen werden en net zo spastisch mee bewogen op de militante en af en toe speels dansbare drumritmes. De vocals schenen ons maar van meerwaarde vanwege hun opjuttende aard, de echte blikvanger was de combinatie van harde gitaren en percussie die elk nummer weer als een stroomstoot door het lichaam schoot. Zo was het drietal misschien intrinsiek niet zo hevig als het luidste van de XPRMNT-tent, maar kwam haar soune desalniettemin toch hard aan. Meer dan waardige vervanging voor Dark Sky, denken we dan. (Thomas Konings)
In het land van Duyster is Peter Broderick een graag geziene gast. De singer-songwriter heeft niet alleen qua sound een band met ons land, hij werkte ook al samen met Chantal Acda. Zaterdagavond verwelkomde hij samen met ons de nacht, we zouden het niet anders gewild hebben. Zijn intieme liedjes maakten van het gezellige Green House-podium een huiskamer, terwijl ze steeds speciaal maar toch aanstekelijk klonken. Met zijn vaak gehanteerde gitaar, viool, piano en vriend Tony (beetje overbodig, maar we konden zijn gezelschap wel appreciëren) spinde de Nick Cave-lookalike een zacht tapijtje, terwijl ook zijn zang er zeker mocht zijn en een fijne toevoeging aan dat Erased Tapes-achtige minimalisme bleek. (TK)
Lang geleden dat we nog iets van Archie Bronson Outfit hadden gehoord. Deze Britse garagerockers verdwenen de afgelopen jaren van onze radar, maar toch mochten ze op Absolutely Free Festival hun kunnen komen tonen als subheadliner. Het resultaat viel eigenlijk makkelijk in twee stukken op te delen. De Outfit van de eerste helft voerde een soort kolkende rockgolf op het publiek af, geschraagd door denderende drums en een bastoetseniste. Aangezien die beide instrumenten niet helemaal goed in de mix zaten waren we niet helemaal onder de indruk van de eerste vier à vijf songs. Hoewel we de drumstokken vrolijk alle kanten op zagen vliegen tijdens de roffels, liet het bijhorende effect op zich wachten tot de tweede helft. Daarin toonde drummer Mark Cleveland zich het niet zo geheime wapen van de band (hij zat prominent in het midden van het podium met een opvallende poncho) door de ene na de andere dansbare beat te plaatsen onder de steeds funkier wordende riffs van gitarist Sam Windett. De tent mocht dan wel iets leger zijn dan aan het begin, de aanwezigen haalden hun gelijk door de band te bedanken met een dansje of drie. Het venijn zat hem in de staart, en tegen dan was het in ieders dansbenen geslopen. (FT)
Foto’s van Caroline Vandekerckhove (I will, I swear, Archie Bronson Outfit, Wintereslag) en Bert Savels (El Yunque, Onmens, Peter Kernel, Peter Broderick)